Ontdek Alfred Desenclos op de cd, “Nuits Blanches”, door Michael Rieber, contrabas en Norbert Goerlich, piano, op het label Es-Dur.

Michael Rieber en Norbert Goerlich kennen elkaar al sinds school en zijn tot op de dag van vandaag goede vrienden. Muzikaal komen ze vaak samen voor kamermuziekprojecten, meestal in een contrabas- en pianoduo, maar ook in grotere formaties met andere muzikale partners. Met de cd, “Nuits Blanches”, brengen Michael Rieber, solocontrabassist van het NDR Elbphilharmonie Orchester, en zijn pianopartner Norbert Goerlich, een aansprekende compilatie van Franse kamermuziekliteratuur.

Gabriel Fauré, César Franck en Maurice Ravel, die allen een vernieuwing van de Franse muziek vertegenwoordigen, vinden hier een plaats, net als Alfred Desenclos (foto), wiens muziek tot nu toe veel minder aandacht heeft gekregen dan die van zijn voorgangers of tijdgenoten. Aan het begin van het programma staat dan ook een expressief werk “Aria et Rondo” voor contrabas en piano (1952) van Alfred Desenclos, trouwens de enige originele compositie voor contrabas en piano op deze cd. Alfred Desenclos werd geboren in Portel (Pas-de-Calais) in 1912, en overleed in Parijs in 1971. Na zijn pianistenopleiding, Grand Prix de Rome 1942, directeur van het conservatorium van Roubaix van 1943 tot 1950, Grand Prix van de stad Parijs in 1954, en vriend van Arthur Honegger, definieerde hij zichzelf als “romantisch”.

Zijn muziek, overwegend melodisch en harmonisch, soms getint met jazzy invloeden, werd grotendeels verdoezeld door het overwicht van de post seriële muziek uit de jaren 1950-1970. Door zijn vele stukken, gecomponeerd voor de wedstrijden van het conservatorium van Parijs, werd hij een educatieve componist genoemd. Zijn oeuvre heeft weliswaar niet minder oprechtheid en diepte die vandaag nog grotendeels te herontdekken is. Alfred Desenclos was overigens de vader van de organist, Frédéric Desenclos.

Alfred Desenclos droeg “Aria et Rondo” op aan ‘Monsieur Delmas Boussagol’ – Alphonse-Joseph Delmas ‘dit Boussagol’, een van de belangrijkste Franse contrabassisten. Hij gaf nl. les aan het Conservatoire de Paris. De twee delen Aria et Rondo creëren twee contrasterende klankwerelden, het Rondo heeft duidelijke jazzy trekken en ontwikkelt aan het eind van het stuk een stuwende en zingende dynamiek, waaraan de luisteraar nauwelijks kan ontsnappen. “Zijn originele werk voor contrabas en piano, Aria et Rondo, is een geweldige ontdekking”, vertelt Rieber enthousiast. “Desenclos staat in de directe traditie van onder meer de Franse componisten die we voor onze cd hebben geselecteerd. Hij verkende het hele klankspectrum van de contrabas, van de hoogste harmonische tonen tot aan de walking bass”.

Gabriel Fauré had op dertigjarige leeftijd bijna niets anders gecomponeerd dan liederen (Mélodies) en een paar korte pianostukken. Er was niets dat deed vermoeden dat hij nog kamermuziek zou componeren die tot dan toe ongeëvenaard was onder zijn collega’s. Hij componeerde weinig orkestmuziek en vond liederen en kamermuziek het ideaal middel om het onuitsprekelijke uit te drukken, de heerlijke dubbelzinnigheid en de prachtig misleidende mirage van het moment. De hier opgenomen Elegie, op. 24 werd gecomponeerd in 1880. Dit werk heeft een trieste en sombere opening en culmineert in een intense melodie die liefdeswanhoop symboliseert. Ze was oorspronkelijk bedoeld als onderdeel van een onafgewerkte cellosonate. Fauré droeg zijn Elegie op aan Jules Loëb, die ze in 1883 in première speelde. Oorspronkelijk geschreven voor cello en piano, werd de Elegie in 1895, door Fauré georkestreerd, op verzoek van dirigent Edward Colonne die deze versie in 1901 voor de eerste keer uitvoerde.

“Après un rêve

Dans un sommeil que charmait ton image

Je rêvais le bonheur, ardent mirage,

Tes yeux étaient plus doux, ta voix pure et sonore,

Tu rayonnais comme un ciel éclairé par l’aurore” (Romain Bussine (1830-1899))

De sonore wereld van Fauré is een wereld van intimiteit en subtiliteit, van het versluierde en onuitgesprokene. Fauré verkende de uitersten van traditionele harmonie en verfijnde polyfonie, terwijl hij in zijn latere muziek een verbazingwekkende synthese van emotie, integriteit van vorm en een ingetogen transcendentie bereikte. Ontdek ook op deze cd één van Fauré’s bekendste Mélodies, ‘Après un rêve’ uit Trois mélodies op.7, op tekst van Romain Bussine, gespeeld op contrabas.

