“Michael Haydn, Kaiser Constantin I. Feldzug und Sieg Oratorio 1769”, een fenomenale ontdekking op het label Accent. Bravo!

Pas de laatste decennia is het omvangrijk religieus, vocaal oeuvre van Michael Haydn, de jongere broer van Joseph, geleidelijk aan toegankelijk gemaakt. Zijn lang verloren gewaand subliem, allegorisch oratorium, “Kaiser Konstantin I. Feldzug und Sieg” (1769), op een tekst van de Salzburgse jurist en theoloog, Johann Heinrich Drümel, met als vocale solisten, enkel sopranen, werd onlangs in Boedapest herontdekt en wordt hier voor het eerst op cd gepresenteerd. Het oratorium gaat over keizer Constantijn I, die tijdens de slag bij de Milviaanse brug in Rome in 312, een hemels teken ontving en daarmee de overwinning behaalde, waardoor hij zich bekeerde tot het christelijk geloof. Michael Haydn componeerde hierbij magnifieke, kleurrijke en weelderige muziek. Niet te missen!

De heerschappij van het kasteel Rohrau hield in 1746, wegens een veepest, bedevaarten naar de Rochus- en Sebastiaankerk in de keizerlijke steengroeve op de Leithaberg. Deze werden georganiseerd door Mat(t)hias Haydn, Wagner-meester en marktrechter uit Rohrau. Hij was de vader van twee beroemde zonen, Joseph en Johann Michael. Beide jongens kregen hun eerste muzikale indrukken van de grote kerkmuziek waar de processie naar Kaisersteinbruch beroemd om was. Net als zijn bekendere broer Joseph, was Johann Michael Haydn, koorknaap bij St. Stephan in Wenen. Na het verlaten van de koorschool werd hij eerst violist en in 1760, bisschoppelijk dirigent in Nagyvárad (Oradea, tegenwoordig Oradea) bij bisschop Adam Patachich.

Door aartsbisschop Sigismund Graf von Schrattenbach naar Salzburg geroepen, werd hij in 1763, hofcomponist (hofmusicus en concertmeester) in Salzburg. In 1768 trouwde hij met de hofzangeres Maria Magdalena Lipp, dochter van de hoforganist Franz Ignaz Lipp. Het huwelijk bracht echter slechts één dochter voort, die als baby stierf. In 1782 volgde Haydn Wolfgang Amadeus Mozart op als organist van de Dreifaltigkeitskirche. Later was hij ook verantwoordelijk voor de kathedraalmuziek. Haydn werkte in totaal 43 jaar in Salzburg. Hij componeerde zo maar eventjes 360 sacrale en wereldlijke composities, voornamelijk instrumentale muziek, en was een vriend van Mozart. Michael Haydn werd in augustus 1806, begraven in de gemeentelijke crypte in Petersfriedhof in Salzburg. Ter gelegenheid van één van de opruimingen van de crypten, schafte de weduwe van Haydn de schedel aan en plaatste die naast haar bed… Na haar dood werd de schedel bewaard in een deel van het graf van Haydn in de collegiale kerk van St. Peter. Het bevindt zich nog steeds in de abdij van St. Peter.

In het Romeinse Rijk werden christenen vervolgd en ter dood veroordeeld. Volgens verhalen kreeg keizer Constantijn in het jaar 312 een visioen, bekeerde hij zich daarna tot het christendom, versloeg hij zijn vijanden en begon hij in de jaren erna de kerk te begunstigen. Zijn bewind en zijn bekering worden gezien als een keerpunt in de geschiedenis, waardoor het christendom zich verder door Europa kon verspreiden. De Slag bij de Milvische Brug of de Slag bij Pons Milvius vond plaats op 28 oktober 312 tussen de legers van de keizers Constantijn I en Maxentius. De slag werd gewonnen door Constantijn. Het was een belangrijke veldslag in de Romeinse geschiedenis. Beroemd is de uitspraak van Constantijn dat hij de overwinning aan de God van de christenen te danken had.

Voorafgaand aan de slag zou Constantijn een bijzondere droom gehad hebben waarin een hogere macht hem maande op de schilden van zijn soldaten het teken van Christus aan te brengen. De bronnen zijn niet eenduidig over hetgeen hij in zijn droom zou hebben gezien. Volgens Eusebius liet hij op de schilden een kruisteken aanbrengen met de woorden “In hoc signo vinces” (“in dit teken zul je overwinnen”). Lactantius, een andere bron, beweerde dat de soldaten het Chi-Rho-teken op hun wapenrusting hadden geschilderd.

