Alfred C. Bronswijk, “Het kruis, Biografie van een symbool”, een bijzondere uitgave van Kokboekencentrum.

In “Het kruis” neemt theoloog en publicist Alfred C. Bronswijk u mee op reis naar de oorsprong van het symbool van het kruis. Het kruis staat nu bekend als het centraal symbool in het christendom, maar dat is niet altijd zo geweest. Dit uitzonderlijk interessant boek vertelt over de bewogen geschiedenis van het kruis op een ontdekkende manier. Niet alleen over de vele verschijningen in de kunst en de samenleving, maar ook over de theologische gedachten achter al die verschillende uitingen. Het kruis dook echter niet alleen op in een religieuze context, er waren ook politieke bedoelingen en vaak werd het kruis als symbool misbruikt. Daarom gaat dit boek ook over godsdienstoorlogen en kolonisatie.

Kruisigingen en kruisbeelden zijn al vóór het tijdperk van het heidense Romeinse Rijk in de kunst en de populaire cultuur verschenen. De kruisiging van Jezus is sinds de 4e eeuw na Christus in een breed scala aan religieuze kunst afgebeeld, vaak inclusief de verschijning van treurige toeschouwers zoals de Maagd Maria, Pontius Pilatus en engelen, evenals antisemitische afbeeldingen waarin joden worden afgeschilderd als verantwoordelijk voor de dood van Christus. In modernere tijden is kruisiging zowel in film en televisie als in de beeldende kunst verschenen, en zijn er afbeeldingen van andere historische kruisigingen verschenen, evenals de kruisiging van Christus. De moderne kunst en cultuur hebben ook de opkomst gezien van beelden van kruisiging die worden gebruikt om uitspraken te doen die geen verband houden met de christelijke iconografie.

Na de gotische periode ontwikkelden zich meer uitgebreide, verhalende afbeeldingen, waaronder veel extra figuren van Maria Magdalena, discipelen, vooral de drie Maria’s achter de Maagd Maria, soldaten (vaak inclusief een officier op een paard) en engelen in de lucht. Vaak wordt het moment getoond waarop Longinus, de hoofdman, Christus doorboort met zijn speer (de ‘Heilige Lans’), en het bloed en water dat uit de zijde van Christus spuit, wordt vaak opgevangen in een kelk die door een engel wordt vastgehouden.

“In zeven hoofdstukken”, schrijft Bronswijk, “neem ik u mee langs sleutelmomenten van de kruissymboliek, vanaf de jeugd van het christendom tot nu. Noem het een pelgrimstocht door de wereld van het oog en die van de geest, de kunstgeschiedenis en de theologie. Onderweg informeer ik u over het hoe en waarom van de artistieke vormen, over highlights van de religieuze kunst en over twintig eeuwen christelijke beeldtheologie. En hoe ze steeds veranderen. Dat u daarbij aanloopt tegen intrigerende en misschien wel discutabele opvattingen”, zo vervolgt hij, “is onvermijdelijk voor wie de symboliek van het kruis bestudeert. Want als aan de hand van de biografie van het visuele kruissymbool iets zichtbaar wordt, is het wel dit: het intense godsverlangen, het visioen van de ware mens en de droom van het paradijs”.

Gerelateerde scènes zoals de afzetting van Christus , de graflegging van Christus en het nagelen van Christus aan het kruis ontwikkelden zich. In de late middeleeuwen werden steeds intensere en realistischere voorstellingen van lijden getoond, gecombineerd met steeds meer groteske en kwaadaardige afbeeldingen van Pontius Pilatus en de zogenaamd moordzuchtige joden, die de ontwikkeling van zeer emotionele en achtenswaardige onderwerpen en devotionele stromingen zoals de Duitse mystiek weerspiegelden. Sommige, zoals de Troon van Barmhartigheid, Man van Smarten en Pietà, hadden betrekking op de kruisiging. Na rustigere afbeeldingen tijdens de Italiaanse Renaissance, hoewel niet in het noordelijk equivalent ervan dat werken als het Isenheim-altaarstuk voortbracht, was er een terugkeer naar intens emotionaliteit in de barok, zoals in Peter Paul Rubens’ Oprichting van het kruis.

