“Nietzsche Piano music” door Jeroen van Veen op het label Brilliant Classics.

Wist u dat de filosoof Friedrich Nietzsche ook componeerde? Friedrich Nietzsche (1844-1900) leerde thuis in wat hij het “Naumburger Frauenhaushalt“ noemde, als kind pianospelen, en dompelde zich onder in de wereld van Beethoven en Schumann. Hij studeerde muziek met eenzelfde toewijding als waarmee hij later filologie en filosofie zou studeren.

In 1858 noteerde de toen 14-jarige Nietzsche in zijn essay “Über Musik”, “Gott hat uns die Musik gegeben, damit wir erstens, durch sie nach oben geleitet werden. Die Musik vereint alle Eigenschaften in sich, sie kann erheben, sie kann tändeln, sie kann uns aufheitern, ja sie vermag mit ihren sanften, wehmütigen Tönen das roheste Gemüt zu brechen. Aber ihre Hauptbestimmung ist, daß sie unsre Gedanken auf Höheres leitet, daß sie uns erhebt, sogar erschüttert. … Auch gewährt die Musik eine angenehme Unterhaltung und bewahrt jeden, der sich dafür interessiert, vor Langeweile. Man muß alle Menschen, die sie verachten, als geistlose, den Tieren ähnliche Geschöpfe betrachten. Immer sei diese herrlichste Gabe Gottes meine Begleiterin auf meinem Lebenswege und ich kann mich glücklich preisen, sie liebgewonnen zu haben. Ewig Dank sei Gott von uns gesungen, der diesen schönen Genuß uns darbietet!”Gedurende zijn tienerjaren componeerde Nietzsche reeds fuga’s, sonaten en fantasieën, maar ook ambitieuzere werken, zoals een Mis, een Miserere en zelfs een Kerstoratorium. Dit laatste zou men niet verwachten van iemand die later de uitspraak zou doen, “God is dood, Wij hebben hem gedood”. “Gott ist tot” komt voor in zijn “Die fröhliche Wissenschaft” uit 1882 (“Wir haben ihn getötet – ihr und ich! Wir alle sind seine Mörder!”) en in “Also sprach Zarathustra, Ein Buch für Alle und Keinen” uit 1885.Voor Nietzsche was muziek, “die herrlichste Gabe Gottes”. Muziek was voor Nietzsche in de eerste plaats een manier om gedachten en gevoelens uit te drukken die niet in woorden gevat konden worden. “Zonder muziek zou het leven een vergissing zijn”, schreef Nietzsche in 1889 in zijn “Götzen-Dämmerung oder Wie man mit dem Hammer philosophiert”. “Er is nooit een filosoof geweest die in essentie een zo groot musicus was als ik”, stelde Nietzsche. Hij was wellicht de muzikaal begaafdste onder de grote filosofen. Nietzsche was een selfmade pianist en componist van hoofdzakelijk kleine pianowerken, werken voor piano vierhandig (bv. “Nachklang einer Sylvesternacht, mit Prozessionslied, Bauerntanz und Glokkengeläute” uit 1871), en liederen. Hoewel Nietzsche een tijd lang in nauw contact was met Richard Wagner, werden zijn composities nooit door Wagners muziek beïnvloed. Nietzsche’s muziek was Duits romantisch, onschuldig en intuïtief. Maar componeren was voor Nietzsche soms ook een middel om te experimenteren, zoals in “Das Fragment an sich”, een miniatuurcompositie die men een onbepaald aantal keer kan herhalen. Maar, zelfs in dit pre-minimalistisch stuk leek Nietzsche zich vooral op de emoties te concentreren. Nietzsche noteerde boven  de herhalingen “con Maliconia”, melancholisch, dus.
Door zijn ervaring met het uitvoeren en opnemen, overigens ook voor “Brilliant Classics”, van minimalistische muziek, is Jeroen van Veen hier trouwens de geschikte pianist om deze compositie uit te voeren.In 1874 componeerde Nietzsche de “Hymne an die Freundschaft” (“Festzug der Freunde zum Tempel der Freundschaft”). Deze substantiële, 20 minuten durende pianocompositie, was in wezen zijn laatste compositie, maar Nietzsche bewerkte het in 1882 tot het “Gebet an das Leben” op tekst van Lou Andreas-Salomé. Die versie werd in 1887 door Johann Heinrich Köselitz (1854-1918), alias Peter Gast, bewerkt voor koor en orkest en kreeg de titel “Hymnus an das Leben”.

Nietzsche componeerde pianowerken waarin hij familieleden en vrienden portretteerde. Bijvoorbeeld, “Da geht ein Bach” voor piano uit 1862, (ook een Lied van hem op een gedicht van Klaus Groth), componeerde hij voor zijn tante Rosalie in Naumburg. “Heldenklage” componeerde hij toen hij als jonge student samen met twee vrienden Wilhelm Pinder en Gustav Krug, de vereniging “Germania” oprichtte. Zij kwamen samen op de “Burgruine Schönburg” en discussieerden er over poëzie en muziek. “Monodie à deux” (“Lob der Barmherzigkeit”) voor vierhandig klavier, componeerde Nietzsche in 1873 voor het huwelijk in Firenze van Gabriel Monod en Olga Herzen, de dochter van Alexander Herzen. Zijn vriend Carl Freiherr von Gersdorff omschreef de “Monodie” als een ”Prognostikon voor een goed huwelijk”. Nietzsche‘s pianostukken suggereerden in hun kortheid de aforistische stijl van Nietzsche‘s late geschriften.Wie onder u meer wil vernemen over Nietzsche als componist leest best “Friedrich Nietzsche – Zwischen Musik, Philosophie und Ressentiment” van Volker Gerhardt en Renate Reschke (“Oldenbourg Verlag”). Wie meer opnamen met muziek van Nietzsche wil, gaat best eens naar “The Nietzsche Channel”,

http://www.thenietzschechannel.com/music/music.htm

Op de cd staan “Heldenklage”, NWV 2,  “Ungarischer Marsch”, NWV 5,  “Édes titok”,  “So lach doch mal”, NWV 9, “Da geht ein Bach”, NWV 10b “In Mondschein auf der Puszta”, NWV 11 en “Ermanarich, Symphonische Dichtung”, gevolgd door “Mazurka” en “Aus der Czarda” uit “Unserer Altvordern eingedenk”, NWV 13. Daarna “Das zerbrochene Ringlein”,  “Albumblatt” en  “Das Fragment an sich”, NWV 35, en als laatste, de 7 composities met als titel “Hymnus an die Freundschaft”, NWV 42. De composities werden gecomponeerd tussen 1861 en 1887. Een heuse ontdekking!
Nietzsche Piano Music Jeroen van Veen cd Brilliant classics 95492