Rob Dunns “Nooit alleen thuis, Het verrassend veelzijdige dierenleven achter onze voordeur”, een schitterende uitgave van Balans. Zeker lezen…

In dit meeslepend boek vol historische en wetenschappelijke feiten, geeft Dunn antwoord op de vraag Wat is beter voor onze gezondheid, een kat of een hond? Het is een aanstekelijk en onderhoudend relaas over dat vreemd wonderland van exotisch en onverwacht leven in, verschiet niet, je eigen huis…

Tot voor kort had niemand het leven dat bij ons woont heel ernstig genomen tot Rob Dunn en zijn team besloten om het van dichtbij te bekijken. Bij het onderzoeken van de terra incognita van onze huizen, ontdekten ze dat er bijna 200.000! soorten in onze slaapkamers, keukens, woonruimtes, badkamers en kelders leven. Sommige van deze soorten kunnen ons doden, sommige profiteren van ons en sommige lijken gewoon goedaardig. Maar bijna allemaal waren ze volledig onbekend en ze woonden al de hele tijd bij ons…Het resultaat was zijn boek met fascinerende onthullingen “Never Home Alone”.

Bioloog Rob Dunn neemt ons mee naar de nieuwste grens van de biologie, ons eigen huis. Elk huis is een wildernis – van de Egyptische maaltijdmotten in onze kasten tot de kamelenkrekels die in de kelder wonen, tot de antibioticaresistente Staphylococcus die op het aanrecht wacht, duizenden soorten insecten, bacteriën, schimmels en planten leven letterlijk onder onze neus. Omdat we steeds meer geobsedeerd zijn geraakt door het schoonmaken en steriliseren van onze huizen en het scheiden van onze leefruimtes van de natuur, hebben we onbewust een heel nieuwe speelplaats voor evolutie gecultiveerd. Helaas betekent dit dat we een reeks nieuwe parasieten hebben gecreëerd, van antibioticaresistente microben tot de bijna onmogelijkheid om kakkerlakken te doden.

Tegelijkertijd worden veel van de meer nuttige organismen zoals microben die ons kunnen beschermen tegen auto-immuunziekten of een gezonde spijsvertering bevorderen, of de duizendpoten die op die kakkerlakken kunnen jagen, gevangen in het vizier. Als we niet oppassen, hoe gezonder we onze huizen proberen te maken, hoe groter de kans dat we onze eigen gezondheid in gevaar brengen. Een rijke natuurlijke geschiedenis en een opwindend wetenschappelijk onderzoek, Rob Dunn laat zien dat als we echt willen gedijen in ons huis, we moeten leren om de onbekende gasten te verwelkomen die er de hele tijd al zijn geweest.

Als er niemand thuis is en het binnen helemaal stil lijkt, als alles is afgewassen en opgeruimd, zelfs als de vloeren glanzend schoon zijn, dan nog is ons huis een onvoorstelbare wildernis. Bioloog Rob Dunn introduceert in dit boek de bijna 200.000 diersoorten die met ons samenleven. We zijn nooit alleen thuis.

Maar dat wil niet zeggen dat we zijn omringd door louter ongedierte en ziektekiemen. Integendeel. De meeste van onze huisgenoten zijn juist goed voor ons. Bovendien houden ze over het algemeen de gevaarlijkere soorten buiten de deur. Uitgerekend door onze eigen schoonmaakwoede krijgen die laatste vaak de kans.

Met veel enthousiasme en op humoristische toon wijst Dunn ons overtuigend op het nut van alle dieren in ons huis en vertelt hij wonderbaarlijke verhalen over kevertjes, spinnen en alle geleedpotige schepsels die in onze afvoer leven.

Als je nog steeds voornamelijk wil weten hoe je al die engerds het beste kunt doden, dan sta je niet alleen. De eenzame, bijna hopeloze taak waarvoor Dunn zich gesteld ziet, is ons te laten zien hoezeer we ons vergissen. Enthousiast en vol humor wijst hij ons overtuigend op het nut van alle dieren in ons huis.

Buiten is de processierups op zijn retour, maar binnenshuis krioelt het nog steeds van de beestjes. Het liefst zou je die misschien allemaal uitroeien. Niet doen! Voel je je zelf ook weleens een dier? De auteurs van Leef als een beest pleiten voor een levensstijl die beter bij ons lichaam past.

“We weten van het bestaan van ander leven in huis sinds de begindagen van de microbiologie”, zo schrijft hij. “In die tijd legde één man zich hierop toe, Antonie van Leeuwenhoek, en hij ontdekte een verbijsterend aantal levensvormen bij hem thuis, op zijn lichaam en in de huizen en op de lichamen van zijn buren. Toen men er uiteindelijk achter kwam dat we van sommige soorten in ons huis ziek konden worden, ging alle aandacht uit naar die ziekteverwekkers”.

“Er zijn meer soorten bacteriën in huis aangetroffen”, zo vervolgt hij, “dan er soorten vogels en zoogdieren bestaan op aarde. Nog kleiner dan de bacteriën zijn de virussen, zowel die welke planten en dieren infecteren als gespecialiseerde virussen, de bacteriofagen, die bacteriën aantasten. Sommige van deze soorten dragen bij aan ons immuunsysteem. Andere helpen de ziekteverwekkers en schadelijke soorten in toom te houden en te bestrijden. Veel van hen kunnen misschien nieuwe enzymen en medicijnen leveren. Een paar kunnen nieuwe soorten bier en brood laten fermenteren. En duizenden volvoeren ecologische processen waar de mensheid mee gediend is, zoals ons kraanwater vrijwaren van ziekteverwekkers. De meeste vormen van leven in huis zijn ofwel goedaardig ofwel nuttig.”

“Het gebruik van pesticiden en antibacteriële schoonmaakmiddelen”, zo lezen we verder, “in combinatie met verregaande stappen om ons huis hermetisch af te sluiten van de rest van de wereld, leidt doorgaans tot het afsterven en uitsluiten van de nuttige soorten. Op dit moment evolueren de soorten in huis sneller dan enige andere soort waar ook op aarde. Misschien zelfs sneller dan ooit eerder is voorgekomen.

Dit boek vertelt over het leven waar we vermoedelijk mee samenwonen en hoe dat aan het veranderen is. Dat leven in ons huis zegt het een en ander over onze geheimen, onze keuzes en onze toekomst. Het beïnvloedt onze gezondheid en ons welzijn. Het zit vol raadselen en straalt een zekere grandeur en importantie uit. Van de meeste soorten bij ons thuis weten we weinig tot niets, maar een aantal kennen we wel en wat we daarvan weten zal u paf doen staan. Als we het hebben over het paringsgedrag, de eetgewoonten en leefwijze van de soorten waarmee we ons huis delen, is niets wat het lijkt”. Schitterend!

Rob Dunn is bioloog en professor aan het Department of Biological Sciences at North Carolina State University. Hij schrijft regelmatig voor Natural History, BBC Wildlife Magazine, Scientific American, Smithsonian Magazine, National Geographic. Eerder schreef hij o.a. “Every Living Thing; Man’s Obsessive Quest to Catalog Life, from Nanobacteria to New Monkeys”, “The Wild Life of Our Bodies” en “Never Out of Season: How Having the Food We Want When We Want It Threatens Our Food Supply and Our Future”. Niet te missen.

ROB DUNN Nooit alleen thuis Het verrassend veelzijdige dierenleven achter onze voordeur 352 bladz. Balans ISBN 9789463820332