De volgende dag kwam het tot een treffen tussen de twee legers. Constantijn toonde zich als een ervaren veldheer. Zijn leger dreef dat van de tegenstander terug naar de Tiber, waarop Maxentius besloot om de verdediging van de brug op te geven en in Rome stand te houden. Maar zijn leger kon Rome alleen binnenkomen over de brug. Constantijns leger bracht zware verliezen toe aan het terugtrekkende leger van Maxentius. Uiteindelijk zakte de provisorisch gebouwde brug in elkaar en kwam een deel van Maxentius’ leger vast te zitten op de noordelijke oever van de Tiber. Zij werden gevangengenomen of gedood. Maxentius was één van de doden, hij verdronk in de rivier toen hij probeerde deze over te zwemmen. Zijn lichaam werd gevonden en tentoongesteld toen Constantijn een triomftocht door Rome hield om zijn overwinning te vieren. Constantijns overwinning maakte dat hij voortaan alleenheerser was over het westelijk deel van het Romeinse Rijk. In het oosten zou Licinius een jaar later afrekenen met Maximinus Daia, zodat er eind 313 nog maar twee keizers in het Romeinse Rijk waren.

Het Purcell Choir werd in 1990 in Boedapest opgericht door György Vashegyi voor de uitvoering van Purcells Dido & Aeneas. Weinigen vermoedden destijds dat de groep dertig jaar later, het meest gerespecteerd koor van Hongarije zou worden. Alle koorleden zijn uitstekende professionele zangers, musici en instrumentalisten, en sommigen van hen zijn ook lid van andere koren en orkesten. Het koorrepertoire van het Purcell Choir reikt van werken van Gesualdo tot Mendelssohn, maar ze voeren ook stukken van latere componisten uit. Dankzij de drie decennia ononderbroken samenwerking met de oprichter wordt de klank en beheersing van stijlen van het koor altijd gewaardeerd door internationale critici. De vaste partner van het koor bij de uitvoeringen is het Orfeo Orchestra, dat in 1991 eveneens in Boedapest, werd opgericht door György Vashegyi en zijn naam dankt aan Monteverdi’s L’Orfeo, na de eerste volledige uitvoering van de opera in Hongarije. Het orkest (sinds 1992 spelend op historische instrumenten) bestaat uit professionele musici met internationale ervaring als orkestlid of instrumentale solist. De vocale solisten zijn Emöke Barath (Theologie, sopraan),, Klara Kolonits (Kleinmütigkeit, sopraan), Theodora Raftis (Philosophie, sopraan), Chantal Santon Jeffery (Glaube, sopraan) en Katalin Szutrely (Tapferkeit, sopraan).

Györgi Vashegyi (1970) (foto’s) speelde aanvankelijk viool, blokfluit, hobo en klavecimbel. Op 18-jarige leeftijd studeerde hij directie bij Ervin Lukács aan de Franz Liszt Academie in Boedapest, waar hij in 1993 cum laude afstudeerde. Hij volgde masterclasses bij John Eliot Gardiner en Helmuth Rilling, en studeerde continuo bij John Toll in Dresden en kamermuziek bij Jaap ter Linden en Simon Standage. Als continuo speler speelde hij bij het Franz Liszt Chamber Orchestra en Concerto Armonico. In 1990 richtte Vashegyi in Boedapest het Purcell Choir op en een jaar later het Orfeo Orchestra. Tijdens concerten in Boedapest dirigeerde hij belangrijke werken uit de 17de-en 18de eeuw, die tot dan toe nog niet in Hongarije waren uitgevoerd, Buxtehude’s Membra Jesu nostri, Purcells “The Fairy Queen” en “Funeral Anthem”, Händels “Theodora”, en het Requiem in re klein uit 1775, van Joseph Martin Kraus, de “Zweedse Mozart”. Tegelijkertijd pleitte hij voor onderzoek naar en uitvoering van werken van Hongaarse componisten uit de 18de eeuw.

Vashegyi werkt voornamelijk met zijn eigen ensemble, maar is ook gastdirigent van diverse oude muziekensembles zoals Concerto Armonico, Capella Savaria en Musica Aeterna en (moderne) symfonie- en kamerorkesten. Vashegyi dirigeert sinds 2001 regelmatig ook in de Hongaarse Staatsopera. Hij dirigeerde in 2004 het Praags Kamerorkest op het Mozartfestival in Würzburg en het Rheingau Muziekfestival in Kloster Eberbach. Vashegyi is sinds 1992 professor continuo aan de Franz Liszt Academie. Tussen 1995 en 1997 doceerde hij ook aan het Instituut voor Musicologie aan de Universiteit van Boedapest. In 2008 ontving Vashegyi de Liszt-prijs in Hongarije en in 2015 ontving hij het Kruis van Verdienste van de Hongaarse Ridderorde. In 2017 werd György Vashegyi verkozen tot voorzitter van de Hongaarse Academie voor Kunsten (MMA, Magyar Művészeti Akadémia), die in 1992 werd opgericht.

Michael Haydn Kaiser Constantin I. Feldzug und Sieg Oratorio 1769 2 cd Accent ACC 26504

https://www.stretto.be/2018/05/30/jona-lendering-vincent-hunink-over-het-visioen-van-constantijn-een-uitgave-van-omniboek/