Catch That Catch Can.”London Calling” door Michael Oman (blokfluit), Amandine Beyer (viool) en Austrian Baroque Company, op het label Fra Bernardo. Heerlijk! 

In de voetsporen van de mezzo sopraan, Tuva Semmingsen  en Barokksolistene op het label, BIS, geeft deze nieuwe cd, “London Calling, A collection of Ayres, Fantasies and musical Humours”,een verfrissende indruk van wat er als entertainment in de late 17de – en vroege 18de eeuw, gespeeld werd in de huizen van de Londense high society.

Het programma varieert van typisch Britse melancholie en ostinato-melodieën van Nicola Matteis, een Italiaanse violist die net als Händel, het muzikaal leven op de Theems verrijkte, tot de uitbundigheid van Ayres. U ontdekt muziek van Andrea Falconieri, John Hilton en Henry Purcell. De uitvoerders zijn Michael Oman (blokfluit) en Amandine Beyer (barokviool), en ABC – Austrian Baroque Company.

John Hilton (ca. 1599-1657) (foto) werd geboren in Cambridge. Zijn vader was waarschijnlijk de kerkmusicus en componist, John Hilton de oudere, die in 1609 in Cambridge overleed. Hilton junior werd in 1628 organist in St. Margaret’s Church, Westminster, nadat hij in 1627 zijn “Ayres of Fa-Las for Three Voices” had gepubliceerd. In 1635 werd Hilton luitist van Charles I. In de jaren 1630 componeerde hij “The Judgement of Salomon”, “The Judgement of Paris” en “The Temptation of Job”, composities vergelijkbaar met kleinschalige oratoria en opera’s. Zijn verzameling glees of partsongs en catches (canons), “Catch That Catch Can”, werd gepubliceerd in 1652. Hilton overleed in 1657 en werd begraven in Westminster.

“Catch That Catch Can” werd in 1652 gepubliceerd door John Playford (foto) en bevatte experimenten in de catch-muzikale vorm. Het werd in 1658 herdrukt met grote toevoegingen, werd opnieuw gepubliceerd in 1667 met de subtitel “The Musical Companion”, en ook in 1672-1673. De dagboekschrijver Samuel Pepys bezat een exemplaar van de editie uit 1667.  Het is niet bekend wie de teksten voor de “Ayres of Fa-Las” heeft geschreven. De meeste nummers gaan over liefde. Gepubliceerd in 1627, vertegenwoordigde het een van de laatste publicaties van Engelse songs tot John Playfords “Musical Banquet” uit 1651, met als enige uitzondering, Walter Porters Madrigals en Ayres uit 1632. John Playford (1623-1686) was een Britse muziekuitgever, danser en arrangeur uit Norwich. In 1651 publiceerde hij “The English Dancing Master”, een bundel bekende dansen, met bladmuziek en choreografieën. Deze verzameling was dermate succesvol dat tot 1728 wel achttien edities verschenen.

Walter Porter (ca.1587–1659), de zoon van Henry Porter, één van de sackbut spelers van James I., reisde naar Italië om te studeren bij Monteverdi. Porter werd in januari 1616 beëdigd als gentleman of the Chapel Royal, in afwachting van een vacature als tenorzanger en in februari 1617 volgde hij Peter Wright op. In 1639 werd Porter benoemd tot master of the choristers van Westminster Abbey. Onder zijn beschermheren waren John Digby, 1st Earl of Bristol, aan wie hij zijn Ayres opdroeg. Porter werd tijdens de Eerste Engelse Burgeroorlog ontslagen en maar werd gesteund door Sir Edward Spencer. Hij werd begraven in St. Margaret’s Church, Westminster.

Over het leven van de Napolitaanse componist, luitspeler en gitarist, Andrea Falconieri (ca. 1585-1656), die actief was aan verschillende Italiaanse hoven, is weinig bekend. Vanaf 1604 was hij als opvolger van zijn leraar, Santino Garsi, in dienst van hertog Ranuccio I Farnese in Parma en werd in 1610 officieel luitspeler aan het hof. Rond 1616 ging hij naar Firenze en dat jaar publiceerde hij zijn eerste boek met vocale villanella’s in de nieuwe monodie-stijl, “Primo libro di Villanelle”, opgedragen aan kardinaal de Medici. In 1620 en 1621 was hij in Modena, tussen 1621 en 1628 verbleef hij in Frankrijk en Spanje, en tussen 1632 en 1637 werkte hij in Genua. In 1628 keerde Falconieri terug naar Italië voor het huwelijk van prinses Marguerite de Medici en de hertog van Parma Edward I.

Hij maakte van de gelegenheid gebruik om een post aan te nemen in het Santa Brigida-klooster in Genua (gedurende ongeveer vijf jaar), voor hij toetrad tot de Koninklijke Kapel in Napels, waar hij werd opgeleid tot kapelmeester. Vanaf 1639 was Falconieri als luitspeler verbonden aan het koninklijk hof in Napels, dat toen tot het Spaanse Rijk behoorde. Hij werd er in 1648 kapelmeester en bleef dit tot hij in 1656 overleed aan de pest. In 1650 verscheen van hem een collectie instrumentale dansen voor een tot drie instrumenten met basso continuo, “Il Libro Primo di Canzone, Sinfonie, Fantasie, Capricci, Brandi, Correnti, Gagliarde, Alemane, volte per violini, viole overo altro strumento á uno, due, et tré con il basso continuo”. Deze werd opgedragen aan de Spaanse koning Filips IV.

Michael Oman (°1963) uit Linz, is een van de meest vooraanstaande en veelzijdige blokfluitspelers van zijn generatie. Als afgestudeerde aan het muziekgymnasium en de Anton Bruckner privé-universiteit in Linz, werd hij als blokfluitist opgeleid door Walter van Hauwe en Kees Boeke (NL) en door de Oostenrijkse componist en muziekpedagoog, Balduin Sulzer. Op 26-jarige leeftijd werd hij hoogleraar blokfluit-, kamermuziek- en historische uitvoeringspraktijk aan de privé-universiteit Anton Bruckner in Linz en is verder ondertussen docent aan de universiteit van Praag, de conservatoria in Klagenfurt en Thessaloniki. Daarnaast geeft hij masterclasses voor oude muziek. Zijn breed repertoire varieert van anonieme, middeleeuwse balladen en estampia’s, de rijke consort literatuur van de Renaissance en baroksonates en concerti, tot hedendaagse muziek.

In 2001 richtte hij de Austrian Baroque Company op, een gespecialiseerd ensemble voor de muziek van de 17de-en 18deeeuw. Met dit ensemble presenteert hij blokfluitrecitals, barokensemble-muziek en blokfluitconcerten, in de vorm van artistieke projecten. Naast zijn werk als docent in seminaries, workshops en masterclasses voor blokfluit en oude muziek, houdt hij zich ook intensief bezig met hedendaagse blokfluitmuziek. In dit verband speelde hij premières van Opper-Oostenrijkse componisten en presenteerde hij componistenportretten van Isang Yun (“Chinesische Bilder”), Luciano Berio (“Gesti”) en Karlheinz Stockhausen (“In Freundschaft“). Michael Oman leidt sinds 2007 de concertreeks, “Abendmusik in der Ursulinenkirche“ in Linz en richtte in 2009 de “Eferdinger Schlosskonzerte“ op.

London Calling Michael Oman Amandine Beyer Austrian Baroque Company cd Fra Bernardo 2001111 https://www.stretto.be/2020/05/18/most-ravishing-things-ontdek-muziek-van-nicola-matteis-door-andreas-bohlen-op-het-label-aeolus/