Twee schitterende Rachmaninov cd’s

De Franse pianist Alexandre Tharaud (°1968), gevormd door o.a. Claude Helffer, Leon Fleisher en Nikita Magaloff, nam het 2de pianoconcerto van Sergej Rachmaninov op in een opwindende uitvoering met het Royal Liverpool Philharmonic Orchestra o.l.v. Alexander Vederniko (°1964), dirigent van de Deense Koninklijke Opera (“Det Kongelige Kapel”). Het concerto is gekoppeld aan een intieme Romance en een guitige wals uit 1891 van  Rachmaninov voor piano zes handig (met Alexander Melnikov en Aleksandar Madžar), en met als kers op de taart, een sublieme “Vocalise” in de originele versie voor solo zangstem en piano, door de sublieme, Franse coloratuur sopraan Sabine Devieilhe (°1985). De Romance vertoonde trouwens veel stilistische overeenkomst met het preluderend spel van de piano in de net daarna gecomponeerde langzame beweging van wat zijn 2de Pianoconcerto zou worden.

Alexandre Tharauds discografie is uitvoerig en verscheiden maar dit is de eerste keer dat hij een volledige cd wijdt aan het Russische repertoire, met name aan muziek van Rachmaninov. “Ik was nog vrij jong toen ik dit concerto voor het eerst speelde,” vertelt Tharaud.  “Ik was er dol op. De virtuositeit van Rachmaninov doet beroep op jonge pianisten. Vandaag ben ik nog steeds bezig met de virtuositeit van het concerto, maar ben nu meer geïnteresseerd in zijn donkere schaduwen, gevoelens van wanhoop en het staren in de afgrond. Mijn interpretatie van Rachmaninov is in de loop der jaren dan ook veel veranderd.”

“Morceaux de Fantaisie”, op. 3 (“Pyesy Fantazii”) is een verzameling van vijf stukken voor piano solo gecomponeerd in 1892. Rachmaninov droeg zijn opus 3 op aan Anton Arenski, een van zijn docenten aan het conservatorium. De vijf stukken zijn “Elégie”, de beroemde “Prelude” in cis mineur, “Melodie” in E majeur,” Polichinelle” en de “Serenade” in bes mineur.

“Vocalise”, op. 34 nr. 14 is een Romance uit Rachmaninovs “Veertien Romances” op. 34, uitgegeven in 1912. De “Vocalise” is gecomponeerd voor een sopraan of tenor. Deze vocalise wordt geheel gezongen op de a klinker, vanwaar de naam. Rachmaninov componeerde zijn adembenemend, mooie melodie voor de sopraan Antonia Nezhdanova.

Antonina Vasilievna Nezhdanova (1873-1950) was een Russische lyrische coloratuur sopraan. Nezhdanova werd geboren in Kryva Balka, in de buurt van Odessa, Oekraïne, in het Russische Rijk. In 1899 ging ze aan het Conservatorium van Moskou studeren. Na drie jaar werd ze de belangrijkste sopraan van het Bolshoi Theater. Ze zong ook vaak in het Mariinsky Theater in Sint Petersburg, in Kiev en in Odessa. Parijs hoorde haar in 1912, toen ze er verscheen met de legendarische Enrico Caruso en de al even legendarische bariton Titta Ruffo. Nezhdanova was tevens de eerste uitvoerder van de versie voor sopraan en orkest van Rachmaninovs “Vocalise” o.l.v. Serge Koussevitzky. Zij creëerde een aantal opera rollen en na de Russische Revolutie van 1917 bleef ze bij het Bolshoi. Dit in tegenstelling tot enkele van haar collega-operazangers, die hun geboorteland verlieten en naar het Westen vluchtten. In 1936 begon ze zangles te geven in Moskou en werd er in 1943 professor aan het conservatorium. Ze was getrouwd met de componist en dirigent Nikolai Golovanov (1891-1953) en overleed in Moskou in 1950. Nezhdanova werd beroemd door de schoonheid en flexibiliteit van haar stem en door haar uitmuntende techniek. Ze was een van de allerbeste sopranen van de 20ste eeuw.

