Johann Sebastian Bach, Die Oratorien, Weihnachtsoratorium o.l.v. Hans-Christoph Rademann, en Osteroratorium en Himmelfahrtsoratorium o.l.v. Frieder Bernius, 3 meesterwerken op het label Carus. Magistraal!

Het Paasoratorium van Bach wordt, net als het Hemelvaartoratorium, onterecht overschaduwd door de populariteit van het Kerstoratorium. Net als het Kerstoratorium, waren ook die twee oratoria, gedeeltelijk ontleend aan vroegere gelegenheidscomposities.Het Weihnachtsoratorium werd oorspronkelijk gecomponeerd voor de kerstperiode van 1734-1735. In dit werk zijn de parodie elementen overal terug te vinden. Zo zijn bv. de beroemde paukenslagen aan het begin van het koor, “Jauchzet, frohlocket”, afgeleid van de cantate “Tonet, ihr Pauken! Erschallet, Trompeten” BWV 214. De eerste vier delen van het oratorium zijn vooral gebaseerd op drie wereldlijke cantaten, het vijfde deel is vrijwel helemaal origineel, en het zesde deel is op een verloren gegane kerkcantate gebaseerd. Door het gebruik van Bijbelse passages en van een Evangelist-verteller, sloot Bachs Kerstoratorium aan bij de traditionele Lutherse historia en de passie-oratoria. Bach componeerde zijn Weihnachtsoratorium nl. naar het voorbeeld van de “Weihnachtshistorien” van Sebastian Knüpfer (“Von Himmel hoch da komm ich her”) en Johann Schelle (“Actus musicus auf Weyh-Nachten”). Een belangrijke voorloper van de “Weihnachtshistorien” van Knüpfer en Schelle was de “Historie der Geburt Christi” (SWV 435) van Heinrich Schütz uit 1664. Ook tijdgenoten van Bach componeerden Kerstoratoria, zoals Johann Heinrich Rolle (“Oratorium auf die Geburt unsers Heilandes Jesu Christi”) en Carl Heinrich Graun (“Oratorium in Festum Nativitatis Christi”).De zes delen waaruit het oratorium bestaat, bestemd voor de zes feestdagen tussen Kerst en Driekoningen, vervingen de cantaten die anders uitgevoerd werden. Onder de artistieke leiding van Hans-Christoph Rademann (foto), voeren koor en ensemble van de Gaechinger Cantorey en een uitstekend solistenkwintet, Bachs beroemdste oratorium uit. Als bonustrack is ook de originele versie van het 1ste koor te ontdekken, uitgevoerd door hetzelfde ensemble.Lobet Gott in seinen Reichen (BWV 11) (Oratorium auf Himmelfahrts – In Festo Ascensionis) werd op Hemelvaartsdag 19 mei 1735, voor het eerst uitgevoerd. Het werk met slechts 2 aria’s, “Ach, bleibe doch, mein liebster Leben” (alt) en “Jesu, deine Gnadenblicke” (sopraan), heeft in zijn 6 recitatieven, een doorlopende verhaallijn. Het gebruik van Bijbelse passages, gezongen door een Evangelist, verbond ook dit werk, net als het Weihnachtsoratorium, aan de lutherse traditie van de Historia. Naast Bijbelteksten, koos Bach de hymnen “Du Lebensfürst, Herr Jesu Christ” uit 1641, van Johann Rist, en “Gott fähret auf gen Himmel” uit 1697, van Gottfried Wilhem Sacer, werkzaam aan het hof in Wolfenbüttel. Rist en Sacer waren onder de namen, Palatin en Hierophilo, beiden lid van het in Wedel (Schleswig-Holstein) opgericht Sprachgesellschaft, “Elbschwanenorden”. Bachs Hemelvaartoratorium met zijn feestelijke structuur en instrumentatie, weerspiegelde de triomfantelijke vreugde van de hemelvaart van Christus, vooral in het openings- en slotkoor, “Lobet Gott in seinen Reichen” en “Wann soll es doch geschehen”.Kommt eilet und laufet, ihr flüchtigen Füße BWV 249, Bachs Paasoratorium, bevat daarentegen geen rol of