Felix Mendelssohn was een wonderkind. Tussen 1821 en 1823, toen hij tussen de 12 en 14 jaar oud was, componeerde hij reeds 13 symfonieën voor strijkers. Deze symfonieën waren een eerbetoon aan vroege klassieke symfonieën, vooral van Joseph Haydn, Johann Christian Bach, Carl Philip Emanuel Bach en Mozart. Mendelssohn componeerde de symfonieën in de periode die direct volgde op zijn fugastudie. Het was een periode van intense activiteit. Naast zijn 13 strijkerssymfonieën componeerde hij toen nl. vier singspiele (“Die Soldatenliebschaft”, “Die beiden Pädagogen”, “Die wandernden Komödianten”, “Der Onkel aus Boston, oder Die beiden Neffen”), verschillende werken voor viool, piano en orkest, diverse werken voor viool en piano (waaronder de Sonate in fa klein, op. 4), een strijkkwartet, en de Kwartetten voor piano en strijkers op. 1 en 2. In maart 1824, voltooide hij zijn 1ste grote Symfonie op. 11. Hij was… 15 jaar oud.
Zijn eerste strijksymfonieën waren grotendeels beïnvloed door de leer van zijn muziekleraar, Carl Friedrich Zelter, zelf een leerling van Johann Philipp Kirnberger, die op zijn beurt een leerling was van… Johann Sebastian Bach. De jonge Mendelssohn was bijgevolg door intermediaire docenten, een directe afstammeling van de contrapuntische school van Bach. Ondanks de ruime keuze aan instrumentatie in de 19de eeuw, was het met het strijkersensemble, de basis van Bachs orkestwerken, dat de jonge Mendelssohn experimenteerde. Het was dankzij zijn vaders voorliefde voor het organiseren van muziekconcerten in het Berlijnse appartement van zijn familie op zondagochtend, dat de 11-jarige Felix Mendelssohn, een vrij lange reeks strijksymfonieën begon te componeren, en ook dat de werken meteen werden uitgevoerd.
In 1835 was Mendelssohn de eerste muziekdirecteur en Kapellmeister van het Gewandhausorchester in Leipzig geworden. Tot het begin van de jaren ’30, componeerde hij zijn vocale werken voor de Singakademie in Berlijn, een koor van meer dan tweehonderd amateurzangers, dat acht- tot zestienstemmige polyfone werken zong. Mendelssohn werd als Mendelssohn-Bartholdy, Luthers-protestant opgevoed, maar werd door zijn tijdgenoten nooit volledig geaccepteerd als christen.
Hij op zijn beurt, verloochende nooit zijn joodse afkomst. Wellicht weerspiegelden zijn drie meesterlijke koorwerken daarom zijn religieuze dualiteit in de intellectuele schemerzone tussen lutheranisme en Joodse haskalah (Hebreeuws voor Verlichting), in de lijn van zijn grootvader, Moses Mendelssohn (1729-1786). Het belangrijkste onderwerp van zijn “Paulus” is een figuur uit het Nieuwe Testament die, hoewel Joods geboren, een vroege leider van het christendom werd, “Die Eerste Walpurgisnacht” beschrijft sympathieke heidense rituelen en stelt christenen in een overtrokken daglicht, en in “Elias” verklankte hij de wijsheid van een oudtestamentische profeet.
Vrijwel geen andere componist van zijn tijd was zo diep geworteld in de Duits-Lutherse koortraditie als Felix Mendelssohn Bartholdy, maar over zijn religie heerst weliswaar onduidelijkheid. Hoewel zijn joodse ouders hem protestants lieten dopen, hij werd op 21 maart 1816, door dominee Johann Jakob Stegemann van de Berlijnse gereformeerde Jeruzalemgemeente, in een huisdoop, protestants gedoopt, werd het accent in de tijd van het Nazisme, op zijn joodse identiteit gelegd, met een verbod op het uitvoeren van zijn composities. Ook na de Tweede Wereldoorlog bleef de vraag naar een eventueel heimelijk jodendom, actueel. Over het jodendom liet Felix zich zelf nauwelijks uit. Tot zijn eerste werkkring in Düsseldorf behoorde daarenboven ook de verantwoordelijkheid voor muziek in rooms-katholieke kerken.
Op 26 mei 1833, had hij de uitvoeringen van het Niederrheinischen Musikfest met zoveel succes gedirigeerd, dat hem meteen de functie van Generalmusikdirektor van de stad Düsseldorf aangeboden werd. De functie hield de muzikale leiding in van zowel de hoofdkerken als van het theater. Deze functies bekleedde hij van 1833 tot 1835. Desondanks voelde hij zich bewust protestant. Daarbij was hij niet de liberale protestant, voor wie verschillen in geloofsbeleving er in het geheel niet toe deden. Integendeel, zijn inspiratiebronnen waren de liederen van Luther en de muziek van de toen nagenoeg vergeten, Johann Sebastian Bach.
