De Hohenzollern controverse gaat in Duitsland over de vraag hoe ex-keizer Wilhelm II en zijn familie zich in het interbellum tot het opkomend nationaalsocialisme hebben verhouden. Centraal in dit meesterlijk boek staat de vraag naar de houding van die familie tegenover de republiek en het nationaalsocialisme en de rol van de Duitse keizerlijke familie in de Tweede Wereldoorlog.
In Duitsland bestaat nl. een fel debat over de banden tussen de oude koninklijke familie Hohenzollern en de nazi’s, nadat de Hohenzollern restitutie van de staat eisten voor de Sovjet-onteigeningen van hun eigendommen na 1945. Om goedkeuring te krijgen voor hun claim, moet de familie Hohenzollern bewijzen dat hun voorouders de nazi’s niet substantieel steunden bij hun machtsovername. In de daarop volgende juridische procedures en publieke discussie over deze kwestie zijn historici veelgevraagde experts en belangrijke getuigen geworden, onder wie Stephan Malinowski.
In 2014 heeft Stephan Malinowski namens de deelstaat Brandenburg, een deskundigenoordeel opgesteld over de vraag of de voormalige kroonprins Wilhelm van Pruisen het nationaalsocialistisch systeem “aanzienlijk had gepromoot”. Dit zou volgens de Compensatie- en Compensatiewet leiden tot uitsluiting van compensatiebetalingen aan de nakomelingen. Malinowski kwam tot de conclusie: “Door zijn consistente optreden verbeterde de kroonprins van Wilhelm van Pruisen de voorwaarden voor de oprichting en consolidatie van het nationaalsocialistisch regime. Zijn algehele optreden heeft enorm bijgedragen aan de totstandkoming en consolidatie van het nationaalsocialistisch regime”. In 2015, publiceerde Malinowski vervolgens een artikel over hetzelfde onderwerp in het weekblad Die Zeit. De familie Hohenzollern diende daarop strafrechtelijke aanklachten tegen hem in wegens schending van privégeheimen. De procedure werd uiteindelijk geseponeerd, omdat er geen vermoeden was van schending van privégeheimen in overeenstemming met artikel 203 van het Wetboek van Strafrecht.
Malinowski speelde ook een prominente rol in het debat over de relatie tussen de Hohenzollerns en het nationaalsocialisme in 2019. De onderzoekscontroverse die voortvloeit uit de verschillende resultaten van de rapporten van Malinowski, Wolfram Pyta, Christopher Clark en Peter Brandt over de kwestie van de betrokkenheid van de Hohenzollerns bij de vestiging van de nazidictatuur en het publiek debat “over de erfenis van de Hohenzollerns”, die deze controverse veroorzaakten, werden eind 2019 beschouwd als “het belangrijkste historisch-politieke conflict van het land” op dit moment (Der Spiegel). Voor zijn monografie “Die Hohenzollern und die Nazis” ontving Malinowski trouwens in 2022, de Deutscher Sachbuchpreis”, de Duitse non-fictieprijs, uitgereikt door de Duitse vereniging van uitgevers en boekverkopers (“Börsenverein des Deutschen Buchhandels”).
Na de Tweede Wereldoorlog raakte de Duitse keizerlijke familie, Hohenzollern al hun landerijen, kastelen en kunst kwijt. Met rechtszaken, intimidatie en manipulatie proberen zij tot op de dag van vandaag hun verloren eigendommen terug te krijgen. Alles draait om de vraag: waren de Hohenzollerns goed of fout tijdens de Tweede Wereldoorlog? Hebben zij Hitler aan de macht geholpen en collaboreerden zij met de nazi’s? Sinds 1945, zet de familie Hohenzollern volop in op de eigen onschuld en beweert zelfs in het verzet actief te zijn geweest. Wilhelm van Pruisen bv. de zoon van Wilhelm II, schaarde zich als kroonprins aanvankelijk openlijk achter de nazi’s, maar wanneer, na de triomfantelijke verkiezingsoverwinning van de nazipartij in 1933, duidelijk werd dat er van een nieuw keizerrijk geen sprake zou zijn, keerde de teleurgestelde Wilhelm zich af van de nazi’s en weigerde toe te treden tot de NSDAP. Zijn broer, Frederik, de jongste zoon van de laatste Duitse kroonprins Wilhelm en diens vrouw Cecilie van Mecklenburg-Schwerin, nam dienst in het Brits leger…