Na het dode lichaam van Christus tevergeefs te hebben gezocht in de oude kerken, dook het prominent op in het Avondland. In het 2de millennium maakte het paradijs plaats voor de kruisiging, en het crucifix met de gekwelde of dode Jezus werd voortaan het visueel symbool van een nieuw tijdperk met een somber, negatief mensbeeld en een gewijzigd verlossingsconcept. Sindsdien verspreidden afbeeldingen van het lijden en de crucifixen zich in steeds grotere aantallen. Ze kenmerkten een nieuw type forensisch, juridisch christendom. De dood en het kruis, ook in zichtbaar artistieke vormen, kregen voor de gelovigen een scharnierfunctie in het proces van hun verlossing en het pad naar de eeuwigheid. Intellectueel en visueel kleurde en kleurt deze functie nog steeds de West-Europese geloofsgeschiedenis.

“In deze biografie van het kruis belicht ik voor u beide visies”, schrijft de auteur. “Niet alleen de beelden van het paradijs en de optimistische oudchristelijke verlossingsleer komen voor het voetlicht. Uiteraard ook de latere beeldontwikkeling van de pessimistische losgeld-theologie van het Avondland wordt behandeld. Als vertrekpunt heb ik niet primair gekozen voor theologische theorieën of geleerde verhandelingen, maar in de eerste plaats voor wat de beeldende kunst ons laat zien en wat de christenen hebben verborgen in hun visuele symboliek”.

“De biografie van het kruis bestaat uit zeven hoofdstukken. De thematiek is daarin min of meer chronologisch geordend. Voorname ankerpunten in de beeldgeschiedenis van het kruis zijn: het vroegste christendom, de era van het paradijs en de iconenkunst die in 787 werd gestandaardiseerd, de westerse kerk en kunst van de middeleeuwen, de Reformatie en de Contrareformatie van de 16e eeuw, en ten slotte de beeldende kunst van de modernen.

“Hoofdstuk I, zo lezen we, “bevat een schets van het vóórchristelijke kruis als universeel symbool. In Hoofdstuk II komt de brute Romeinse werkelijkheid van de kruisiging van Jezus aan bod, evenals de gevolgen voor de christelijke geloofstraditie. In Hoofdstuk III laten we zien hoe, in tegenspraak met wat veelal gangbaar is, in de eerste drie eeuwen binnen de christelijke geloofsgemeenschap toch kruissymbolen functioneerden – zij het in verhulde vorm. Hoofdstuk IV concentreert zich op het Constantijnse tijdperk van na 312. En op de opbloei van de publieke kruisverering na de vondst van het Ware Kruis door keizerin Helena. De omslag van de paradijstheologie naar de middeleeuwse uitvergroting van het bloedige lijden is het thema van Hoofdstuk V.

De protestantse Reformatie en de katholieke Contrareformatie in de 16e eeuw sluiten de middeleeuwen af. Wat dat betekende voor de rooms-katholieke kruisdevotie en vervolgens voor de seculiere en moderne kunst is het onderwerp van Hoofdstuk VI. Hoe het kruis het voorwerp kan zijn van weerstand en tegenspraak, o.a. voor joden en moslims, bespreekt het slotdeel van onze biografie, Hoofdstuk VII”. Een prachtboek over kunst, traditie, symboliek  en geschiedenis. Zeker lezen!

Drs. Alfred C. Bronswijk is theoloog en publicist en was werkzaam als buitenland-pastor, in het radio-pastoraat, het onderwijs en de kerken. Naast pastorale boeken schreef hij geloofspoëzie, tal van liederen, eigentijdse gebeden en een boek over Bijbelse feestteksten.

Alfred C. Bronswijk Het kruis Biografie van een symbool 255 bladz. geïllustreerd uitg. Kokboekencentrum ISBN 9789043539210