partij voor de evangelist en geen koralen. In dit oratorium zijn er wel 4 personages, Maria Jacobi (Maria van Klopas) (sopraan), Maria Magdalena (alt), Petrus (tenor) en Johannes (bas). De tekst is waarschijnlijk van Picander (Christian Friedrich Henrici). Na de twee instrumentale inleidingen, spoeden Petrus en Johannes zich naar het graf van Christus, waar de beide Maria’s al aanwezig zijn. Zij hebben moeten vaststellen dat hun plan om Christus’ lichaam te zalven, niet meer mogelijk was en dat in plaats van de kruiden, nog slechts de laurierkrans restte (“Seele, deine Spezereien”). Petrus en Johannes horen van Maria Magdalena dat een engel hen de verkondiging van de Opstanding heeft gebracht, “Hier ist die Gruft”. Petrus vindt de zweetdoek van Christus en leidt hieruit af dat ook zijn eigen dood slechts een sluimering zal zijn, omdat hij met die zweetdoek het bewijs in handen heeft van de Opstanding van Christus, “Sanfte soll mein Todeskummer”. Ook de twee vrouwen willen Christus weer zien, want zonder hem voelen ze zich verweesd en bedroefd, “Indessen seufzen wir”. Johannes roept op tot vreugde over Christus’ Opstanding, waarna ze gezamenlijk een danklied zingen, “Preis und Dank”.Het oratorium, dat als Paasverhaal scenisch werd opgevoerd, was een bewerking van de pastorale cantate (“Schäferkantate”), “Entfliehet, verschwindet, entweichet, ihr Sorgen” BWV 249a, die Bach in 1725, voor de 43ste verjaardag van Hertog Christian von Saksen-Weissenfels (foto), componeerde. Voor de 31ste verjaardag in 1713, van Hertog Christian, had Bach trouwens reeds de cantate “Was mir behagt, ist nur die muntre Jagd”, vermoedelijk in opdracht van hertog Willem Ernst van Saksen-Weimar (foto), gecomponeerd. Ter gelegenheid van de 52ste verjaardag van deze Wilhem Ernst, had Bach in 1714, daarenboven de aria “Alles mit Gott und nichts ohn’ ihn”, gecomponeerd. Toen de hertog, Bach echter passeerde bij de benoeming van een nieuwe Hofkapellmeister, diende Bach bij Willem Ernst zijn ontslag in. Willem Ernst liet Bach daarop vier weken gevangenzetten, voor hij hem ontsloeg, waarna Bach naar Anhalt-Köthen vertrok. De twee eerste instrumentale bewegingen, Sinfonia en Adagio, van het Paasoratorium, werden mogelijks ontleend aan een concerto grosso uit Bachs periode (van 1717 tot 1723), aan het hof van Leopold van Anhalt-Köthen. Bach had blijkbaar bijzonder veel waardering voor het Paasoratorium en voerde het meerdere keren uit, getuige kleine wijzigingen in de compositie. Met deze opname van het allerhoogste niveau, door het Kammerchor Stuttgart, het Stuttgart Baroque Orchester en uitstekende solisten onder leiding van Frieder Bernius (foto), is het duidelijk dat beide werken meesterlijke composities zijn die muzikaal niet op de achtergrond hoeven te blijven t.o.v. het Kerstoratorium. De alweer schitterende, vocale solisten zijn Regula Mühlemann, Anna Lucia Richter, Wiebke Lehmkuhl, Sebastian Kohlhepp, Michael Nagy, Joanne Lunn, Elisabeth Jansson, Jan Kobow, Gotthold Schwarz en David Allsopp. Niet te missen!Johann Sebastian Bach Die Oratorien Weihnachtsoratorium Gaechinger Cantorey, Hans-Christoph Rademann Osteroratorium Himmelfahrtsoratorium Kammerchor Stuttgart Frieder Bernius 3 cd Carus CAR83047

https://www.stretto.be/2018/12/06/govert-jan-bach-over-bachs-weihnachtsoratorium-en-magnificat-een-schitterend-boek-4-cds-uitgegeven-door-rubinstein/