“Luigi Boccherini, The Six Symphonies à Quatro Op. 35”, door het Orchestra of the 18th Century o.l.v. de Canadese violist, Marc Destrubé, op het label Glossa. Schitterend!

Emilio Moreno’s passie en kennis voor en van de muziek van Luigi Boccherini (1743-1805), levert hier een nieuwe openbaring op met de opname van de Six Symphonies à Quatro, op 35, bewerkt door Moreno, en uitgevoerd door het Orkest van de Achttiende Eeuw.

In de film “The Ladykillers” uit 1955, doen vijf boeven (o.a. Alec Guinness en Peter Sellers), zich voor als vijf muzikanten. Om geloofwaardig over te komen, zetten ze op hun kamer, in plaats van zelf te spelen, een plaat op met de opname van de Humoreske uit het Strijkkwintet in E, op. 11, nr. 5 (G 275) van Luigi Boccherini. De muziek ging de wereld rond als “Het Menuet van Boccherini”. Luigi Boccherini (1743-1805) (foto) was een immens productieve componist. Zijn naam wordt terecht verbonden aan tal van instrumentale kamermuziek, maar Boccherini componeerde ook vocale muziek. Deze cellist-componist componeerde nl. ook aria’s voor academische evenementen of concerten. Onder hen, een reeks van twaalf voor publicatie en verkocht op 18 augustus 1797 aan Pleyel. De partituren worden bewaard in Parijs. Luigi Boccherini bleef vooral bekend door zijn ruim honderd strijkkwintetten voor de typische bezetting van twee violen, altviool en twee celli (bekend is zijn op. 30 nr. 6 G.324 “La musica notturna delle strade di Madrid”), bijna honderd strijkkwartetten, trio’s voor strijkers en sonaten. Hoewel vocale muziek slechts een klein deel van zijn oeuvre uitmaakte, is zijn Stabat Mater G. 532 één van de meest exquise toonzettingen van deze sequentie uit de 13de eeuw.

In 1769 breidde Boccherini zijn reizen op zoek naar werk, roem en fortuin uit naar Spanje, het land waar hij de rest van zijn leven zou blijven. In 1776 werd Boccherini’s beschermheer, Don Luis de Borbon (foto), de broer van koning Carlos III van Spanje, verbannen uit Madrid. Hij besloot zich te vestigen in Arenas de San Pedro, in de provincie Vila. Gelukkig voor Boccherini was Don Luis een toegewijde en rijke beschermheer van de kunsten (de jonge Goya was een begunstigde) en toegewijd aan zijn muziek. Boccherini componeerde 32 sonaten voor cello en diende als maestro de capilla in Arenas de San Pedro (Avila). Later werkte hij in Madrid voor de hertog de Benavente-Osuna en vervolgens voor Lucien Bonaparte, broer van Napoleon Bonaparte, die daar Frans ambassadeur was. In Madrid was Don Luis enthousiast over de zich ontwikkelende symfonie als genre en Boccherini kon de ballingschap van de prins verzachten met deze zes opgewekte driedelige Sinfonas Quatro, doordrenkt met het licht van Spanje. Dat de “huisband” van het paleis een strijkkwintet was, weerhield Boccherini er niet van om deze symfonieën voor te stellen als met maximaal vier strijkers per partij, Het is dan ook deze een opvatting die wordt gevolgd door het Orchestra of The Eighteeth Century, hier geleid door violist Marc Destrubé.

Nadat Don Luis in 1785 overleed, werd hij benaderd door Friedrich Wilhelm II koning van Pruisen (foto), die hem in 1786 aanstelde op basis van een vast jaarlijks inkomen, met als tegenprestatie exclusief voor hem periodiek een serie kamermuziekwerken te componeren. Tussen 1786 en 1797 kreeg Boccherini de opdracht om cellomuziek te componeren, de koning was een amateur-cellist. Ook de broers Duport componeerden voor deze koning en raakten op de duur bevriend met Beethoven. Jean-Pierre Duport heeft trouwens ooit nog twee van Beethovens cellosonaten gespeeld met Beethoven zelf aan de piano. In datzelfde jaar kwam hij in aanraking met de hertog van Benavente Ossuna die een privéorkest bezat, waar de succesvolste werken van die tijd op de talrijke muzikale soirees werden uitgevoerd. Speciaal voor zo’n soiree componeerde hij zijn enige opera, La Clementina (1786), een Zarzuela, op het libretto van de dichter Ramon de la Cruz (1734-1794).

In 1981 richtten Frans Brüggen (1934-2014), Lucy van Dael en vrienden, het Orkest van de Achttiende Eeuw op, bestaande uit vijftig leden uit twintig verschillende landen. Zes of meer keer per jaar komt het orkest bijeen om op tournee te gaan. De musici, stuk voor stuk specialisten in 18de- en vroeg 19de-eeuwse muziek, spelen op historische instrumenten of op hedendaagse kopieën. Het breed repertoire van dit orkest omvat werken van Purcell, Bach, Rameau, Haydn, Mozart, Beethoven, Schubert, Mendelssohn en Chopin, en is opgenomen voor Philips Classics en tegenwoordig voor The Grand Tour/Glossa. In augustus 2014 heeft het orkest afscheid moeten nemen van Frans Bruggen. Hoewel de samenwerking tussen het orkest en zijn grondlegger met zijn overlijden ten einde kwam, blijft Bruggens inspiratie aanwezig. Het orkest zet de traditie voort van zes of meer projecten per jaar, nu door gasten en gastdirigenten uit te nodigen.

Luigi Boccherini The Six Symphonies à Quatro Op. 35 Orchestra of the 18th Century 2 cd Glossa GCD921131