Vierhonderd jaar lang was het Romeinse Rijk de enige entiteit die heerste over West-Europa. Maar doorheen de vijfde eeuw van onze tijdsrekening verdween dat Imperium in Gallië en de Lage Landen. In de plaats daarvan kwamen tal van nieuwe vorstendommen. Onder hen bevonden zich diverse Frankische krijgsheren die voor het Romeinse Rijk al enkele eeuwen fungeerden als boemannen, barbaren, maar ook als bondgenoten.
Tegen het einde van de Romeinse overheersing maakten Frankische krijgsheren zich bv. meester van het zuidelijk deel van het huidige België. De eerste drie eeuwen zwaaiden koningen van het Merovingische huis de scepter. Geleidelijk breidden zij hun invloed uit over een aanzienlijk gedeelte van de Nederlanden. In de 8ste eeuw werd hun macht overgenomen door koningen van de Karolingische dynastie. Die lijfden wat er nog over was van onze streken in bij het machtig Frankisch imperium dat langzaam het grootste deel van West-Europa omvatte.
Koningen als Childerik, Chlodovech, Dagobert en hun verwanten behoorden tot de dynastie van de Merovingische koningen die tot het midden van de 8ste eeuw over het Frankische Rijk heersten. Deze heersers werden opgevolgd door leden van het Karolingisch koningshuis, waartoe Karel de Grote en Lodewijk de Vrome behoorden. Al deze Merovingische en Karolingische vorsten heersten over het Frankische Rijk als Frankische koningen. Clovis (ca. 465-511) was de eerste koning der Franken die alle Frankische stammen verenigde onder één heerser. Hij was ook de eerste katholieke koning die heerste over Gallië (Frankrijk). Na zijn dood werd het Frankische Rijk verdeeld onder zijn mannelijke nakomelingen Theuderik I (Reims), Childebert I (Parijs), Chlodomer (Orléans) en Chlotarius I (Soissons).
Het Frankische Rijk groeide tussen de 3de– en de 10de eeuw uit tot een grootmacht. Na de val van het Romeinse rijk ontstonden in West-Europa diverse nieuwe staten onder beheer van invallende Germaanse groepen. Deze waren minder barbaars dan gedacht, want zij slaagden erin een efficiënte bestuurlijke structuur op te zetten. De christelijke kerk was inmiddels voldoende georganiseerd om daarin een ondersteunende rol te vervullen. Merovingische en Karolingische koningen konden hun territoria uitbreiden en verspelen door allerlei familiale twisten en oorlogen. De kerk vormde daarin een verlengstuk van de politiek. De missionering door Engelse en Ierse monniken, waaronder Bonifatius, was vooral een machtsinstrument van de Frankische heersers. De politieke bemoeienis met de kerk leidde echter ook tot verzaking en corruptie. Karel de Grote wist dit proces te keren, met als paradoxaal hoogtepunt zijn kroning tot keizer door de paus.
In “De wereld van Clovis” verhaalt Jeroen Wijnendaele hun moeizame ontstaansgeschiedenis. Hij neemt u mee in het kielzog van Frankische krijgers, Romeinse schrijvers en Gallische heiligen en u verneemt hoe een obscure jongeman genaamd Clovis, er in slaagde om op amper één generatie tijd met bloed en staal, een nieuw domein te verwerven van de Noordzee tot de Pyreneeën. Daarmee creëerde de Frankische vorst als eerste een duurzame politieke ruimte, los van de mediterrane wereld die altijd al het referentiepunt was geweest in de klassieke oudheid. Wijnendaele doorprikt mythes die doorleven tot vandaag zoals ‘de grote volksverhuizingen’ of Clovis’ status als eerste katholieke koning van Frankrijk. Veel doorslaggevender is dat we met Clovis het geboorteproces zien van het Westen en van de middeleeuwen.
Jeroen W.P. Wijnendaele (1984) is historicus aan de Universiteit van Bonn en verbonden aan het Ghent Centre for Late Antiquity (UGent). Hij is gespecialiseerd in de geschiedenis van het Laat-Romeinse Rijk, waarover hij menig internationale publicatie schreef. Voor het grote publiek schreef hij eerder Romeinen en barbaren (2013).
Jeroen W.P. Wijnendaele De wereld van Clovis, de val van Rome en de geboorte van het Westen 287 bladz. geïllustreerd uitg. Ertsberg EAN 9789464984064