Vivaldi, i concerti dell’addio, schitterend!

Die naam kent u misschien van de lekkere Refosco, Merlot en Cabernet sauvignon die samen de exquise, rode Italiaanse wijn vormen. Collalto was weliswaar ook de naam van een graaf die ooit vioolconcerti kocht van Vivaldi.

Sinds de vroege jaren ’90  zijn Antonio Vivaldi en Fabio Biondi onafscheidelijk met elkaar verbonden. In zijn laatste opname voor Glossa biedt hij nog maar eens het bewijs van de verbazingwekkende verbeeldingskracht van Vivaldi als componist van vioolconcerti, gecombineerd met zijn eigen typische dynamiek en gecultiveerde  virtuositeit als violist en dirigent. Met deze afscheidsconcerti draait het om werken gecomponeerd door Vivaldi aan het eind van zijn leven in Wenen. Waar Biondi’s recente opname van “Il Diario di Chiara” een late Vivaldi presenteerde, omringd door collega’s en opvolgers aan de Pietà in Venetië, laten de Concerti dell’addio  hem in Wenen zien in rouw om de onlangs overleden keizer. Vivaldi componeerde daar meer op de opkomende galante stijl afgestemde muziek. De briljante compositorische  geest van de uitbundige Vivaldi van weleer was weliswaar gebleven.

De vorsten van Collalto en San Salvatore zijn van Lombardische origine. Hun naam gaat terug naar Collalto in Susegana in de huidige provincie Treviso. Hun paleis Am Hof in Wenen waar in 1762 de zesjarige Mozart met zijn zus Nannerl speelde, is vandaag de Bank Austria. De zes concerti op deze nieuwe cd zijn allemaal afkomstig uit een verzameling die in 1741 gekocht werd door Vinciguerra Collalto. Die  verzameling wordt vandaag  bewaard in Brno. De concerti getuigen van Vivaldi’s late stijl die Biondi alle ruimte laat om zijn levendige en meesterlijk bedachte, muzikale beeldspraak te etaleren als een soort compendium van zijn viooltechniek en de mogelijkheden tot  improvisatie, eigen aan Vivaldi’s laatste periode.

In 1728 ontmoette Vivaldi keizer Karel VI, terwijl de keizer op bezoek was in  Triëste  ter gelegenheid van de aanleg van een nieuwe haven. Karel bewonderde de muziek van de Il Prete Rosso zodanig dat hij naar het schijnt, tijdens een ontmoeting meer sprak met Vivaldi dan met zijn ministers in twee jaar. Hij gaf Vivaldi de titel van ridder en een gouden medaille en nodigde hem uit naar Wenen te komen. Vivaldi gaf Karel een handgeschreven kopie van “La Cetra”, een set van concerti maar bijna volledig verschillend van de set van dezelfde titel gepubliceerd als op. 9. Het drukken werd vertraagd, waardoor Vivaldi  dan maar een geïmproviseerde collectie aanbood aan de keizer. Vergezeld door zijn vader, reisde Vivaldi naar Wenen en Praag in 1730, waar zijn opera “Farnace” werd opgevoerd. Enkele van zijn latere opera’s werden trouwens gecomponeerd  in samenwerking met twee van Italië’s belangrijkste schrijvers. “L’Olimpiade” en “Catone in Utica” werden geschreven door Pietro Metastasio, de belangrijkste vertegenwoordiger van het arcadische beweging en hofdichter in Wenen, en “La Griselda” werd herschreven door de jonge Carlo Goldoni naar een bestaand libretto van Apostolo Zeno.

Net als veel componisten van die tijd, bevond Vivaldi zich tijdens de laatste jaren van zijn leven in financiële moeilijkheden. Zijn composities stonden niet meer in zo’n hoog aanzien als ze ooit waren in Venetië omdat ze door de snel veranderende muzikale smaak zogenaamd achterhaald waren. Vivaldi koos er dan maar voor om zijn manuscripten te verkopen tegen lage prijzen om zo zijn verhuis naar Wenen te financieren. De redenen voor Vivaldi’s vertrek uit Venetië zijn onduidelijk maar het lijkt waarschijnlijk dat na het succes van zijn ontmoeting met keizer Karel VI, hij hoopte op de positie van  componist aan het keizerlijk hof. Het is ook waarschijnlijk dat Vivaldi naar Wenen ging om daar zijn opera’s opgevoerd te krijgen, vooral omdat hij zijn intrek nam in de buurt van de Kärntnertortheater.

Kort na zijn aankomst in Wenen overleed echter Karel VI, waardoor de componist zijn koninklijke bescherming en  een stabiele bron van inkomsten verloor. De verarmde Vivaldi overleed in de nacht van 27 op 28 juli 1741, 63 jaar oud, aan een  “interne infectie” in het huis van de weduwe van een Weens zadelmaker. Hij werd begraven in een eenvoudig graf op een begraafplaats, dat eigendom was van het openbaar ziekenhuisfonds. Hij werd begraven naast de Karlskirche, in een gebied dat nu deel uitmaakt van de site van het Technisch Instituut. Het huis waar hij woonde in Wenen is al lang afgebroken. Het  Hotel Sacher is gebouwd op een deel van de site. Denk daaraan als u daar koffie gaat drinken. Gedenkplaten op beide locaties houden Vivaldi in herinnering.

Deze prachtige  cd werd onder het waakzaam oor van Fabio Framba opgenomen in de sfeervolle Abbazia di San Basilide, in Badia Cavana nabij Parma. De Benedictijner Abdij van San Basilide ligt in Lesignano de Bagni, een klein stadje in een heel mooi, heuvelachtig gebied. De weg die de abdij bereikt, genaamd de Passo Lagastrello, is historisch belangrijk geweest voor het verkeer tussen Parma en Toscane, met name door pelgrims, handelaars en ambachtslieden. De basiliek werd opgericht door San Bernardo degli Uberti, een Vallombrosiaanse  monnik en bisschop van Parma (Vallombrosianen zijn een congregatie binnen de orde van de Benedictijnen), die de monastieke gemeenschap om de geïsoleerde heuvel van Badia Cavana verplaatste.

De cd toont nog maar eens aan hoe vindingrijk Vivaldi’s vioolconcerti wel zijn en hoe ontzettend aanstekelijk de speelwijze van Fabio Bondi en zijn Europa Galante.  Dat zes violisten, twee altisten, twee cellisten, één violone (barokbas) en twee die theorbe, barokgitaar en klavecimbel bespelen, een dergelijke energie en dynamiek bereiken, is onvoorstelbaar. Het is de perfecte, sonore balans tussen declamatie, articulatie, expressie en  techniek. Het is de optimale verklanking van  gedrevenheid, passie en liefde voor muziek. Schitterend. Bravo !

Vivaldi I concerti dell’addio The farewell concertos Fabio Biondi Europa Galante cd Glossa GCD923402