In de reeks uitgaven van de Geschriften van Richard Wagner in Nederlandse vertaling verscheen het zesde deel. Philip Westbroek vertaalde dit keer Wagners geschriften over theater. Essentieel! Een must!
Naast componist en theatervernieuwer schreef Richard Wagner talloze teksten over muziek, kunst, religie, theater e.a. Bij Uitgeverij IJzer verschenen reeds vijf delen met teksten vertaald, ingeleid en geannoteerd door Philip Westbroek, “Het kunstwerk van de toekomst”, “Geschriften over kunst, politiek en religie”, “Opera en drama”, “Geschriften over eigen werk” en “Geschriften over muziek”. Het zesde deel eveneens van de hand van Philip Westbroek, bevat een voorwoord van de sopraan Eva-Maria Westbroek (°1970). Westbroek zong o.a. bij de Stuttgarter Staatsoper, ze zong met het Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Valeri Gergiev en bij de Nederlandse Opera.
Maatschappij, publiek en functie
Wagner heeft gedurende heel zijn leven als theaterhervormer, veel teksten over de toekomst van het theater geschreven. Hierin dacht hij na over de rol van het theater in de maatschappij, de betrokkenheid van het publiek en de functie van podiumkunst in het algemeen. Deze teksten werden nu in het zesde deel van de Nederlandse serie Wagner vertalingen van Uitgeverij IJzer overzichtelijk samengebracht en toegankelijk gemaakt voor iedereen en voorzien van bijzonder interessante Noten.
Muziek, woord en zang
In zijn “Geschriften over theater” maken we kennis met Wagners praktische voorstellen voor de verbetering en vernieuwing van het theaterleven in Duitsland en de wijze waarop dit kon worden voorbereid op zijn revolutionaire kunst. We krijgen een indringend beeld van Wagners inspanningen en van zijn contact met Friedrich Nietzsche. Het boek bevat de verzamelde teksten uit de jaren ’70 van de 19de eeuw, zijn zogenaamde periode in Bayreuth, waarin Wagner zijn inzichten over de verhouding tussen drama en de muziek, woord en zang nader uitwerkte en verdiepte. In teksten als “Über Schauspieler und Sänger”, “Über das Dichten und Komponieren” en “Über die Anwendung der Musik auf das Drama” liet Wagner instructies na aan de kunstenaars van de toekomst.
Diverse publicaties
De teksten verschenen in Wagners “Gesammelte Schriften und Dichtungen”. Ze verschenen oorspronkelijk in de “Bayreuther Blätter”, de “Wiener Botschafter”, als brochure gepubliceerd door Ernst Wilhelm Fritzsch in Leipzig (de uitgever van de werken van Nietzsche), als brief aan regisseur Ernst Gettke in Kassel en in “Das Musikalische Wochenblatt”. “Het Bühnenfestspielhaus in Bayreuth, met een bericht over de eerstesteenlegging daarvan” (artikel 9) was oorspronkelijk een voordracht en “Het publiek in tijd en ruimte” (artikel 10) was een brochure die verscheen met architectonische tekeningen die achteraan in het boek opgenomen zijn.
Hervorming en Nietzsche
De veertien artikelen van dit boek zijn volgens Westbroek te verdelen in drie delen. Het eerste deel bestaat uit voorstellen voor de hervorming van bestaande theaters. Daarna volgt als tweede deel een zevental teksten geschreven in de aanloop naar de eerste Bayreuther Festspiele, waarin we lezen over Wagners toen intense omgang met de jonge Nietzsche. Het derde deel bevat een viertal opstellen uit de late jaren ’70, die verschenen in de in 1878 door Hans von Wolzogen (foto) opgerichte “Bayreuther Blätter”, waarin Wagner zijn nieuwste ideeën over de relatie tussen muziek en theater nog eens nader toelichtte.
Dresden, Zürich en Wenen
De eerste drie artikelen, geschreven in 1848, 1851 en 1863, bevatten Wagners praktische voorstellen voor de theaters van Dresden, Zürich en Wenen. De artikelen 1, 2, 3 en 10 geven ook een verhelderend beeld van Wagners ervaringen van het theaterleven van zijn tijd. Het zijn de teksten “Ontwerp voor de organisatie van een Duits Nationaal Theater voor het koninkrijk Saksen”, “Een theater in Zürich” en “Het theater van de Weense Hofopera”.
