“Chopin, Préludes, Fantaisie, Berçeuse & Barcarolle”, door Abdel Rahman El Bacha, op het label Mirare. Subliem!

Frédéric Chopin in Exile: The Making of a Romantic ‹ Literary Hub

Na zijn briljante opname van Chopins Ballades en Scherzi (2021) zet Abdel Rahman El Bacha zijn virtuoze interpretatie van Chopins werk voort met o.a. de Préludes. Op het programma staan Chopins Barcarolle in Fis, op. 60, de Berceuse in Des, op. 57, de Fantasia in fa klein, op. 49, en de 24 Preludes, op. 28.

The Chopin Museum in Valldemossa | photography, photo gallery

Valldemossa, Chopin, George Sand and Cell No. 4, or Chopin's cell in  Mallorca - tourist attractions, What to see? Guide.

Chopins 24 préludes, op. 28, zijn een reeks korte pianostukken, gecomponeerd in elk van de vierentwintig toonaarden. Ze werden oorspronkelijk gepubliceerd in 1839 en opgedragen aan de pianobouwer Camille Pleyel. Chopin componeerde ze tussen 1835 en 1839, deels in Valldemossa in Mallorca, waar hij de winter van 1838-1839, doorbracht met George Sand en haar kinderen. In Mallorca had Chopin een kopie bij van Bachs “Wohltemperierte Klavier”.

De Duitse editie van de préludes droeg hij op aan de toen heel bekende pianist, Joseph Christoph Kessler (1800-1872) (foto), die tien jaar eerder zijn eigen 24 Preludes, op. 31, aan Chopin had opgedragen. Beiden hadden hun preludes gemodelleerd naar deze van Hummel uit 1815. Kessler droeg overigens zijn Etuden op aan Hummel. Kessler was huispianist van de Poolse graaf Potocki in Lemberg (Lwów) en Landshut in Oberbayern, en hij en Chopin waren bevriend geraakt in Warschau. Chopin heeft elke prelude in een andere toonaard gecomponeerd. Er is steeds een prelude in majeur, gevolgd door een prelude in de tertsverwante mineur toonsoort. De volgende prelude is dan telkens een kwint hoger, waardoor de toonaarden de kwintencirkel volgen.Gabriel Fauré: Douzième barcarolle en mi bémol majeur, Op. 106 bis (piano:  Delphine Bardin) - YouTube

Chopin componeerde zijn unieke Barcarolle in Fis op. 60 in het najaar 1845 tot voorjaar 1846, en droeg het werk op aan barones Von Stockhausen. Zijn sterk emotionele Fantasie op. 49 in f-klein uit 1841, is een werk vol wisselende stemmingen, dat qua inhoud op een ballade lijkt, maar qua vorm bijna in de sonatevorm werd gecomponeerd. Franz Liszt beschreef dit werk als het dispuut tussen Chopin en George Sand.Le Berceau — Wikipédia

Domaine de George Sand - Nohant-Vic - Journées du Patrimoine 2021

Chopins wondermooie Berceuse, op. 57, uit 1843/44, werd voor het eerst gepubliceerd in Parijs in 1844, door Jean-Racine Meissonnier en verscheen het jaar daarop in Londen en Leipzig. Het werk werd opgedragen aan Élise Gavard. Chopin componeerde het werk als een reeks van 16 korte variaties op een ostinato grondbas. Hij begon met componeren in de zomer van 1843 in Nohant (foto), waar hij verbleef bij George Sand. Aangezien het oorspronkelijk manuscript in handen was van de zangeres Pauline Viardot, werd de compositie mogelijk geïnspireerd door haar dochtertje, Louisette, die daar ook de zomer doorbracht terwijl haar moeder concerten gaf. Het thema van de Berceuse weerspiegelde een lied dat Chopin wellicht in zijn jeugd had gehoord, “Już miesiąć zeszedł, psy się uśpily” (“De maan is nu opgekomen, de honden slapen”). Deze lyrische compositie bevat complexe pianistische figuraties in de continue stroom van variaties op een rustige baslijn in altijd zachte dynamiek, waarbij de muziek vorm krijgt door textuur en sonoriteit.

De Libanese pianist, Abdel Rahman El Bacha (Beiroet, 1958), begon zijn pianostudie als leerling van Zvart Sarkissian, een van oorsprong Armeense muziekpedagoog, die een leerling was geweest van Marguerite Long en Jacques Février. El Bacha was een zeer getalenteerde leerling en gaf in Libanon al op tienjarige leeftijd zijn eerste concertuitvoering als solist. In 1974 ontving hij van de Libanese regering een studiebeurs en ging bij Pierre Sancan studeren aan het Conservatoire National Supérieur de Musique in Parijs. Daar behaalde hij de eerste prijs piano, kamermuziek, contrapunt en harmonieleer.

In juni 1978 werd de toen 19-jarige El Bacha, eerste laureaat in de Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel met de ‘Grote Prijs Koningin Elisabeth van België’. Hij won er tevens de publieksprijs, maar besloot, voor hij aan een carrière als solist begon, eerst nog verder te studeren, zijn repertoire uit te gaan breiden en zijn interpretaties te verdiepen. In 1983, kreeg hij de Grand Prix de l’Académie Charles Cros voor zijn plaatopnamen van vroege werken van Prokofjev uit handen van de weduwe van de componist.

Hij nam de complete sonates van Beethoven op en in 2000, ontving hij van de Académie du Disque Lyrique, de Gerald Moore-prijs voor de beste begeleider van liederen van Chopin, gezongen door Ewa Podlès. El Bacha heeft het compleet piano-oeuvre van Chopin opgenomen op twaalf cd’s en het ook compleet live uitgevoerd. In 1998 werd hij onderscheiden met de titel Chevalier des Arts et des Lettres, toegekend door het Franse ministerie van Cultuur, en in 2002, kreeg hij, de Médaille de l’Ordre du Mérite van de president van Libanon, een onderscheiding van de Libanese regering. In 2019, werd hij door de KU Leuven gepromoveerd tot doctor honoris causa.

Chopin Préludes, Fantaisie, Berçeuse Et Barcarolle Abdel Rahman El Bacha cd Mirare MIR526