De Franse dichter, bariton, zangdocent en componist, Romain Bussine (1830-1899) (foto),studeerde aan het Parijse conservatorium bij Manuel Patricio Rodríguez García. Hij richtte met Camille Saint-Saëns de ‘Société nationale de musique’ op, op 25 februari 1871, met als doel het bevorderen van de Franse instrumentale muziek. Omdat hij en Saint-Saëns het er niet mee eens waren dat er ook buitenlandse muziek werd gespeeld, verlieten ze de Société nationale in 1886. Hij werd benoemd tot zangdocent aan het conservatorium in Parijs in 1872. Tot zijn leerlingen behoorden de componisten Guillaume Couture en Achille Fortier. Als bariton zong hij in concerten en recitals. Hij zong de rol van de Hogepriester in de Samson et Delila van Saint-Saëns. Gabriel Fauré heeft een van zijn gedichten op muziek gezet: Après un rêve, op. 7 en de Sérénade Toscane.

De composities van César Franck kregen tijdens zijn leven echter weinig aandacht, tot het succes in 1882, van “Le Chasseur maudit”, zijn symfonische verklanking van een dramatische jacht en het gruwelijk lot van een vervloekte jager. Gecomponeerd in oktober 1882, en uitgevoerd op een concert van de Société nationale de musique, in maart van het volgend jaar, behoort dit symfonisch verhaal vandaag tot zijn populairste en meest uitgevoerde werken.

César Franck componeerde zijn Sonate voor viool en piano (1886), als huwelijkscadeau voor de Belgische violist, Eugène Ysaÿe. Met goedkeuring van César Franck, maakte Jules Delsart van de Vioolsonate een versie voor cello. Het is trouwens niet uitgesloten dat het werk eigenlijk oorspronkelijk voor cello was bedoeld. Dit is toch wat Pablo Casals altijd heeft beweerd. De compositie zou al een eind gevorderd zijn, toen Franck besloten zou hebben de sonate om te werken voor viool. Na de voltooiing vroeg de pianiste Marie-Léontine Bordes-Pène hem nl. of hij genegen was het werk aan te bieden aan Ysaÿe en zijn bruid Louise Bourdeau de Courtrai. Franck schreef terug: “Ik wil dat graag doen, ik heb het nog aan niemand anders beloofd en het zou mij een groot genoegen doen als zo’n groot kunstenaar ervoor zou pleiten”. Charles Bordes, de zwager van de pianiste, nam de taak op zich het werk te presenteren als Francks huwelijksgeschenk op de ochtend van de trouwdag op 26 september 1886, in Arlon/Aarlen. Na een snelle oefensessie speelden Ysaÿe en Marie-Léontine Bordes-Pène het stuk voor de gasten. De sonate kende haar eerste publieke uitvoering door dezelfde uitvoerders in december 1886, in het Brusselse Musée Moderne de Peinture, ondergebracht in het Oude Hof (het Paleis van Karel van Lorreinen) nabij het Koningsplein.

In de ban van nooit eerder gehoorde klanken uit het Oosten, nieuwsgierig naar Oost-Europese folklore, de Spaanse cultuur koesterend, gedeeltelijk gekoppeld aan zijn persoonlijke, Baskische afkomst, liet Ravel zich voortdurend inspireren door de meest diverse, muzikale bronnen. En hoe! Ravels “Pièce en forme de Habanera”, gecomponeerd in 1907 voor stem en piano onder de naam “Vocalise-étude”, werd door de componist zelf getranscribeerd voor viool, of elk melodisch instrument en piano. Ontdek het hier, gespeeld op contrabas.

Pavane pour une infante défunte (Pavane voor een overleden (Spaanse) prinses), “une pavane qu’aurait pu danser telle petite princesse, jadis à la cour d’Espagne”, was oorspronkelijk een pianowerk, in 1899 gecomponeerd door de destijds 24-jarige Maurice Ravel. Ravel maakte in 1910 ook een georkestreerde versie. Het stuk werd al gauw bijzonder populair. De enorme populariteit werd voor Ravel zelfs een bron van ergernis omdat hij vond dat hij ná de Pavane veel betere stukken had geschreven, die tóch minder geliefd waren. Later rekende hij dan ook genadeloos met dit werk uit zijn jeugd af.