Van spelerscollectief tot pensioenregeling
De eerste drie artikelen tonen Wagners concrete, vooruitstrevende voorstellen voor de organisatie van het spelerscollectief, de indeling van de orkestmusici, de verdeling van de diensten van het koor tussen de kerk, de opera en de concertzaal, de professionalisering van het onderwijs in muziek, drama en muziekdrama, de salarissen van de betrokkenen, een verzekeringsfonds voor arbeidsongeschiktheid en een pensioenregeling. We lezen “Het bestuur moet niet langer worden samengesteld uit hof ambtenaren, maar moet een democratische afvaardiging zijn van de kunstenaars zelf. Het moet over de wezenlijke besluitvorming gaan en de algemeen directeur moet aan hen verantwoording afleggen.”
Acteren en zingen
De Artikelen 4 en 5 (“Over de bestemming van de opera” en “Over acteurs en zangers”) en 7 (de Brief aan Ernst Gettke, regisseur in Kassel, “Over het acteurswezen aan een acteur”), bevatten dan weer Wagners ideeën over het acteren en zingen van muziekdrama. Er is ook een brief “Aan Friedrich Nietzsche (foto), gewoon hoogleraar in de klassieke filologie aan de Universiteit Basel”, en de artikels 6 en 8 (“Over de benaming ‘Muziekdrama”) zijn een analyse van de termen muziekdrama en Bühnenfestspiel. Daarna volgt een toelichting op de betekenis van de “Ring” in het kader van Wagners reizen door Duitsland met de titel “Inleiding bij de voorlezing van ‘Götterdämmerung’ voor een geselecteerd publiek in Berlijn” (artikel 9). Artikel 10 gaat over “Het Bühnenfestspielhaus in Bayreuth, met een bericht over de eerstesteenlegging daarvan”.
Tekst en muziek, de kunstenaar en zijn tijd
De vier artikelen die het boek afsluiten behoren tot de periode na de eerste Festspiele tot Wagners dood in 1883. Het zijn “Het publiek in tijd en ruimte”, “Over het dichten en componeren”, “Over het operadichten en -componeren in het bijzonder” en “Over het gebruik van muziek voor het drama”. Artikel 11 gaat in op de relatie tussen de kunstenaar en zijn tijd, en de drie laatste artikelen bevatten concrete ideeën over de relatie tussen tekst en muziek en de wijze waarop deze in het muziekdrama samenwerken, geïllustreerd met notenvoorbeelden. Uitzonderlijk interessant! Ontdek hier ook de melodie van Johann Gottlieb Naumann (1741-1801) op Schillers gedicht “An die Freude” uit 1785. Finaal bevatten die teksten Wagners aanwijzingen voor de creativiteit van de generatie na hem. Ze vormen als het ware, zo stelt Westbroek, zijn artistiek testament. Niet te missen!Dr. P.L. (Philip) Westbroek is NGO-docent Episch Erfgoed. Aan de universiteiten van Amsterdam en Sint Petersburg studeerde hij Theologie, Klassieke Talen en Slavische Talen. Hij is in 2007 cum laude gepromoveerd op een proefschrift over de Nietzsche- en Wagner receptie in het Russisch modernisme, een studie over de revival van de Griekse tragedie in het Dionysisch ritueel Gesamtkunstwerk in de jaren rond de Russische Revolutie. Wat hem hoofdzakelijk boeit is de epische overlevering van het muziekdrama van Richard Wagner, naast religieuze epische literatuur. Hem boeit vooral de manier waarop deze objectieve kunstvormen zich onderscheiden van subjectieve lyriek. Kan het boeiender?
Richard Wagner Geschriften over theater Uit het Duits vertaald, ingeleid en geannoteerd door Philip Westbroek met een voorwoord van de sopraan Eva-Maria Westbroek 400 bladz. uitgeverij IJzer/epo ISBN 978 90 8684 132 5