Als gevolg van slechte kritieken op zijn eerste symfonie in 1897 verkeerde de 24-jarige Rachmaninov in een lange periode van depressiviteit. Rachmaninov ging uiteindelijk in behandeling bij de vooruitstrevende psychotherapeut Nikolaj Vladimirovitsj Dahl (1860-1939), waar hij onder meer een hypnosebehandeling onderging. De dokter was muzikaal en speelde altviool en de therapie slaagde erin Rachmaninovs creativiteit te herstellen. In de herfst van 1900 begon hij dank zij de hypnose van dr. Dahl, aan een tweede pianoconcert. Rachmaninov componeerde eerst het “Adagio sostenuto” en een energiek en dynamisch “Allegro scherzando”. Deze beide bewegingen werden als zodanig in Moskou op 2 december 1900 in première gespeeld door Rachmaninov zelf als solist en zijn neef Aleksandr Siloti (1863-1945) als dirigent. Op 21 april 1901 was het manuscript van het volledig pianoconcert voltooid. De première was op 9 november 1901. Als dank droeg Rachmaninov zijn meesterlijk concerto op aan dr. Nikolaj Dahl. Dahl behandelde ook Chaliapin, Scriabin, en Stanislavsky.

Vanessa Benelli Mosell (°1987) is een Italiaanse pianiste uit Prato. Haar debuut opname met muziek van Prokofiev, Haydn, Scriabin en Liszt oogstte door haar buitengewoon artistiek talent en bruisende techniek, grote internationale lof. Haar debuut werd gevolgd door haar Liszt Recital. In het voorjaar van 2015 bracht Vanessa Benelli Mosell haar debuut opname voor het label Decca uit met werk van Stockhausen en Stravinsky. Nu is er ook haar opname voor Decca van Rachmaninovs Piano Concerto nr.2. Samen met het London Philharmonic Orchestra o.l.v. Kirill Karabits, presenteert haar nieuwe cd dit geniaal Pianoconcerto, gekoppeld aan Rachmaninovs “Variaties op een thema van Corelli”, op. 42 voor piano solo.

“Variaties op een thema van Corelli” op. 42 werd gecomponeerd in 1931 in zijn villa “Le Pavillon” in het Franse Clairefontaine-en-Yvelines, waar Rachmaninov tussen 1929 en 1931 de zomers doorbracht. Rachmaninov droeg de compositie op aan de componist en violist Fritz Kreisler. Het was Rachmaninovs laatste compositie voor piano solo. Het werk omvat 20 variaties, een intermezzo en een coda op een thema uit de Sonate voor viool, cello en klavecimbel (op. 5 nr. 12) van Arcangelo Corelli (1653-1713). Corelli baseerde zich op zijn beurt op het bestaande thema “La Folia”. Eind 15de– begin 16de eeuw verscheen de melodie reeds in Italiaanse en Spaanse verzamelingen zoals de “Canzoniere di Montecassino”, “Canzoniere di Perugia” en de “Cancionero Musical de Palacio”. In 1672 verscheen “Les folies d’Espagne” voor vier blazers van Jean-Baptiste Lully. Deze versie zou de basis worden van variaties door verschillende componisten. Alexander Melnikov die op de Tharaud cd meespeelt, heeft trouwens ook een sublieme opname gemaakt van de Corelli Variaties voor Harmonia Mundi, samen met Rachmaninovs “études-tableaux” op. 39 en zijn “six poèmes” op. 38. Schitterende Rachmaninov cd’s, warm, warm aanbevolen.

Tharaud plays Rachmaninov Sabine Devieilhe Aleksandar Madžar Alexander Melnikov Royal Liverpool Philharmonic Orchestra Alexander Vedernikov cd Erato 9029595469

Rachmaninov Piano Concerto No. 2 & Corelli Variations Vanessa Benelli Mosell London Philharmonic Orchestra Kirill Karabits cd Decca 4814393