Erich Wolfgang Korngold (1897-957) uit Brünn/Brno in Moravië, componeerde zijn Pianotrio toen hij pas 12 jaar oud was. Het gedurfd maar toch lyrisch strijksextet met heel mooie thema’s en een verfijnde intimiteit, componeerde hij vijf jaar later, en er zouden nog 3 strijkkwartetten volgen. Spectrum Concerts Berlin (foto) werd in 1988 opgericht met als doel, hedendaagse, Amerikaanse kamermuziek te verbinden met werken uit de Europese traditie. Hun programma’s bestaan uit werk van componisten die uit pure noodzaak, de kloof overbrugden tussen de Oude en Nieuwe Wereld, kunstenaars die tijdens de periode van nazi-overheersing in Europa in ballingschap waren gedwongen en een toevluchtsoord zochten in de Verenigde Staten. Korngold was één van hen.
Korngold componeerde een aanzienlijke hoeveelheid waardevolle kamermuziek. Naast een Pianotrio in D op. 1, (1910), een Sonate voor viool en piano in G op. 6, (1913), een Strijksextet in D op. 10, (1916) en een Pianokwintet in E op. 15, (1922), een Suite “Much Ado about Nothing” op. 11, voor viool en piano, (1919) (een arrangement van de orkestsuite op. 11) en een Suite voor 2 violen, cello en piano linkerhand op. 23, (1930), componeerde hij een Fuga voor strijkkwartet, (1912) en 3 Strijkkwartetten (nr. 1 in A op. 16, 1923, nr. 2 en Es op. 26, 1933, en nr. 3 in D op. 33, 1945. Zijn laatste kamermuziekwerk was een Romance-impromptu voor cello en piano, (1946).
Hij componeerde zijn Pianotrio tussen december 1909 en april 1910 en voltooide het nog voor zijn 13de verjaardag. Op dat moment was hij een leerling van Alexander von Zemlinsky, de leraar die de meeste invloed op hem had. De eerste uitvoering van het Trio was in november 1910 in München, door de Beierse hofpianist, Heinrich Schwartz (1861-1924), en zijn ensemble. Korngolds vader, Julius Korngold, die in Wenen evenveel vijanden als vrienden had gemaakt, gaf er de voorkeur aan, premières buiten de hoofdstad te geven, opdat hij zijn zoon niet zou blootstellen aan vergelding van zijn vijanden. Bruno Walter, die tot 1907, Mahlers assistent was aan de Hofoper in Wenen, speelde de pianopartij. De vioolpartij werd gespeeld door Arnold Rosé, de schoonbroer van Mahler, leider van het Hofoperorkest en van de Wiener Philharmoniker, en tevens eerste violist van een vooraanstaand Kwartet dat talrijke nieuwe werken speelde. Friedrich Buxbaum, eerste cellist bij het Hofoperorkest en de Wiener Philharmoniker en lid van het Rosé Quartet, speelde cello. Alle drie zouden ze later, net als Korngold, het slachtoffer worden van de nazi-vervolging. Bruno Walter emigreerde in 1938, vestigde zich eerst in Zwitserland en vervolgens in de Verenigde Staten, terwijl Rosé en Buxbaum rechtstreeks naar Groot-Brittannië gingen na de Anschluss van Oostenrijk.
Het met twee musici uitgebreid Rosé Quartet, speelde ook de première van het Sextet, op. 10, waaraan Korngold, vijf jaar na zijn pianotrio, op. 1., in de zomer van 1914 begon. Daar tussen in componeerde hij een Fuga voor strijkkwartet, (1912) en een Sonate voor viool en piano in G op. 6, (1913). Hij componeerde het Sextet samen met zijn eerste opera, “Der Ring des Polykrates”, op. 7, (naar Heinrich Teweles), en “Violanta”, op. 8, een opera op een libretto van H. Müller. Hij voltooide het Sextet in december 1916. Zijn muziek onthulde meteen een rijkdom aan nauwgezette nuances, uitgewerkt met suggestieve details met betrekking tot hun formele proporties. Net als in het Trio nam hij de traditionele vorm van vier bewegingen als basis voor zijn Sextet, en interpreteerde het opnieuw op zijn eigenste, individuele manier. Daarbij volgde hij voor het fundamenteel lyrisch karakter van het openingsdeel, de twee Sextetten van Brahms, waarbij hij bewust niet de benadering overnam, die Arnold Schönberg 15 jaar eerder had gevolgd met zijn Strijksextet “Verklärte Nacht”, dat Liszts opvatting van het symfonisch gedicht toepaste op kamermuziek. De uitvoerders zijn Boris Brovtsyn en Clara-Jumi Kang (viool), Gareth Lubbe en Yura Lee (altviool), Jens Peter Maintz en Torleif Thedéen (cello), en Eldar Nebolsin (piano).
De drie Strijkkwartetten van Korngold werden gecomponeerd in de schaduw van zijn Hollywood-filmcarrière. Ze bevatten niet alleen verleidelijke Weense charme, maar ook diepgang en expressie. De 3 strijkkwartetten weerspiegelden verschillende periodes. In het eerste combineerde hij onstuimigheid met verleidelijke harmonieën en meeslepende welsprekendheid, het tweede valt daarentegen op door zijn helderheid, ritmische impuls en melodische directheid, en het naoorlogse derde met citaten uit zijn filmmuziek, nl. uit “Between Two Worlds” en uit “The Sea Wolf”, is meer gespannen, waarbij archaïsche en onverwachte moderniteit naast elkaar werden geplaatst.
Spectrum Concerts Berlin, in 1988 opgericht door de cellist, Frank Sumner Dodge (°1950) (foto), die eerder het Strawbery Banke Chamber Music Festival oprichtte, is een kamerensemble dat zowel muziek uit de barok en klassieke periode als 20steeeuwse en hedendaagse kamermuziek uitvoert. Het ensemble bestaat uit een aantal musici, onder wie Janine Jansen, Boris Brovtsyn, Robert D. Levin, Eldar Nebolsin, Maxim Rysanov, Clara-Jumi Kang, Torleif Thedéen, Alexander Sitkovetsky en Jens Peter Maintz. Een andere groep, Spectrum Concerts Berlin-USA, Inc., werd in 2005 opgericht in New York City met als doel de programma’s van het ensemble uit te breiden. Spectrum Concerts Berlin-USA, Inc. begon met twee concerten in november 2006 in Zankel Hall, in Carnegie Hall.
Het Tippett Quartet werd opgericht in 1998 en kreeg zijn naam in dezelfde week dat de componist Michael Tippett overleed. De oorspronkelijke leden waren Jeremy Isaac en John Mills (viool), Maxine Moore (altviool) en Bozidar Vukotic (cello). In 2009 verving Julia O’Riordan, Maxine Moore. O’Riodan werd in 2012, op haar beurt vervangen door Lydia Lowndes-Northcott.
Erich Wolfgang Korngold Piano Trio, Op. 1 String Sextet, Op. 10 Spectrum Concerts Berlin cd Naxos 8.574008
Korngold String Quartets Nos. 1-3 Tippett Quartet cd Naxos 8.574428