“Boismortier, Les Quatre Saisons” door Sarah Charles, Enguerrand de Hys, Marc Mauillon, Lili Aymonino en het Orchestre de l’Opéra Royal o.l.v. Chloé de Guillebon, op het label Château de Versailles Spectacles. Subliem!

 

Hoewel niet bekend is aan welke mysterieuze figuren ze zijn opgedragen, resoneren de cantates Les Quatre Saisons van Joseph de Boismortier, gepubliceerd in 1724, de pracht van hoffeesten en de welsprekendheid van de salons de conversation.

Joseph Bodin de Boismortier (1689-1755), een Franse barokcomponist van instrumentale muziek, cantates, operaballetten en vocale muziek, was een van de eerste componisten die geen mecenassen had. Nadat hij in 1724 een koninklijke licentie had verkregen voor het graveren van muziek, verdiende hij nl. enorme sommen geld door zijn muziek uit te geven voor verkoop aan het publiek.

In Parijs brak aan het einde van de barok, met de opkomende bourgeoisie, na het overlijden van koning Louis XIV in 1715, een nieuw tijdperk aan voor componisten. Joseph Bodin de Boismortier (foto) was op het juiste moment op de juiste plaats en wist met zijn vlotte pen aan de groeiende vraag te voldoen. “Bienheureux Boismortier, dont la fertile plume peut tous les mois, sans peine, enfanter un volume”. Joseph Bodin de Boismortier (foto) leefde en werkte o.a. in Metz, Perpignan en Parijs.

Hij componeerde een enorme hoeveelheid makkelijk te spelen kamermuziek, die hij zelf publiceerde. Boismortier was nl. de eerste componist zonder beschermheer en gaf als uitgever zijn eigen composities uit. De familie Boismortier verhuisde van Thionville (in Moselle) naar Metz waar hij les kreeg van Joseph Valette de Montigny, een bekende componist van motetten. De familie Boismortier volgde Montigny en ze verhuisden naar Perpignan in 1713, waar Boismortier werk vond bij de Koninklijke Tabakscontrole. Boismortier trouwde met Marie Valette, de dochter van een rijke goudsmid en familie van zijn leraar Montigny. In 1724 verhuisden Boismortier en zijn vrouw naar Parijs waar hij zijn wonderbaarlijke carrière begon. Zijn eerste werken verschenen dat jaar in Parijs. Boismortier (foto) was de eerste Franse componist die de Italiaanse concerto-vorm gebruikte.

Hij componeerde in 1729 ook het eerste, Frans soloconcerto voor verschillende muziekinstrumenten (de cello, viool en bas). Veel van zijn muziek is voor de fluit, waar hij ook een boek met speeltechnieken voor schreef (hedendaags verloren gegaan). Een van zijn vooraanstaande stukken, Deuxieme Serenade ou Simphonie, wordt nog vaak gespeeld. De violist en componist Jean-Marie Leclair (1697-1764) verrijkte zowel solo- als triogenres met charme, maar desondanks met minder diepzinnigheid. Boismortier en de componist Rameau leefden tijdens de Rococo-periode van Louis XV, maar hielden beiden vast aan de Franse traditie van schoonheid en geraffineerdheid. Tegen 1736 was Joseph Bodin de Boismortier in Parijse muzikale kringen bekend geworden vanwege zijn vermakelijke instrumentale en vocale muziek.

Het libretto, geschreven door een anonieme maar ongetwijfeld romantische hand, ontvouwt zijn poëzie door de seizoenen heen, en de componist lijkt ervan te hebben genoten om al zijn subtiliteiten in zijn muziek te herscheppen. Voor haar eerste opname als dirigent omringde Chloé de Guillebon zich met jong talent, begeleid door de bekwame muzikanten van het Orchestre de l’Opéra Royal de Versailles.

Chloé de Guillebon won op twintigjarige leeftijd de eerste prijs op het internationale concours van Pesaro en won in 2020 de eerste prijs op het internationale concours Lauxmin in Vilnius. Ze wordt als soliste uitgenodigd in heel Europa. Ze trad op op festivals in Zweden, Frankrijk, Letland, Litouwen, Italië, Duitsland en Zwitserland. Chloé is een gewaardeerd continuospeler en speelt met veel ensembles, waaronder het Orchestre de l’Opéra Royal de Versailles, dat ze af en toe dirigeert. Met het ensemble Mozaïque, waarvan ze een van de oprichters is, won ze in 2020 de Rheinsberg Hofkapelle-prijs en in 2021 de eerste prijs op het Göttinger Händel-concours. In 2020 richtte ze Le Concert de la Reine op, een barokmuziekensemble dat zich specialiseert in vocale muziek met viols da gamba.

Chloé de Guillebon begon met het bespelen van het klavecimbel bij Noëlle Spieth en Frederic Michel en vervolgde haar studie bij Marieke Spanns, Christine Schornsheim, Jörg-Andreas Bötticher aan de Schola Cantorum in Bazel en Béatrice Martin. Winnares van de Stichting Royaumont van 2014 tot 2020, winnaar van de Prijs voor Jong Talent in 2021, is met haar ensemble in residentie in Saint-Pierre de Montmartre. De solisten zijn Sarah Charles (sopraan), Enguerrand de Hys (tenor), Marc Mauillon (baritenor) en Lili Aymonino (soloist)

Boismortier Les Quatre Saisons Sarah Charles Enguerrand de Hys Marc Mauillon Lili Aymonino Orchestre de l’Opéra Royal Chloé de Guillebon  cd Château de Versailles Spectacles CVS144