Hij schreef: “De zwakheden van dit stuk zijn me des te duidelijker: de al te opvallende invloed van Chabrier en de nogal gebrekkige vorm”. Hij ergerde zich ook altijd buitengewoon aan stereotiepe uitvoeringen van zijn Pavane en placht te zeggen dat het de prinses was die was overleden en niet de Pavane. Over de titel werd veel gespeculeerd. Ravel was hier echter zeer openhartig over. Hij had de titel gekozen omdat hij de alliteratie van de “p’s” in Pavane en pour én de “f’s” van Infante en défunte zo mooi had gevonden. Er zijn later talloze bewerkingen van dit muziekstuk verschenen.

Michael Rieber werd in 1967, in Tübingen geboren. Hij voltooide zijn contrabasstudie aan de Muziekuniversiteit van Stuttgart. In 1988 ontving hij een eerste nationale prijs in de wedstrijd “Jugend musiziert” en slechts korte tijd later, op 22-jarige leeftijd, werd hij lid van het SWR Stuttgart Radio Symphony Orchester. Van hieruit verhuisde hij in 1997 naar het Orkest van de Beierse Staatsopera in München als eerste solo-contrabassist en werkt nu, ook als eerste solo-contrabassist, in het NDR Elbphilharmonie Orchester Hamburg. In 2007, werd hij tevens benoemd tot hoogleraar contrabas aan de Universiteit voor Muziek en Theater.

Naast zijn orkestwerk wijdt Michael Rieber zich intensief aan het solospel op de contrabas. Hij is een veelgevraagd solist op dit instrument, dat tot op de dag van vandaag zelden in concertzalen te horen is. Niet alleen met diverse orkesten geeft hij regelmatig concerten, maar ook als kamermuzikant met bekende ensembles als het Auryn Quartet of het Mandelring Quartet en in duo met onder meer pianist Götz Schumacher en harpiste Marina Paccagnella. Zijn uitgebreid repertoire omvat zowel originele literatuur als talrijke, grotendeels zelfgeschreven, transcripties uit de barokperiode naar werken van hedendaagse componisten, wat ook op verschillende cd-opnamen is gedocumenteerd. Michael Rieber bespeelt daarenboven een bijzondere contrabas van de Italiaanse meesterbouwer Pietro Pallotta, uit 1819.

Het talent van de jonge Norbert Goerlich, geboren in 1966 in Reutlingen, werd al vroeg onderkend. Zijn eerste publieke optredens vonden plaats op achtjarige leeftijd en in zijn jeugd was hij succesvol op talrijke solo- en kamermuziekwedstrijden, maar later besloot hij toch een andere weg in te slaan als fulltime carrière. Hij studeerde nl. architectuur in Stuttgart en Arizona en werkt nu als partner bij een gerenommeerd architectenbureau in Stuttgart. Maar, tegelijkertijd was het duidelijk dat pianospelen een belangrijk onderdeel van zijn leven moest blijven. De muziekleraar en koordirigent Helmut vom Hoff was de belangrijkste metgezel voor verdere pianistische opleiding. Norbert Goerlich ontvangt nu talloze verzoeken voor kamermuziek- en pianobegeleiding, wat hem ertoe brengt deel te nemen aan internationaal belangrijke competities zoals de ARD Competition of de German Music Competition en in veel van de grotere concertzalen in Duitsland. Tijdens deze periode nam hij ook deel aan internationale masterclasses bij Naoyuki Taneda en Vitali Margulis. Ook heeft hij een aantal jaren pianoles gegeven aan de Muziekschool van Reutlingen. Tijdens zijn verblijf in het buitenland aan de Arizona State University, voltooide hij een parallelle cursus kamermuziek en werd al snel een veelgevraagd pianobegeleider voor examens en eindconcerten.

Tracklist:

Alfred Desenclos: Aria et Rondo pour Contrebasse et Piano

1       I. Aria

2       II. Rondo

3       Gabriel Fauré: Élégie op. 24 in a-Moll (arr. für Kontrabass und Klavier)

4       Gabriel Fauré: Après un rêve op. 7 Nr.1 (arr. für Kontrabass und Klavier)

César Franck: Sonate A-Dur, CFF 123 (arr. für Kontrabass und Klavier)

5       I. Allegretto ben moderato

6       II. Adagio

7       III. Recitativo-Fantasia. Ben moderato

8       IV. Allegretto poco mosso

9       Maurice Ravel: Pièce en forme de Habanera (arr. für Kontrabass und Klavier)

10     Maurice Ravel: Pavane pour une infante défunte (arr. für Kontrabass und Klavier)

Nuits Blanches Michael Rieber Norbert Goerlich desenclos Fauré Franck Ravel Double Bass and Piano cd Es-Dur ES 2092