CHASA MENGELBERG: DE ‘DOCHTER’ VAN MENGELBERG

“Chasa Mengelberg” is een dvd-documentaire over de chalet die de beroemde dirigent Willem Mengelberg bezat in Zwitserland. In 2010 is Chasa Mengelberg door de Willem Mengelberg Stiftung verkocht en in particuliere handen overgegaan. 

“Chasa Mengelberg” is een dvd-documentaire over de chalet die de beroemde dirigent Willem Mengelberg bezat in Zwitserland. In 2010 is Chasa Mengelberg door de Willem Mengelberg Stiftung verkocht en in particuliere handen overgegaan. In opdracht van de Willem Mengelberg Stiftung werd een dvd gemaakt met beelden van de Chasa, de omgeving en de zelf ontworpen kapel. De documentaire over het huis wordt afgewisseld met historische foto’s en korte historische filmfragmenten. Heel, heel bijzonder.

De dvd steekt in een door ontwerper Louis Gauthier ontworpen  boekje van Frits Zwart, een  project van de Mengelberg Stiftung, het Nederlands Muziek Instituut en Gauthier Productions. Als achtergrondmuziek hoort u fragmenten uit Beethovens Pastorale, Mahlers vierde, de Marche Hongroise uit La Damnation de Faust van Berlioz en het beeldschoon langzaam deel uit Chopins tweede pianoconcerto met Theo van der Pas (1902-1986) als solist. Uiteraard, alles o.l.v. Mengelberg.

De Chasa Mengelberg is een chalet dat de legendarische, Nederlandse dirigent Willem Mengelberg (1871-1951), begin 20e eeuw liet bouwen in het fabelachtig bergdal Unterengadin in het kanton Graubünden in Zwitserland. Mengelberg verbleef er  tijdens de vakanties en ontving er gasten. De Chasa met de bijbehorende kapel, boerderij en personeelsverblijf vormen  samen het gehucht Zuort.

In de zomer van 1910 verbleef  Mengelberg in Zwitserland om te kuren. In dat  jaar bracht hij zijn vakantie door in Val Sinestra, een kuuroord in hetzelfde dal, niet ver van Sent. Tijdens een wandeling in de omgeving kwam Mengelberg terecht in het op 1711 meter  liggend Zuort. Er stond maar één huis, de boerderij Hof Zuort. Mengelberg was van het gebied rond Val Sinestra en Zuort erg onder de indruk en kocht er een stuk land.  In 1911 werd met de bouw van zijn zelf ontworpen Chasa begonnen. Pas in 1922 kwam de Chasa gereed.

In de zomermaanden ontving hij er Richard Strauss, Pierre Monteux, Fritz Kreisler, Frederick Steinway (een zoon van de pianobouwer Steinway) en de zangeressen Ilona Durigo en Aaltje Noordewier-Reddingius. Ook de Minister van Buitenlandse Zaken Herman van Karnebeek en kamerheer W.F. Röell brachten  een bezoek aan de Chasa, net als prins Hendrik, de gemaal van Koningin Wilhelmina.

Willem Mengelberg overleed hier op 21 maart 1951, een week voor zijn 80ste verjaardag. Kort daarop zou een eind gekomen zijn aan het dirigeerverbod dat hem na de zuivering was opgelegd.

Zijn houding ten aanzien van de ontwikkeling in Duitsland na de machtsovername door Hitler,  stuitte al vóór de oorlog op felle kritiek. Maar vooral het feit dat hij tijdens de oorlogsjaren met het orkest, menigmaal ten overstaan van Nazi-kopstukken, bleef musiceren, wekte intense verontwaardiging en deed hem na de bevrijding in ongenade vallen. De Centrale Ereraad legde hem uiteindelijk een dirigeerverbod op van zes jaar, dat zou eindigen in juli 1951 maar op 22 maart van datzelfde jaar stierf Mengelberg, zonder ooit weer een orkest te hebben gedirigeerd.

De kinderloze Mengelberg zei altijd: “Het orkest is mijn zoon, de Chasa is mijn dochter.’

De autoritaire dirigent was hier op zijn beminnelijkst. Men schikte zich vanzelfsprekend in Mengelbergs dagindeling van vroeg opstaan (tussen zes en zeven) en vroeg naar bed (tussen negen en tien).

Onder een hoorn – fortissimo te gebruiken bij brandalarm – hangt in de slaapkamers nog altijd de Hausordnung: ‘Vor allem: Ruhe! Stille!!’ En: ‘Wer sich an obige Regeln nicht halten will, wird hinaus komplimentiert.’

Het ontwerp van huis en decoratie waren van Mengelberg zelf die daarmee in de voetsporen trad van zijn vader die beeldhouwer en schilder was van kerkelijke kunst. Broer Hans Mengelberg (1885-1945) was  beeldhouwer, glazenier en ontwerper. Zijn andere broer Otto  Mengelberg (1867-1924) was eveneens glazenier en beeldhouwer. Ook hij werd aanvankelijk opgeleid als beeldhouwer in zijn vaders atelier.

Een eindje achter de Chasa bouwde Mengelberg in 1920  een houten kapel, uit dankbaarheid dat Nederland en Zwitserland buiten de Eerste Wereldoorlog waren gebleven. Mengelberg richtte de kapel in met  kunst en antiek. De kapel lijkt vooral een hulde  aan zijn vader, die een jaar tevoren was overleden, en als kerkinrichter bekend stond om zijn  overdadige stijl. Inmiddels zijn de grootste kostbaarheden opgeborgen in een kluis in Luzern, maar in de kapel is nog genoeg te bewonderen. Boven het altaar hangt een groot Italiaans schilderij van omstreeks 1500. Op het dak staat een carillon met zestien klokken, dat Mengelberg zelf graag  bespeelde.

“Het carillon”

“Ik zag de mensen in de straten,

hun armoe en hun grauw gezicht, –

toen streek er over de gelaten

een luisteren, een vleug van licht.

Want boven in de klokketoren

na ’t donker-bronzen urenslaan

ving, over heel de stad te horen,

de beiaardier te spelen aan.

Valerius : – een statig zingen

waarin de zware klok bewoog,

doorstrooid van lichter sprankelingen,

‘Wij slaan het oog tot U omhoog.’

En één tussen de naamloos velen,

gedrongen aan de huizenkant

stond ik te luistr’ren naar dit spelen

dat zong van mijn geschonden land.  

Dit sprakeloze samenkomen

en Hollands licht over de stad –

Nooit heb ik wat ons werd ontnomen

zo bitter, bitter liefgehad.”

Ida Gerhardt (1905-1997), Oorlogsjaar 1941

Frits Zwart die tekende voor de tekst, kennen we van zijn bijdrage aan “Willem Mengelberg dirigent conductor”, de catalogus  bij de tentoonstelling in het Haags Gemeente Museum  in 1995, en van zijn boek “Willem Mengelberg, een biografie 1871-1920”, Prometheus, Amsterdam, 1999.