“Passion Jaroussky”, de jubileum 3 cd box van Philippe Jaroussky, een uitgave van Warner/Erato. Su- subliem!

Philippe Jaroussky viert dit jaar zijn 20-jarige carrière. Om dit te vieren, publiceert het prestigieus label, Erato/Warner Classics, een bloemlezing op 3 cd’s, waaronder zeven niet eerder uitgebrachte nummers (Lennon, Kosma, Schubert, Dowland). Goed voor drie uur en drie kwartier hemels, mooie muziek, hemels mooi gezongen! Niet te missen!

“Le timbre du contreténor n’est que la voix la plus aiguë dont un homme est capable. L’émission vocale passe par la tête et non par la poitrine. C’est ce qui la différencie de celle de ténor ou de basse. Son ambiguïté naît de ce qu’elle ne se situe pas entre la voix d’homme et de femme, mais entre celle d’homme et d’enfant”. (Philippe Jaroussky).

Philippe Jaroussky (°1978), geboren in Maisons-Laffitte, studeerde aanvankelijk viool en piano. Hij werd aangaande zang weliswaar op 18-jarige leeftijd geïnspireerd door de op Martinique geboren contratenor Fabrice di Falco. Hij besloot zanger te worden en studeerde af aan het “département de musique ancienne” van het CNR (Conservatoire National de Région) in Parijs. Hij studeerde zang verder bij Nicole Fallien en richtte zijn eigen ensemble “Artaserse” op. Hij werd aanvankelijk bekend door zijn concerten met het Ensemble Matheus o.l.v. Jean-Christophe Spinosi en met L’Arpeggiata o.l.v. Christina Pluhar.

Zijn carrière begon begin 1999. Tijdens een zangworkshop in Royaumont in september werd hij toen nl. door de contratenor Gérard Lesne, gekozen om Ismaele, de zoon van Sedecia (gezongen door Gerard Lesne) in het oratorium Il Sedecia, re di Gerusalemme van Alessandro Scarlatti te zingen. Hij was toen 21 jaar oud. Op 14 november 1999 organiseerde de producent Philippe Maillard zijn eerste recital in Parijs in het Grévin-theater, waar hij aria’s uit “Serse” en “Ariodante” van Händel zong. In 20 jaar tijd heeft de Franse contratenor ondertussen een buitengewone reis gemaakt die we hier doorheen zo maar eventjes 53 nummers, alle geselecteerd door de zanger, terug vinden of ontdekken. Philippe Jaroussky verblindt door zijn ultieme muzikaliteit en zijn unieke stem, zowel licht als krachtig. Hij is vol virtuositeit in de grote barokmuziek (Vivaldi, Händel, Bach, Pergolesi) en oneindig subtiel in melodieën van meer intieme werken (Massenet, Schubert, Ferré, Kosma).

(met Emőke Baráth)

Op de drie cd’s staan naast twee liederen van Schubert, aria’s en duetten in het Italiaans, Engels en in het Duits, uit opera’s en oratoria van Antonio Vivaldi, Francesco Cavalli, Nicola Antonio Porpora, Agostino Steffani, Pergolesi, John Dowland, Henry Purcell, Händel, Johann Sebastian Bach, Telemann, Monteverdi, Christoph Willibald von Gluck, Schubert, Emmanuel Chabrier, Jules Massenet, Camille Saint-Saëns en Josef Mysliveček. Op cd 3 “Philippe & Friends”, staan 19 nummers gezongen en uitgevoerd door anderen, o.a. “Cet Air” van en door Matthieu Chedid en “Chanson d’automne” van Charles Trenet, “Colloque sentimentale” van Léo Ferré, “Les feuilles mortes” van Kosma en “Oh my love” door Rosemary Standley (zang) en Dom La Nena (cello), van John Lennon. Zijn lerares Nicole Fallien (foto), was immers een deskundige van het Frans chanson.

Aangaande de charme van de Franse belle époque, verrast Jaroussky nog met airs van Chabrier, Saint-Saëns, Massenet en Caplet. De cd 3 is verder gewijd aan zijn onvergetelijke duetten met Cecilia Bartoli, Nathalie Stutzmann, Marie-Nicole Lemieux of Matthieu Chedid (niet gepubliceerd) en Thibaut Garcia (niet gepubliceerd).

Als meerwaarde ontdekt u muziek van de nu onbekende twee, Venetiaanse componisten, Antonio Sartorio (1620-1680) en Alessandro Grandi (1590- na 1630), en muziek van (abbate) Agostino Steffani (1654-1728) en Josef Mysliveček (1737-1781). Sartorio was een operacomponist, die op meesterlijke wijze tekst en muziek wist te combineren en die in zijn tijd één van de belangrijkste figuren van de Italiaanse operawereld was. Sartorio was een belangrijke stilistische schakel tussen de Monteverdi en Cavalli en de latere Italiaanse operacomponisten. Grandi, een leerling van Giovanni Gabrieli, was verbonden aan San Marco, en was op zijn beurt één van de eerste vertegenwoordigers van de concertato stijl, die in zijn instrumentale composities aan de basis lag van het ritornello.

