Philip Glass, “Symphony No. 12 Lodger from lyrics by David Bowie and Brian Eno”, op het label Orange Mountain music. Top!

In plaats van de symfonie te baseren op Bowie’s muzikale thema’s, is de symfonie enkel gebaseerd op de teksten van David Bowie’s “Lodger” en maakt gebruik van een groter orkest (inclusief een orgel) en zang.

De symfonieën van Philip Glass tonen mooi de behendigheid en het vakmanschap aan waarmee hij omgaat met minimalistische, metrische veranderingen, exotische klanken en penetrante, gerepeteerde ostinato ritmen, uitheemse toonladders, gebroken akkoordenreeksen en stijgende en dalende notenreeksen. Zijn orkestratie is geraffineerd, zijn klank is uniek, en het orkest is vaak voorzien van uitgebreid en aanstekelijk percussie (kleine trom, tenor trom, grote trom, tamboerijn, bekkens, triangel, vibrafoon, tamtam, castagnetten, buisklokken, harp, piano en celesta).

Twee symfonieën van Glass waren reeds gecomponeerd naar nummers van David Bowie. Philip Glass baseerde nl. zijn 1ste symfonie op het album, “Low” (foto), van Bowie. De oorsprong van het album lag bij Bowie’s voorgaande album, “Station to Station”, dat ook al sterke invloeden had uit de krautrock. Sommige nummers op “Low” waren bedoeld voor de soundtrack van de film, “The Man Who Fell to Earth”, waarin Bowie de hoofdrol vertolkte. De cover van het album was, net zoals “Station to Station”, een shot uit de film. Waar de eerste helft van het album vooral korte, avant-popnummers bevatte, stonden op de tweede helft langere, grotendeels instrumentale composities. De drie bewegingen zijn “Subterraneans”, “Some Are” en “Warszawa”.

De 4de symfonie van Philip Glass stond eerder bekend onder de titel “Heroes”-symphony. De compositie-opdracht kwam van het American Composers Orchestra. De zes bewegingen van de 4de symfonie dragen titels van Bowie nummers, “Heroes”, “Abdulmajid”, “Sense of doubt”, “Sons of the silent age”, “Neuköln” en “V2 Schneider”. De symfonie sloot de Bowie-trilogie af. “Lodger”, een album over reizen en westerse civilisatie, was het dertiende studioalbum van David Bowie, uitgebracht in 1979. Het was het laatste album van zijn Berlijnse trilogie, in samenwerking gemaakt met de minimal, ambient en Krautrock man, Brian Eno. Het album volgde op de albums “Low” (1977) en “Heroes” (1979).

Glass componeerde zijn Symfonie nr. 12 (“Lodger”) in opdracht van de Los Angeles Philharmonic en ging in première op 10 januari 2019, met John Adams die de Los Angeles Philharmonic dirigeerde in de Walt Disney Concert Hall in Los Angeles. De Europese première volgde in mei 2019, door het London Contemporary Orchestra in Southbank Centre. Gebaseerd op David Bowie ’s album Lodger uit 1979, voltooit de symfonie de trilogie gebaseerd op Bowie’s Berlijnse trilogie. Glass had al in 1997 aangegeven van plan te zijn dit derde werk te schrijven, toen hij de Los Angeles Times vertelde dat hij met Bowie had gesproken over de benadering van de compositie.

De première in Londen in de Royal Festival Hall werd positief beoordeeld door de Financial Times als compliment voor het optreden van Angelique Kidjo (foto): “Met een husky, Marlene Dietrich-stijl low-end, was ze een verkwikkende expressionistische aanwezigheid, die Bowie’s surrealistische verzen opnieuw verbeeldde als Weimar-cabaret. Ze steeg indrukwekkend naar de veeleisende rol”. Bachtrack gaf ook een lovende recensie: “Glass schreef het werk met de formidabele stem en aanwezigheid van Kidjo in gedachten, en ze gaf een uitvoering van diepe aanwezigheid en kracht, haar stem begon in een doelgerichte, chromatische drone die de chromatische lijnen van Glass volgde, maar het publiek meeslepend in een reis van geleidelijke expansie en emotie naarmate de symfonie vorderde. De muziek zelf is weelderig en formidabel, bedekt door de aanwezigheid van het imposante orgel van de Royal Festival Hall dat fungeert als een krachtige ouder voor het orkest”.

De Lodger Symphony vertegenwoordigt de afsluiting van een dertigjarige artistieke samenwerking voor Philip Glass met behulp van muziekelementen en teksten van Bowie en Eno. Philip Glass begon zijn pad als componist van symfonieën in 1992, op 55-jarige leeftijd, met “Low Symphony” gebaseerd op muziek van Bowie en Eno. Bowie en Eno waren daarenboven zelf beïnvloed door Glass’ muziek uit het begin van de jaren ’70 op hun “Berlin Trilogy”, die Glass aangaf als onderdeel van de “nieuwe klassiekers” van onze tijd, en begon aan wat uiteindelijk een trilogie zou worden van symfonieën.

Ruim twee decennia later, na Bowie’s overlijden in 2016, keerde Glass terug naar het idee om de trilogie af te sluiten door het album “Lodger” te benaderen als een symfonisch onderwerp. Gefascineerd door Bowie’s verschillende alter ego’s door de jaren heen, keek Glass alleen naar de teksten van “Lodger”, en vatte ze op als onderdeel van een fictieve persoonlijkheid, die volgens de componist zou worden belichaamd in de stem van de Beninese zangeres, Angélique Kidjo. Glass componeerde zeven bewegingen/nummers waarbij geen muziek van Bowie en Eno werd gebruikt, maar alleen de songteksten, en benaderde ze als poëzie. Na een aantal optredens in Europa, waaronder in Londen en in Hamburg, hebben Kidjo, Davies en Glass het werk herzien in zijn huidige vorm dat werd uitgevoerd op het Praags meifestival van 2021, voor het werd opgenomen in Brno in Tsjechië. Deze cd uitgave bevat als meerwaarde, een boekje met foto’s, de volledige songtekst en essays.

Philip Glass Symphony No. 12 Lodger from lyrics by David Bowie and Brian Eno cd Orange Mountain Music 0159