In een grondig en meeslepend betoog opent de gerenommeerde historicus Stephan Malinowski de frontale aanval op vijf generaties van de familie Hohenzollern. De keizer en de nazi’s is een aanklacht tegen de collaboratie van de keizerlijke familie en de Duitse adel. Dit boek belicht voor het eerst de prominente rol die zij speelden op een keerpunt in de twintigste eeuw – met sleutelscènes in Wieringen en Doorn. Kort na de Eerste Wereldoorlog fungeerde het eiland Wieringen nl. als ballingsoord voor de Duitse kroonprins Wilhelm. Deze was met zijn vader, keizer Wilhelm II, in november 1918, van Wallonië naar Nederland gevlucht en had hier politiek asiel gekregen. Op 22 november 1918 arriveerde hij onder belangstelling van media uit de hele wereld met een schip van Rijkswaterstaat op het eiland, en in november 1923, vertrok hij naar Duitsland. Zijn vader, de Duitse ex-keizer Wilhelm II, arriveerde op 11 november 1918, de dag van de wapenstilstand die een einde maakte aan de Eerste Wereldoorlog, in Kasteel Amerongen, waar hij op 28 november van dat jaar zijn troonsafstand ondertekende. Daarna woonde hij van 1920 tot zijn overlijden in 1941, in het kasteel, ridderhofstad en landgoed in Doorn (foto), in de Nederlandse provincie Utrecht, in ballingschap. In de jaren 30 had Wilhelm kortstondig de hoop dat de nazi’s de monarchie wellicht zouden herstellen. In 1931 en 1932 kwam zelfs nazi-prominent Hermann Göring op bezoek in Doorn om daarover te praten, maar tevergeefs…
Keizer Wilhelm II en Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg hadden 7 kinderen, 6 zonen en één dochter. Tijdens het nationaalsocialisme wierpen twee van hun zonen, Eitel Frederik (foto) en Oscar (foto), zich op als felle tegenstanders van Hitler. Hun broer, August Wllhelm de vierde zoon van de laatste Duitse keizer, die lid was van Stahlhelm, Bund der Frontsoldaten, een vereniging van veteranen uit de Eerste Wereldoorlog, werd in 1930, tot ongenoegen van zijn familie, wel lid van de NSDAP. In de jaren ’30, kwam ook hun oudste broer, Wilhelm van Pruisen (1882-1951), de laatste kroonprins van Pruisen en het Duits Keizerrijk, in contact met de nazipartij. Hij leerde Goebbels, Ernst Röhm en Hitler kennen, en Hermann Göring kende hij nog uit de Eerste Wereldoorlog.
Daar Hitler hem en de ex-keizer bezwoer van zins te zijn de monarchie te herstellen als hij aan de macht zou komen, schaarde de kroonprins zich openlijk achter de nazi’s. Hitler kwam na zijn verkiezingsoverwinning in 1933, echter terug op zijn belofte. In 1935, toen naast alle politieke partijen (behalve de nazipartij) ook alle monarchistische verenigingen werden verboden, en er duidelijk van een nieuw keizerrijk geen sprake zou zijn, keerde de teleurgestelde Wilhelm zich af van de nazi’s en weigerde toe te treden tot de NSDAP.
Ook zijn echtgenote, Hertogin Cecilie van Mecklenburg-Schwerin, probeerde aanvankelijk om de opkomende nazibeweging voor de monarchistische zaak te winnen, wat ook mislukte. De Hertogin van Mecklenburg, wijdde zich daarop in Potsdam aan de muziek en omringde zich met musici als Bronislav Hubermann, Wilhelm Kempff, Elly Ney, Wilhelm Furtwängler en de jonge Herbert von Karajan.
Hebben de voormalige keizer en zijn zoons zich voor de kar van Hitler laten spannen, en hebben ze zich misschien zelfs bewust, ingezet om de nazi’s te helpen hun machtsbasis uit te breiden? De vraag naar het aandeel van de Hohenzollerns in de opkomst van het Derde Rijk is ingewikkelder dan het lijkt, omdat de Hohenzollerns immers na 1918, geen formele macht meer hadden. De keizer was naar Nederland gevlucht en was in Duitsland alleen nog aanwezig in het juridische gevecht om zijn vele bezittingen. Dus hoe konden de Hohenzollerns hun vermeende ‘macht’ dan hebben misbruikt? Op die vraag heeft de historicus Stephan Malinowksi het meest uitgebreid en overtuigend antwoord gegeven tot nu toe.
Al meer dan 100 jaar werken de “hoofden” van de Hohenzollerns herhaaldelijk samen met advocaten, historici, journalisten, ghostwriters en PR-adviseurs, met wier hulp ze het publieke imago van de familie hebben opgepoetst. Nu worden de rollen en het zelfportret van de belangrijkste familieleden geanalyseerd en voor het eerst gepresenteerd door een van de beste experts op dit gebied. In een geweldig historisch verhaal trekt Stephan Malinowski de boog over drie generaties van 1918 tot heden en beschrijft het politieke milieu waarin hun acteurs zich bevinden.
