“Robert Fuchs (1847-1927), Violin Sonatas Nos. 1-3” door Hyejin Chung en Warren Lee, op het label Naxos.

De drie Vioolsonates, gecomponeerd tussen 1877 en 1901, zijn voorbeelden van Fuchs opvallend intieme maar melodieuze gratie met af en toe wat Hongaarse kleur, folkloristische thema’s en gedreven, levendige finales.Robert Fuchs (foto), geboren in Frauental an der Laßnitz in Steiermark, was vanaf 1875, de dirigent van de “Konzerte der Gesellschaft der Musikfreunde” in Wenen, en was van 1894 tot 1905, keizerlijk en koninklijk hoforganist. Van 1875 tot 1912, was hij tevens een legendarische docent aan het conservatorium van Wenen. Hij was er nl. de leraar van o.a. Gustav Mahler, Hugo Wolf, Richard Strauss, Jean Sibelius, Alexander von Zemlinsky, Leo Fall, Richard Heuberger, Franz Schmidt, Franz Schreker, Robert Stolz en Erich Korngold! In zijn tijd was Fuchs, “de Styrische Dvořák”, als componist, vooral bekend door zijn vijf Serenaden voor strijkorkest. In de finale van zijn 5de Serenade, verwerkte hij als hommage aan de legendarische Walsenkoning, melodieën uit “Die Fledermaus”. Fuchs werd daarom bekend als “Serenaden-Fuchs“.Fuchs componeerde veel kamermuziek en pianomuziek, zowel voor piano solo, o.a. 3 Pianosonaten, als voor piano vierhandig, o.a. 20 “Wiener Walzer” op. 42 (1896), 4 orgelwerken, 2 opera’s, “Die Königsbraut”, op. 46 (1889) op een libretto van Ignaz Schnitzer, (de librettist van “Der Zigeunerbaron”), en “Die Teufelsglocke”, (1891) op een libretto van Bernhard Buchbinder (pseud. “Gustav Klinger”), en 3 Missen, nl. een mis, enkel met orgelbegeleiding, een mis a capella en een mis met orkest.Ignaz Schnitzer (foto) gaf als mede-eigenaar van het Weens Prater, ter gelegenheid van het Gouden jubileum van keizer Franz-Joseph in 1897, de opdracht aan Engelse ingenieurs, om een “Ferris wheel”, het wereldberoemd “Riesenrad” (oorspronkelijk met 30 wagons, nu nog enkel de helft), te ontwerpen. Schnitzer schreef de libretti voor tal van opera’s en operettes van mindere goden als Wilhelm Taubert (1811-1891, Max Wolff (1840-1886), Josef Bayer (1852-1913), Hugo Felix (1866-1934), Edmund Eysler (1874-1949), Karl Josef Fromm, (1873-1923), Josef Stritzko (1861-1908), Heinrich Berté (1858-1924), maar die in hun muziek, de ziel van het keizerlijk Wenen verklankten. Om te ontdekken! Bernhard Buchbinder (foto) schreef, samen met Alfred Maria Willner, het libretto voor de laatste operette “Die Göttin der Vernunft” van Johann Strauss II., maar deze had echter geen succes. Willner herwerkte dit libretto in 1909, samen met Robert Bodanzky en Leo Stein, tot het libretto van de operette, “Der Graf von Luxemburg”, van Franz Léhar.Robert Fuchs was de jongste van 13 kinderen. Hij was de 5 jaar jongere broer van Johann Nepomuk Fuchs (1842-1899) (foto), die ook componist en dirigent was, en directeur werd van het conservatorium van Wenen. Hun vader was onderwijzer in Frauental an der Laßnitz, een kleine gemeente (“Marktgemeinde”) in de Oostenrijkse deelstaat Steiermark, in het uiterste zuiden van Oostenrijk, nu bekend om zijn heel mooie bloemenmarkt. In navolging van de wensen van zijn vader, voltooide Robert eerst een opleiding aan het lerarenseminarie in Graz, en vervolgens ging hij in 1865 naar Wenen, om aan het Conservatorium van de “Gesellschaft der Musikfreunde”, compositie te studeren bij Felix Otto Dessoff.

Hij studeerde ook bij Joseph Hellmesberger en Anton Bruckner. Als eindwerk (“Conservatoriumsarbeit“) componeerde hij in 1867 een symfonie in h-Moll. Er zouden in de loop van zijn carrière nog 3 symfonieën volgen. Van 1901 tot aan zijn overlijden, bracht Fuchs de zomermaanden door in Admont in Obersteiermark, in de villa van zijn vriend, Anton Mayr, die een biografie over hem schreef, “Erinnerungen an Robert Fuchs” (1934). Fuchs droeg zijn mis in G, op.108, (de mis met enkel orgelbegeleiding), op aan de abt van het Stift Admont (foto’s), Oswin Schlamadinger.

Fuchs componeerde in totaal 10 vioolsonaten. Op de cd staan de Vioolsonaten nr. 1 in Fis Groot, op. 20, uit 1877, nr. 2 in D, op. 33 uit 1883, en nr. 3 in re klein, op. 68, uit 1901. Zijn 1ste Vioolsonate, vol frisse en voortreffelijk uitgewerkte, muzikale ideeën, een magnifieke langzame beweging, Andante sostenuto, en een innemend mooie midden episode in de 3de beweging, Allegro con fuoco, werd opgedragen aan de violist en componist, Josef Hellmesberger senior (1828-1893) (foto), de dirigent van de Weense Opera, die naast primarius van het toen befaamd Hellmesberger-Quartett, als leraar viool, een naaste collega was van Fuchs aan het Conservatorium. Josef Hellmesberger had nog les gegeven aan vader Strauss en aan Johann Schrammel. De gedreven finale van Fuchs’ 1ste Vioolsonate in de lijn van de stijl van Robert Schumann, valt op door zijn ‘Hongaarse’ kleur.