Steffani was een “Churfürstlicher Kammer- und Hofmusikus” uit het milieu van Johann Kaspar Kerll in München, die vanaf de jaren ’80 van de 17de eeuw, bekend werd al operacomponist, kapelmeester werd aan het Hof in Hannover, en o.a. in Brussel, een carrière als diplomaat uitbouwde. Mysliveček was met zijn opera’s in heel Italië bekend en was in zijn tijd de operacomponist met het hoogste salaris. Overal vierde men hem als “Il divino Boemo” (de goddelijke Bohemer) en noemde hem “Mysliveček veneziano”. Tussen 1767 en 1779 componeerde hij wel dertig opera’s voor bekende theaters in Venetië, Milaan, Florence, Rome, Turijn en Pavia. Zijn bekendheid verbreidde zich vervolgens in heel Europa. 18 van zijn opera’s werden voor het hof in Portugal gekopieerd, en zijn werken werden in Parijs, Amsterdam en Londen gedrukt.

De ensembles en andere musici zijn Les Arts Florissants, Cecilia Bartoli, Gautier en Renaud Capuçon, Max Emanuel Cenčić, Ensemble Matheus, Freiburger Barockorchester, Thibaut Garcia, Karina Gauvin, I Barocchisti, Il Pomo d’Oro, Sophie Karthäuser, L’Arpeggiata, Le Concert d’Astrée, Marie-Nicole Lemieux, Julia Lezhneva, Paul O’Dette, Anne Sofie von Otter, Emőke Baráth, Emmanuel Pahud, Quatuor Ebène, Nuria Rial, Julia Lezhneva, Amanda Forsythe, Toby Spence, Nathalie Stutzmann, Jérôme Ducros en Venice Baroque Orchestra. De dirigenten zijn William Christie, Diego Fasolis, Emmanuelle Haïm, Andrea Marcon, Riccardo Minasi, Petra Müllejans, Christina Pluhar en Jean-Christophe Spinosi.

Tracklist :

J.S. Bach, J S: Komm süsser Tod, BWV478

Caplet: Viens, une flûte invisible soupire

Cavalli: Che città (uit L’Ormindo)

Cavalli: Misero Apollo (uit Gli amori d’Apollo e di Dafne)

Cavalli: O luci belle (uit Eritrea)

Cavalli: Ombra mai fu (uit Il Xerse)

Cavalli: Uscitemi dal cor, lacrime amare (uit L’Erismena)

Chabrier: Qui je suis, qui je suis (uit Fish Ton Kan)

Dowland: Flow my teares (Lacrimæ)

Ferré: Colloque sentimentale

Gluck: Che faro’ senza Euridice? (uit Orfeo ed Euridice)

Grandi: O intemerata

Händel: Caro, tu m’accendi (uit Faramondo)

Händel: Furibondo Spira Il Vento (Partenope)

Händel: Ombra mai fu (uit Serse)

Händel: Qual nave smarrita (uit Radamisto)

Händel: Rompo i lacci (uit Flavio)

Händel: Rosmira, ove ti guida…Ch’io parta (uit Partenope)

Händel: Son nata a lagrimar (uit Giulio Cesare)

Joseph Kosma: Les feuilles mortes (Prévert)

Lennon/Yoko Ono: Oh my love

Marcello: Veggio Fille/Parlo a Clori (uit Tirsi e Fileno)

Massenet: Elégie

Massenet: Rêvons c’est l’heure

Monteverdi: Air d’Orphee Rosa del ciel

Monteverdi: Pur ti miro (uit L’Incoronazione di Poppea)

Myslivecek: Mentre dormi (uit Olimpiade)

Pergolesi: Sanctum et terribile nomen ejus (Confitebor tibi Domine)

Porpora: Mira In Cielo (uit Arianna e Teseo)

Porpora: Placidetti zeffiretti (uit Polifemo)

Porpora: Se pietoso il tuo labbro (uit Semiramide riconosciuta)

Purcell: O solitude, my sweetest choice, Z406

Purcell: Welcome to all the pleasures (uit Ode for St Cecilia’s Day 1683), Z339

Saint-Saëns: Violons dans le soir (Anna de Noilles)

Sartorio: Cara e amabile catena (uit Orfeo)

Schubert: Du bist die Ruh D776 (Rückert)

Schubert: Ständchen ‘Leise flehen meine Lieder’, D957 No. 4

Steffani: Serena, o mio bel sole…Mia fiamma/Mio ardore (uit Niobe)

Steffani: Sfere amiche (Niobe, regina di Tebe)

Telemann: Mein liebster Heiland (uit Jesus liegt in letzten Zuegen TVWV 1:983)

M (° 1971) : Cet Air (Matthieu Chedid)

Trenet: Chanson d’automne

Vivaldi: Longe mala, umbrae, terrores, RV629

Vivaldi: Nisi Dominus: Cum dederit

Vivaldi: Sileant Zephyri (uit Introduzione al miserere, RV638)

Vivaldi: Stabat Mater, RV621

Vivaldi: Stabat Mater, RV621: Eia Mater

Vivaldi: Vedro con mio diletto (uit Giustino)

“Cette anthologie me permet de vous remercier vous, cher public, qui m’avez suivi si fidèlement depuis toutes ces années dans la découverte de perles rares du baroque comme des projets plus originaux ! Même après toutes ces années, ma passion pour la musique reste intacte et j’espère pouvoir la partager avec vous encore longtemps !” (Philippe Jaroussky).

Om te noteren :

Philippe Jaroussky in cçoncert

05/03/2020 – Bozar Brussel

www.bozar.be

Passion Jaroussky Philippe Jaroussky diverse uitvoerders 3 cd Erato 9029537555