Georg Friedrich Ferdinand Prinz von Preußen (1976), de achter-achterkleinzoon van Wilhelm II en huidige hoofd van de Pruisische tak van het Huis Hohenzollern, beweert dat zijn familie recht heeft op compensatie en teruggave van familiebezittingen. Hij is de zoon van Louis Ferdinand van Pruisen (1944-1977) en Donata zu Castell-Rüdenhausen. Kroonprins Wilhelm von Preußen, de zoon van de laatste Duitse keizer Wilhelm II, was zijn overgrootvader. Door de vroege dood van zijn vader werd in de erfopvolging van het Huis Hohenzollern een generatie overgeslagen: Georg Friedrich werd door zijn grootvader prins Louis Ferdinand sr. (1907-1994) (foto) tot opvolger benoemd. Louis Ferdinand huwde in 1938 grootvorstin Kira Kirillovna van Rusland (met haar op de foto), dochter van grootvorst Kirill Vladimirovitsj van Rusland, eerst in een Russisch-orthodoxe ceremonie in Potsdam, en daarna in een protestantse ceremonie in Huis Doorn.
In dit boek wordt met name de geschiedenis verteld van de toenadering tussen de milieus van Wilhelm Prinz von Preußen en dat van Hitler. Het is de geschiedenis van het ontstaan van de collaboratie tussen twee verschillende groepen en milieus binnen anti republikeins rechts. Die geschiedenis wordt verteld vanuit het perspectief van de familie Hohenzollern, tot haar val in november 1918, een van de machtigste families van Europa. “Daarbij”, zo lezen we, “richten we onze blik op drie generaties: die van de laatste keizer (1859-1941), die van zijn oudste zoon (1882-1951), de kroonprins dus, en ten slotte die van de zes kinderen van de kroonprins, van wie zijn tweede zoon, Louis Ferdinand (1907-1994) het grootste historische gewicht toekomt. De voormalige kroonprins is het analytisch en narratief middelpunt van dit als groepsportret en karakterstudie opgezet verhaal”.
De zes hoofdstukken van dit boek gaan over honderd jaar communicatie tussen de politiek relevante leden van de machtige familie en het grote publiek, ze beschrijven hun posities binnen het anti republikeins milieu, hun houding tegenover de nationaalsocialistische beweging, hun arrangementen met de nationaalsocialistische staat en hun pogingen om na 1945, aan de Bondsrepubliek een eigen versie van hun geschiedenis te vertellen. Het boek is voorzien van bijlagen en noten, bronnen en literatuur en een handig personenregister. “Die Hohenzollern und die Nazis Geschichte einer Kollaboration” werd vertaald door Gerrit Bussinck en Izaak Hilhorst. Meesterlijk! Zeker lezen.
Stephan Malinowski (1966) is historicus. Hij studeerde geschiedenis en politieke wetenschappen aan drie Berlijnse universiteiten (Vrije Universiteit, Technische Universiteit en Humboldt Universiteit) en aan de “Université Paul-Valéry” in Montpellier in Frankrijk. In 1994 behaalde hij zijn masterdiploma aan de Technische Universiteit van Berlijn. Van 1995 tot 1998 was Malinowski beurshouder van de Deutsche Akademische Austauschdienst (DAAD) aan het Europees Universitair Instituut in Florence. Van 1998 tot 2002 was hij onderzoeksmedewerker moderne geschiedenis aan de TU Berlijn, daarna in de periode 2002/2003, aan het Historisch Seminarie van de Universiteit van Keulen.
Maloniwski werd in 2003, bekend met zijn fenomenaal proefschrift, “Vom König zum Führer. Sozialer Niedergang und politische Radikalisierung im deutschen Adel zwischen Kaiserreich und NS-Staat”, de tot dan toe meest uitgebreide studie over de relatie tussen de adel en het nationaalsocialisme. In 2004, ontving hij trouwens als eerste de Hans-Rosenberg-Gedächtnispreis voor zijn proefschrift. Als docent en onderzoeker werkte hij in Duitsland, Frankrijk, Italië, de VS en Ierland, en sinds 2012, is Malinowski verbonden aan de Universiteit van Edinburgh, gespecialiseerd in de geschiedenis van de Duitse adel in de 20ste eeuw.
Stephan Malinowski De adel en de nazi’s, de collaboratie van de Duitse keizerlijke familie 624 bladz. geïllustreerd uitg. Nieuw Amsterdam ISBN 9789046829936