Rameau, “Achante et Céphise”, door Sabine Devieilhe, Cyrille Dubois, David Witczak en Judith Van Wanroij, o.l.v. Alexis Kossenko, op het label Erato. Niets dan lof. Schitterend!

Jean-Philippe Rameau componeerde “Acanthe et Céphise”, zijn heroïsche pastorale met een proloog en vier bedrijven, op een libretto van Jean-François Marmontel, om de geboorte te vieren van de hertog van Bourgondië, Lodewijk, de oudste zoon van de Dauphin Lodewijk, op 13 september 1751. Begin 2021 werd het werk opnieuw uitgevoerd in Frankrijk, dankzij een gezamenlijk werk van het Centre de musique baroque de Versailles en het ensemble Les Ambassadeurs onder leiding van Alexis Kossenko. Het concert was vanwege de Covid-19 pandemie niet toegankelijk voor publiek , maar werd uitgezonden op internet.Jean-Philippe Rameau (1683-1764) (foto) was een organist, de componist van “Pièces de clavecin en concerts” en “Pièces de clavecin”, en een belangrijke theoreticus (“Traité de l’harmonie réduite à ses principes naturels”), maar hij was in de eerste plaats toch een operacomponist. Als meester van de 18de-eeuwse Franse opera, componeerde Rameau drie decennia lang (1733-1764), voor het toneel. Zijn ongeveer dertig operawerken gaven veel ruimte aan de haute-contre, de kwintessens van de meeste van zijn titelrollen, Platée, Dardanus, Hippolyte of Pygmalion. Hij speelde in de jaren 1752-1753, met zijn “Lettre sur la musique française”, zelfs een belangrijke rol in de buffonistenstrijd (“Querelle des Bouffons”), de discussie over het gebruik van het Italiaanse of het Frans in de opera. Zijn eerste operaballet (Ballet héroïque en un prologue et trois actes), “Les Indes galantes”, op een libretto van Louis Fuzelier (1672/1674-1752) (foto), ging in 1735, twee jaar na zijn eerste tragédie en musique, “Hippolyte en Aricie”, in de Académie royale de musique, in première.Als Rameau pas in het tweede deel van zijn leven zijn talent voor het componeren van theatermuziek etaleerde, (zijn eerste opera ontstond toen hij al ouder was dan vijftig), dan tilde hij met zijn tweede compositie “Les Indes Galantes”, in 1753, het opera-balletgenre naar ongekende hoogten. Campra introduceerde in 1697 het genre met zijn “L’Europe galante” op een libretto van Antoine Houdar de La Motte, Rameau componeerde een werk in vier entrées of divertimento’s, die de toeschouwer meenamen naar Perzië (“Les Fleurs”), Peruaanse Inca’s (“,Les Incas du Pérou”) naar Turkije (“Le Turc généreux”) en zelfs naar Amerikaanse inboorlingen (“Les Sauvages”), een spektakel met een overvloed aan decors en machines, maar bovenal met opmerkelijk aanstekelijke dansmuziek.Rameau’s carrière liep ten einde toen in 1763, in de Académie Royale de Musique, de repetities begonnen van zijn laatste werk, “Les Boréades”, bedoeld voor de Fêtes Royales de Choisy, in juni van dat jaar, ter gelegenheid van het Verdrag of de Vrede van Parijs in 1763, het einde van de Zevenjarige Oorlog, de verzamelnaam van oorlogen gestreden tussen 1756 en 1763 in Europa en zijn koloniën. Op 27 april vonden de repetities plaats in Versailles, maar “Les Boréades” werd op het koninklijk festival niet opgevoerd. Het overlijden van de componist aan buiktyfus, in september 1764, verhinderde dat en deed zijn laatste lyrische tragedie twee eeuwen lang in de vergetelheid raken.Van de weelderige opening met vuurwerk tot angstaanjagende evocaties van het kwaadaardig genie Oroès, door middel van hypnotiserende doedelzakken of krachtige jagersingangen, al het dramatisch en coloristisch genie van Rameau, werd in “Achante et Céphise” ingezet, prominente klarinetten en hoorns incluis.  