n 1883 droeg Fuchs zijn Vioolsonate nr. 2 op aan baron Viktor Alexander von Erlanger (1840-1894) (foto), één van de 4 broers von Erlanger, Duits-Joodse bankiers (“Hofjuden”) uit Frankfurt, de zonen van Raphael von Erlangen (1806-1878) (“Erlanger & Söhne”), met zakelijke belangen in Wenen, Londen en Hongarije. Viktor was een amateur componist die liederen componeerde. De familie had een prachtig paleis in neorenaissance stijl, aan de toenmalige Parkallee, nu, Argentinierstraße, in Wenen (foto). In het paleis bevinden zich nu de ambassades van Ecuador en Italië. De zoon van een andere broer, Frédéric Émile d’Erlanger, nl. de schilder, musicoloog en oriëntalist, Rodolphe d’Erlanger (1872-1932), bezat het magistraal paleis, “Ennejma Ezzahra” (“Schitterende Ster”), in Sidi Bou Said in het uiterste noorden van Tunesië, en schreef “La musique arabe” (6 volumes). Zijn werk en zijn interesse in Arabische muziek waren zo belangrijk dat koning Farouk van Egypte hem de organisatie van het eerste Arabisch muziekcongres in Caïro toevertrouwde, dat van 28 maart tot 3 april 1932 werd gehouden, en westerse musici zoals Béla Bartók en Paul Hindemith uitnodigde.De energieke eerste beweging van de Sonate, in de lijn van Mendelssohn, staat in contrast met het rustig en vredig centraal Andante. De finale, Allegro giocoso, combineert speelse maar vederlichte ritmiek met melodische generositeit in de lijn van deze van Brahms. De Vioolsonate nr. 3, die in 1902 werd gepubliceerd, werd opgedragen aan de grote, in Hongarije geboren violist, Joseph Joachim. De bewaard gebleven, vroege opnamen van Joachims uitvoeringen, geven een waardevol sonoor beeld van hoe de sonates van Brahms en Fuchs oorspronkelijk werden gespeeld. Na de nogal hunkerende kwaliteit van de eerste beweging, worden we in het middendeel, getransporteerd naar de wereld van de weemoedige volksmelodie, en in de Finale, Allegro con fuoco, ma non troppo, contrasteren vurige texturen met eerder terughoudende passages. Warm aanbevolen.De Koreaanse violiste, Hyejin Chung (foto), studeerde bij Takako Nishizaki (°1944) (foto) aan de Hong Kong Academy for Performing Arts (HKAPA). Haar lerares, Takako Nishizaki, de echtgenote van de eigenaar van het Naxos label, Klaus Heymann, kreeg als kind les van haar vader, Shinji, en van Shinichi Suzuki, en was leerlinge geweest Hideo Saito (1902-1974) en van Broadus Erle (1918-1977), die op zijn beurt nog les had gekregen van Alexander Bloch, de assistent van Leopold Auer, voor wie Tsjaikofski zijn Vioolconcerto componeerde. Daarnaast kreeg Takako Nishizaki nog les van Joseph Fuchs (1899-1997), een ex leerling van Joseph Hellmesberger in Wenen. Na een formidabele basisopleiding, studeerde Hyejin Chung verder aan het Tsjaikofski Staatsconservatorium van Moskou, bij Sergey Kravchenko (°1947), (ook de leraar van Victoria Mullova), een gewezen leerling en assistent van de legendarische, Leonid Kogan (1924-1982), die in 1951, de prestigieuze Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel won. Hyejin Chung studeerde in 2011 af met een doctoraat in muziekkunsten, en terwijl ze in Rusland was, won ze een aantal wedstrijden en trad ze op met verschillende orkesten. Ze trad ook op als soliste met orkesten in haar geboorteland Korea en in Oostenrijk. Nadat ze zich in Hong Kong had gevestigd, legde ze zich aan de Takako Nishizaki Violin Studio, toe op het spelen van kamermuziek en het lesgeven aan gevorderde studenten.Warren Lee (foto) werd geboren in Hong Kong. Hij is een Steinway Artist, verbonden aan het Hong Kong Philharmonic Orchestra, componist en muziekleraar. Hij werd in 2012 bekroond met de Ten Outstanding Young Persons Award (Hong Kong) en in 2015 verkozen tot Associate van de Royal Academy of Music als erkenning voor zijn prestaties in de podiumkunsten en zijn bijdrage aan de gemeenschap. Op zesjarige leeftijd debuteerde hij met het Hong Kong Philharmonic Orchestra en maakte op tienjarige leeftijd zijn debuut in Macau ten zuidwesten van Hongkong, met het Macau Chamber Orchestra. Hij werd de eerste prijswinnaar van de Stravinsky Awards International Piano Competition 1995 en de Grand Prix Ivo Pogorelich. In 2000 studeerde hij met de hoogste onderscheiding af aan de Royal Academy of Music en Yale School of Music. Als muziekleraar bracht hij in 2008 zijn educatieve cd uit, “From Bach To Gershwin: A Musical Journey” (Universal Music Hong Kong 480102-0) en werd benoemd tot gastprofessor aan de Central Conservatory of Music EOS Orchestra Academy en werd aangesteld als Honorary Artist-in-Residence door het Hong Kong Institute of Education. Warren Lee is momenteel ook werkzaam als muziekdirecteur van het St. Paul’s Co-educatief College in Hong Kong.Robert Fuchs (1847-1927) Violin Sonatas Nos. 1-3 Hyejin Chung Warren Lee cd Naxos 8.574213