Ontdek op deze cd de 2de versie uit 1824 van de “Italiaanse” en de originele versie uit 1829, van de Reformation”. De Symfonie nr. 5 op. 107, bekend als de “Reformatie”, werd gecomponeerd ter ere van de 300ste verjaardag van de presentatie van de Augsburgse Confessi. De bekentenis is een belangrijk document van het lutheranisme en de presentatie ervan aan keizer Karel V in juni 1530 was een gedenkwaardige gebeurtenis van de protestantse reformatie. De zus van Mendelssohn, Fanny Mendelssohn Hensel, koos de naam Reformation Symphony. De Confessio Augustana of Augsburgse Belijdenis werd opgesteld door Philippus Melanchthon en aangeboden aan de keizer op de Rijksdag van Augsburg. Het is de geloofsbelijdenis van de reformatorische beweging. De tekst is geschreven in het Duits en in het Latijn en werd op 25 juni 1530 voorgelezen aan keizer Karel V. Doordat Melanchthon de tekst als zijn tekst beschouwde, durfde hij de tekst later aan te passen. In 1540 publiceerde Melanchthon een herziene versie in het Latijn.
De Symfonie nr. 4 in A, op. 90, algemeen bekend als de “Italiaanse”, vond net als de Schotse 3de symfonie en de ouverture “De Hebriden”, zijn oorsprong tijdens de tournee door Europa die Mendelssohn maakte van 1829 tot 1833. De inspiratie was de kleur en de sfeer van Italië, waar hij schetsen maakte maar het werk onvolledig liet. In een brief aan zijn vader schreef hij, “Dit is Italië! En nu is begonnen wat ik altijd heb gedacht … de hoogste vreugde in het leven. En ik ben er dol op. Vandaag was zo rijk dat ik nu, ’s avonds, mezelf een beetje moet verzamelen, en daarom schrijf ik je om je te bedanken, lieve ouders, dat je me al dit geluk hebt gegeven”. In februari schreef hij vanuit Rome aan zijn zus Fanny, “De Italiaanse symfonie maakt grote vorderingen. Het wordt het vrolijkste stuk dat ik ooit heb gemaakt, vooral het laatste deel. Ik heb nog niets gevonden voor het langzame deel, en ik denk dat ik dat voor Napels zal bewaren”.
Mendelssohn voltooide de symfonie in Berlijn in maart 1833, als reactie op een uitnodiging voor een symfonie van de Londense (nu Royal) Philharmonic Society. Hij dirigeerde de eerste uitvoering zelf in Londen op 13 mei 1833, tijdens een concert van de London Philharmonic Society. De Germania Musical Society of Boston gaf de eerste uitvoering in de Verenigde Staten, op 1 november 1851, onder leiding van Carl Bergmann. Mendelssohn zelf bleef echter ontevreden over de symfonie. Hij voltooide herzieningen van het werk, met name de laatste 3 bewegingen, in juli 1834. Hij heeft de symfonie echter tijdens zijn leven nooit gepubliceerd. De symfonie werd gepubliceerd in 1851, in de originele versie die tijdens de première in mei 1833 werd gegeven.
Alexis Kossenko (°1977) uit Nice, volgde les bij de fluitist, Alain Marion aan het Conservatoire National Supérieur in Parijs, waar hij een eerste prijs behaalde, evenals bij Marten Root aan het Conservatorium van Amsterdam, wat hem een solistendiploma opleverde. Kossenko’s carrière als fluitist omvat regelmatige samenwerkingen met prestigieuze ensembles als La Chambre Philharmonique, Le Concert d’Astrée, Stradivaria, het Ensemble Matheus, het Orchestre Révolutionnaire et Romantique, de Barokksolistene, de Philharmonie der Nationen, het Orchestre de chambre de Paris, het Orchestre d’Auvergne, Anima Eterna, het Orchestre Révolutionnaire et Romantique, de Kölner Akademie, La Grande Écurie et la Chambre du Roy, Concerto Copenhagen, het ensemble Capriccio Stravagante Les Paladins, Le Concert Spirituel, Le Cercle de l’Harmonie en het European Union Baroque Orchestra.
Naast zijn carrière als fluitist is Kossenko ook dirigent. Hij was gastdirigent van de ensembles B’Rock (België), Holland Baroque Society, het European Union Baroque Orchestra, Le Concert d’Astrée (Frankrijk) en Arte dei Suonatori (Polen). In 2010 richtte hij “Les Ambassadeurs” (foto) op, een internationaal ensemble voor de uitvoering van barokmuziek en klassieke muziek op historische instrumenten. Daarna werd hij muziekdirecteur van het Frans orkest, “La Grande Écurie et la Chambre du Roy”.
Mendelssohn Symphonies No. 4 Italian Symphony No. 5 Reformation Les Ambassadeurs, La Grande Écurie, Alexis Kossenko cd Aparte