De librettist, de Franse encyclopedist, historicus, verhalenverteller, romancier, grammaticus, dichter, toneelschrijver en filosoof, Jean-François Marmontel (1723-1799) (foto’s), stond in zijn opvattingen dicht bij Voltaire en was een tegenstander van Rousseau. Marmontel genoot dankzij het Franse hof waar hij in 1758 de patronage van de invloedrijke “maîtresse en titre” Madame de Pompadour verwierf in heel Europa bekendheid, maar zijn werk was zeer omstreden. Marmontel veroordeelde in zijn “Les Incas, ou La destruction de l’empire du Pérou” (Parijs, Lacombe, 1777) het geweld tegen de Amerikaanse volkeren en schreef dit optreden toe aan religieuze intolerantie. Ook in een eerder werk, Bélisaire (1767), pleitte Marmontel voor tolerantie. Een dergelijk betoog was politiek ongewenst in de Franse monarchie van het ancien régime, dat was gefundeerd op intolerantie en intimidatie. De zeer reactionaire aartsbisschop van Parijs, Mgr. Christophe de Beaumont, veroordeelde in 1767 het werk van Marmontel. Ook in Nederland werd fel gereageerd op de Bélisaire. Hier ging het echter niet om het pleidooi voor tolerantie, maar om de opvatting dat ook goed levende heidenen in de hemel konden. Naar het onderwerp Socrates – die niet genoemd was door Marmontel – werd deze theologenruzie bekend als de “Socratische oorlog”. Het optreden van de aartsbisschop kon de carrière van Marmontel niet schaden. In 1772 werd hij de officiële geschiedschrijver van Frankrijk (“historiographe de France”) en als “Encyclopédist”, behoorde Marmontel tot de kring van Alembert, Helvétius, D’Holbach, Condillac, Turgot, Buffon en Condorcet.De magische “Achante et Céphise” van Rameau, een avontuurlijke en uitbundige opera, werd nu in wereldpremière opgenomen, 270 jaar na de geënsceneerde première ter gelegenheid van de geboorte van Louis XV’s kleinzoon, in de Académie royale de musique. Deze eerste Franse opera met klarinetten, biedt een rijke opeenvolging van koren, balletten en virtuoze ariettes en opent met een feestelijke ouverture met een grafische muzikale weergave van vuurwerk. Alexis Kossenko dirigeert tenor Cyrille Dubois en sopraan Sabine Devieilhe in de titelrollen, Les Ambassadeurs, het orkest dat hij in 2010 oprichtte, en de koorzangers van Les Chantres du CMBV (Centre de musique baroque de Versailles). Niet te missen!De sopraan, Sabine Devieilhe, in 1985, geboren in Normandië, studeerde aan het Conservatorium van Caen, de universiteit van Rennes en het Conservatorium van Parijs, waar ze naast zang, ook cello en musicologie studeerde. Ze werkte met vooraanstaande Franse barokensembles, als Pygmalion, Le Concert Spirituel, Les Musiciens du Louvre, Les Arts Florissants en Le Concert d’Astrée, en maakte in 2012 haar subliem belcanto-debuut als Amina in Bellini’s “La sonnambula”. Ze blinkt uit in coloratuurrollen zoals Mozarts Königin der Nacht (waarmee ze in 2017 debuteerde in het Royal Opera House), Lakmé, Marie in Donizetti’s “La fille du régiment”, en Zerbinetta in Strauss’ “Ariadne auf Naxos”.De tenor, Cyrille Dubois werd in 1985 geboren in Ouistreham aan de Normandische kust. Op zesjarige leeftijd zong hij al in het koor van zijn geboortestad en het jaar daarop trad hij toe tot het kinderkoor van de “Maîtrise de Caen” o.l.v. Robert Weddle. Hij maakte snelle vorderingen als zanger, sprak Engels en verscheen op 12-jarige leeftijd in een productie