“Engelbert Humperdinck, Der Blaue Vogel, The Blue Bird, Incidental music after a Christmas Fairy tale by Maurice Maeterlinck”, op het label Capriccio. Geniaal!

Nadat Maeterlincks “Pelléas et Mélisande” en “Ariane et Barbe-Bleue” al een rijke bron van operamateriaal was gebleken, werd ook zijn toneelstuk “L’Oiseau bleu”, 1908) al snel op muziek gezet. Albert Wolff componeerde er een opera naar, die een prijs won bij de MET, maar deze is sindsdien volledig in de vergetelheid is geraakt. Max Reinhardt bewerkte het werk als kerstspel voor zijn Berlijns gezelschap, met toneelmuziek van Engelbert Humperdinck. Deze muziek werd weliswaar niet gepubliceerd, tot de dirigent, Steffen Tast, ze opnieuw bekend maakte. Een lief (kerst)verhaal met van de mooiste Humperdinck muziek. Op cd 2 ontdekt u daarenboven als Bonus, “7 Symphonische Bilder aus der Schauspielmusik, “Der blaue Vogel”.

“Pelléas et Mélisande”, een toneelstuk van de Belgische toneelschrijver, Maurice Maeterlinck (foto), ging in 1893 in première in het Théâtre des Bouffes-Parisiens. Het beleefde slechts één opvoering. Maeterlinck was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het symbolisme. “Pelléas et Mélisande” was nochtans een inspiratiebron voor verschillende componisten. Naast Debussy, die het toneelstuk in 1902, tot zijn enige opera bewerkte, componeerde Arnold Schönberg in 1905, een geniaal symfonisch gedicht, en Gabriel Fauré en Jean Sibelius, componeerden er, respectievelijk in 1898 en 1905, al even mooie toneelmuziek bij.

“L’oiseau blue” gaat over twee arme houthakkerskinderen, Tyltyl en Mytyl die, als ze ’s avonds in hun bed liggen, bezoek krijgen van de fee Bérylune die hen opdraagt De Blauwe Vogel te vinden voor haar dochtertje dat ernstig ziek is en gelukkig wil zijn. Om hen te helpen bij hun zoektocht krijgen ze een groene hoed met een diamant erop. Door in een bepaalde richting aan de diamant te draaien, kunnen de kinderen de ziel van alle dingen aanschouwen en met een andere draai de toekomst en met nog een andere draai het verleden. Met deze hoed op vertrekken ze op hun zoektocht die onder andere door het Land van de Herinnering, het Paleis van de Nacht, het Bos, het Paleis van Gelukzaligheid, Het kerkhof en het Koninkrijk van de Toekomst leidt.

Verschillende keren denken de kinderen de vogel gevonden te hebben, maar het dier sterft telkens of verandert van kleur. Uiteindelijk ontwaken ze na hun lange reis in hun bedden uit een droom. De kinderen houden de reis en al hun belevenissen voor waar en blijven zoeken naar De Blauwe Vogel. Als hun oude buurvrouw binnenkomt herkennen de kinderen in haar de fee Bérylune. Het dochtertje van de buurvrouw is ook ernstig ziek en ze vraagt al heel lang naar de vogel van Tyltyl. Tyltyl merkt op dat zijn vogel eigenlijk redelijk blauw is en vol vreugde van zijn vondst geeft hij deze mee aan de buurvrouw, voor haar dochtertje. Het dochtertje geneest miraculeus nadat ze de vogel in ontvangst genomen heeft.

Engelbert Humperdinck werd geboren in Siegburg in de Rijnprovincie in 1854. Na pianolessen te hebben gekregen, produceerde hij zijn eerste compositie op zevenjarige leeftijd. Zijn eerste pogingen om voor het podium te werken waren twee Singspiele geschreven toen hij 13 was. Zijn ouders keurden zijn plannen voor een carrière in de muziek af en moedigden hem aan om architectuur te studeren. Niettemin begon hij in 1872 muzieklessen te volgen bij Ferdinand Hiller en Isidor Seiss aan het conservatorium van Keulen. In 1876 won hij een studiebeurs waarmee hij naar München kon gaan, waar hij studeerde bij Franz Lachner en later bij Josef Rheinberger. Hij ging naar Italië en leerde Richard Wagner kennen in Napels. Wagner nodigde hem uit om zich bij hem in Bayreuth te voegen, en gedurende 1880 en 1881, assisteerde Humperdinck bij de productie van “Parsifal”. Hij was er ook muziekleraar van Wagners zoon, Siegfried.

De reputatie van Humperdinck berust vooral op zijn opera Hänsel und Gretel, waaraan hij in 1890 in Frankfurt begon te werken. Eerst componeerde hij vier liederen bij een poppenspel dat zijn nichtjes thuis opvoerden. Vervolgens componeerde hij op een libretto van zijn zus Adelheid Wette, nogal losjes gebaseerd op de versie van het sprookje van de gebroeders Grimm, een singspiel van 16 liederen met pianobegeleiding en verbindende dialogen.

In januari 1912, kreeg Humperdinck een beroerte. Hoewel hij herstelde, bleef zijn linkerhand verlamd. Hij bleef weliswaar componeren en voltooide Gaudeamus met de hulp van zijn zoon Wolfram in 1918. In september 1921, woonde Humperdinck een uitvoering bij van Carl Maria von Webers “Der Freischütz” in Neustrelitz, Wolframs eerste prestatie als regisseur. Hij kreeg tijdens de voorstelling een tweede hartaanval, waaraan hij de volgende dag overleed. Een paar weken later voerde de Staatsoper van Berlijn zijn “Hans en Grietje” op ter nagedachtenis aan hem. Hij werd begraven op het Südwestkirchhof in Stahnsdorf bij Berlijn.

Humperdinck bezat een heus Schlösschen. Dit schattig kasteeltje, aan de voet van de Bopparder Kreuzberg, werd eind jaren zeventig gebouwd op instigatie van Otto Verhagen uit Keulen. Later behoorde het landhuis toe aan o.a. Prins Erich-Hermann zu Waldeck-Pyrmont (Hannover), voor het door Julius Seyffardt werd verkocht aan Engelbert Humperdinck. Het bleef van het voorjaar van 1897 tot 1911, in het bezit van de Humperdincks, maar vanaf 1901 diende het louter als hun zomerverblijf. Van 1928 tot 1941, was het eigendom van Wolfram, de zoon van Engelbert Humperdinck. Tegenwoordig wordt het door verschillende huurders bewoond.

Engelbert Humperdinck Der Blaue Vogel The Blue Bird Incidental music after a Christmas Fairy tale by Maurice Maeterlinck Juri tetzlaff Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin Steffen Tast 2 cd  Capriccio C5506

https://www.stretto.be/2023/08/06/engelbert-humperdinck-konigskinder-door-het-chorus-of-dutch-national-opera-en-het-netherlands-philharmonic-orchestra-o-l-v-marc-albrecht-een-productie-van-de-nederlandse-opera-op/