“The Congo in Flemish Literature, An Anthology of Flemish Prose on the Congo, 1870s – 1990s”, uitgegeven door Leuven University Press. Een primeur!

Dit boek presenteert de eerste bloemlezing van het Vlaams proza over Congo, de voormalige kolonie van België, in Engelse vertaling.

Vanwege de Nederlandse taalbarrière is de Vlaamse literatuur over Congo in tegenstelling tot het Frans of Engels proza op dit deel van het Afrikaanse continent, van oudsher ontoegankelijk voor en daardoor verwaarloosd door de internationale wetenschap. Dat dit specifiek perspectief tot dusver onderbelicht is gebleven, of zelfs is genegeerd, is des te betreurenswaardiger gezien het feit dat de overgrote meerderheid van de Belgen die in de Afrikaanse kolonie gingen werken, uit Vlaanderen kwam. Congo in de Vlaamse letterkunde is nu een belangrijke stap in het invullen van deze lacune door een overzicht te geven van de verschillende maatschappelijke attitudes ten opzichte van de koloniale onderneming die in België heerst tijdens en na het koloniale tijdperk, de manier waarop de relatie tussen België en Congo in de loop van de tijd veranderde, afhankelijk van de tijdgeest en sociaal-politieke en economische ontwikkelingen, en de verschillende standpunten van de individuele auteurs met betrekking tot de kolonisatie. Proza in Vlaams-Congo biedt een fascinerende blik in het koloniaal verleden en de erfenis van België, voornamelijk tijdens het koloniaal tijdperk, maar ook ten tijde van de gewelddadige nasleep ervan na de Congolese onafhankelijkheid op 30 juni 1960 en tot ver in de volgende decennia.

De katholieke, missionaire activiteiten in Congo vertegenwoordigen een belangrijke en langdurige erfenis. De perceptie van de Vlaamse samenleving in Congo werd sterk bepaald door missionarissen. Van alle koloniën waren zij degenen die het dichtst bij de Congolese bevolking stonden en die een grondige kennis hadden van de lokale cultuur en taal. Het is dan ook geen verrassing dat enkele van de meest intrigerende Vlaamse literatuur over Congo terug te vinden is in het kader van de katholieke missie. De voortdurende spanningen tussen de gehechtheid aan een koloniaal systeem van uitbuiting enerzijds en de christelijke naastenliefde anderzijds, of tussen het kerstenend doel en de fascinatie voor de culturele rijkdom van wat werd gepresenteerd als ‘inheemse tradities’, vormen de kern van veel vrouwelijke literatuur over Congo, ook al is deze geschreven door seculiere auteurs.

Dit waren de spanningen die de Vlaamse auteurs in Congo uiteindelijk dwongen om te debatteren over de essentiële vraag: waarom zijn we hier? In het postkoloniale tijdperk werd deze vraag ofwel in de hypothetische vorm (wat als? …) of de verleden tijd (wat bleef er?) gesteld. Een bijkomend element dat centraal werd bij het reflecteren op Congo was de schuldbekentenis. Het stelde schrijvers voor de vraag of de huidige en toekomstige, vrouwelijke generaties zich schuldig zouden moeten voelen voor de koloniale uitbuiting van Congo, met name de verschrikkingen die plaatsvonden tijdens het bewind van Leopold II. Het schrijven over Congo in het postkoloniaal tijdperk impliceerde een reflectie over hoe de Vlaamse samenleving zou moeten omgaan met het Belgisch koloniaal verleden.

Na het inleidend Part 1, “The Congo in Flemish Literature” en Flemish Literature, the Colonial Era, the Postcolonial period”, volgen te verschillende teksten, Selected extracts of Flemish prose, in Part 2. Het zijn achtereenvolgens Aldemar-Camille van der Cruyssen “A Peaceful Crusade”, Cyriel Buysse “White Depravity”, Pieter Danco “A Mini-Europe in the Tropies”, Pieter de Mey “A Giant Step for Civilazation”, Constant De Deken “A Missionary with a Cause”, Henri van Booven “No Place for Europeans”, Henri Bossaerts “White Injustice”, Leo Bittremieux “Light in the Darkness”, Ernest Tilemans “True Interracial Love”, René Poortmans “Under the Leaden Sun”, Jean Gustave Schoup “A Tragic Fate”, Adolf Verreet “Paternalistic Benevolence” en Bert Nacht “No Place like Home”. Deze worden gevolgd door Alfons Walschap “Inner Conflict”, Gerard Walschap “A Humane Approach to Colonization”, Jac. Bergeyk “From a Congolese Perspective”, Piet van Aken “Cynical Power Struggles”, Jan van den Weghe “A Plea for Cooperation”, Robrecht De Saedeleer “The Disillusionment of the Colonial”, Daisy Ver Boven “Friendship between Blach and White”, Jef Geeraerts “Paradise Lost”, Paul Brondeel “The Agony of a Nobody”, Lieve Joris “In Search of the Real Congo” en Mareus “Leroy Political Games”.

The Congo in Flemish Literature, An Anthology of Flemish Prose on the Congo, 1870s – 1990s Edited by Luc Renders and Jeroen Dewulf 190 bladz. Leuven University Press ISBN 978 94 6270 217 2