van Benjamin Brittens “The Turn of the Screw” in de Opéra de Lyon. Na zijn stemmutatie, koos hij tijdelijk voor een wetenschappelijke carrière, maar keerde terug naar de muziek en schreef zich in aan het Conservatoire National Supérieur d’art dramatique in Parijs. Na zijn studie bij Alain Buet, trad hij toe tot het opleidingscentrum van de Opera van Parijs en heeft daar ondertussen al belangrijke rollen gezongen: Sam Kaplan in Kurt Weills Street Scene (2010) en Goncalves in Maurice Ravels eenakter “L’heure espagnole” (2011). Reeds als jonge solist zong hij “Pie Jesu” in de Requiems van Fauré, Duruflé en Andrew Llyod Weber, de Chichester Psalms van Bernstein en de rol van Miles in “The Turn of the Screw” (“Le Tour d’Ecrou”) van Benjamin Britten in de Opera’s van Lyon en Chambéry. Maar zijn grote passie ligt in de interpretatie van het Lied en de Mélodie. Tegenwoordig wordt hij trouwens beschouwd als één van de beste uitvoerders van dit repertoire. Door zijn contact met Anne Le Bozec en Jeff Cohen met wie hij in recitals optrad, ontdekte hij dit repertoire. Hij vormde met de pianist Tristan Raës het “Duo Contraste”, en door ontmoetingen met geweldige artiesten, met name met Helmut Deutsch tijdens een masterclass voor de Lieder, en met François Le Roux voor de Mélodie, konden ze hun repertoire verdiepen en uitbreiden. Als “Duo Contraste” wonnen Dubois en Tristan Raës prijzen op de Lili en Nadia Boulanger Wedstrijd en op de Wedstrijd voor kamermuziek in Lyon, en traden ze ook op in de Wigmore Hall in Londen.Alexis Kossenko (°1977) uit Nice, volgde les bij de fluitist, Alain Marion aan het Conservatoire National Supérieur de Paris, waar hij een eerste prijs behaalde, evenals bij Marten Root aan het Conservatorium van Amsterdam, wat hem een solistendiploma opleverde. Kossenko’s carrière als fluitist omvat regelmatige samenwerkingen met prestigieuze ensembles als La Chambre Philharmonique, Le Concert d’Astrée, Stradivaria, het Ensemble Matheus, het Orchestre Révolutionnaire et Romantique, de Barokksolistene, de Philharmonie der Nationen, het Orchestre de chambre de Paris, het Orchestre d’Auvergne, Anima Eterna, het Orchestre Révolutionnaire et Romantique, de Kölner Akademie, La Grande Écurie et la Chambre du Roy, Concerto Copenhagen, het ensemble Capriccio Stravagante Les Paladins, Le Concert Spirituel, Le Cercle de l’Harmonie en het European Union Baroque Orchestra.Naast zijn carrière als fluitist is Kossenko ook dirigent. Hij was gastdirigent van de ensembles B’Rock (België), Holland Baroque Society, het European Union Baroque Orchestra, Le Concert d’Astrée (Frankrijk) en Arte dei Suonatori (Polen). In 2010 richtte hij “Les Ambassadeurs” op, een internationaal ensemble voor de uitvoering van barokmuziek en klassieke muziek op historische instrumenten. Dit jaar werd hij muziekdirecteur van het Frans orkest, “Grande Écurie et la Chambre du Roy”.Rolverdeling:

Sabine Devieilhe:   Céphise

Cyrille Dubois:  Achante

David Witczak: Le Génie Oroès

Judith Van Wanroij:  ZirphileJehanne Amzal:  De Hogepriesteres

Artavazd Sargsyan:  Een coryphée/Een herder

Arnaud Richard :  Een coryphée/Een jager

Marine Lafdal-Franc:  Een fee/Een herderin

Anne- Sophi Petit:  De herderin:2de priesteres

Floriane Hasler: De derde priesteresRameau Achante et Céphise Sabine Devieilhe Cyrille Dubois David Witczak Judith Van Wanroij Les Chantres du Centre de musique baroque de Versailles Les Ambassadeurs – La Grande Écurie Alexis Kossenko 2CD  Erato 0190296693946