Joseph Bodin de Boismortier, “Les Voyages de l’Amour, Ballet, Paris, 1736”, op het label Glossa. Een feest voor sopranen. Heerlijk!

György Vashegyi, het Orfeo Orchestra en het Purcell-koor, presenteren een schitterende opname van Boismortiers “Les Voyages de l’Amour”, een operaballet uit 1736, een lang en ten onrechte verwaarloosd meesterwerkje.

Joseph Bodin de Boismortier (1691-1755) (foto) leefde en werkte o.a. in Metz, Perpignan en Parijs. Hij was de eerste componist zonder beschermheer en gaf als uitgever zijn eigen composities uit. Hij verwierf een koninklijke licentie om drukplaten met muziek erop te mogen maken en die af te drukken en verdiende veel geld met de verkoop van bladmuziek met zijn eigen composities. Zijn fluitsonaten combineerden de Franse en Italiaanse stijl. Boismortier componeerde o.a. airs, concerti, motetten, schreef een harmonisch woordenboek en publiceerde als theoreticus een methode voor fluit. Boismortier componeerde voor bijna alle instrumenten. We herontdekken momenteel zijn onlangs verschenen sonaten voor pardessus de viole (sopraan gamba) en zijn collecties voor doedelzak (musette) en vièle, twee pastorale instrumenten die toen erg in de mode waren. De musette behoorde tot de hobo familie. Men onderscheidde de cornemuse (piccolo hobo) en de musette de cour (doedelzak). Veel van Boismortiers werk was gewijd aan de fluit (flûte traversière). Tegen 1736 was Joseph Bodin de Boismortier in Parijse muzikale kringen bekend geworden vanwege zijn vermakelijke instrumentale en vocale muziek.De familie Boismortier verhuisde van Thionville (in Moselle) naar Metz waar hij les kreeg van Joseph Valette de Montigny, een bekende componist van motetten. De familie Boismortier volgde Montigny en ze verhuisden naar Perpignan in 1713, waar Boismortier werk vond bij de Koninklijke Tabakscontrole. Boismortier trouwde met Marie Valette, de dochter van een rijke goudsmid en familie van zijn leraar Montigny. In 1724 verhuisden Boismortier en zijn vrouw naar Parijs waar hij zijn wonderbaarlijke muziekcarrière begon. Zijn eerste werken verschenen dat jaar in Parijs.Boismortier (foto)was de eerste Franse componist die de Italiaanse concerto-vorm gebruikte. Hij schreef ook het eerste, Frans soloconcerto voor verschillende muziekinstrumenten (de cello, viool en bas) in 1729. Veel van zijn muziek is voor de fluit, waar hij ook een boek met speeltechnieken voor schreef (hedendaags verloren gegaan). Een van zijn vooraanstaande stukken wordt nog vaak voorgedragen, Deuxieme Serenade ou Simphonie. De violist en componist Jean-Marie Leclair (1697 – 1764) verrijkte zowel solo- als triogenres met charme, maar desondanks met minder diepzinnigheid. Boismortier en de componist Rameau leefden tijdens de Rococo-periode van Louis XV, maar hielden beiden vast aan de Franse traditie van schoonheid en geraffineerdheid.Voor dit heerlijk extravaganza op Glossa, nam Chantal Santon Jeffery (foto) de titelrol op zich van Cupido, ziek van liefde. De sopraan wordt vergezeld door twee andere sterren van de heropleving van de Franse barokopera, Katherine Watson (in de rol van Zéphire) en Judith van Wanroij in de rol van de herderin, Daphne.“Les Voyages de l’Amour” op een libretto van Charles-Antoine Leclerc de La Bruère, bestaat uit een proloog en vier akten, Prologue, “Les jardins de l’Amour à Cythère”; Acte premier – “Le village, Une prairie”, Acte deuxième – “La Ville” (2de versie), (La scène est à Tyr. Le théâtre représente un temple de l’Amour); Act deuxième – “La ville” (1steversie) (Une solitude sauvage; dans l’enfoncement, d’un côté la mer et de l’autre une grotte, demeure ordinaire d’un astrologue); Acte troisième – “La cour”, (Le théâtre représente une salle du palais d’Auguste, préparée pour une fête); Acte quatrième – “Le Retour”, (Le théâtre représente le palais de l’Amour).Charles-Antoine Leclerc de La Bruère (1714-1754) was een Franse toneelschrijver en historicus, geboren in Crépy-en-Valois en overleden in Rome. Hij is vooral bekend gebleven als de auteur van het libretto voor de lyrische tragedie, “Dardanus” (1739), van Jean-Philippe Rameau. Samen met Louis Fuzelier (ca.1672-1752), een andere librettist van Rameau, (van o.a. “Les Indes galantes”), was hij van november 1744 tot juni 1748, directeur van het tijdschrift, “Mercure de France”. In 1749 vertrok de La Bruère naar Rome als secretaris van de ambassadeur, dichter en schrijver, Louis-Jules Mancini-Mazarini (1716-1798), duc de Nevers/Nivernais.In het bijbehorend boekje vertelt Benoit Dratwicki van het Centre de Musique Baroque de Versailles, over hoe de rollen voor Cupido en Zephire, waarschijnlijk oorspronkelijk waren geschreven voor twee prominente dessu’s, maar voor de première werden vervangen door mannelijke zangers, en hoe deze nieuw opgenomen editie, een uitvoering biedt die de componist zelf zou hebben gewild. Zeker lezen. Katia Velletaz, Eleonore Pancrazi en Thomas Dolie leveren waardevolle bijdragen aan dit guitig en levendig ballet, en deze release bevat ook de twee verschillende versies van het tweede bedrijf over de reis van de pijlen schietende god van de liefde, op zoek naar de ware liefde. Een prachtige versie, geproduceerd in samenwerking met het Centre des Musiques Baroques de Versailles (CMBV). Warm aanbevolen.Uitvoerders/personages:

Katherine Watson (sopraan, Zéphire) (foto)

Katia Velletaz (sopraan, Un Habitant de Cythère/Hylas/Lucile/Dircé) (foto)

Chantal Santon-Jeffery (sopraan, L’Amour)

Judith van Wanroij (sopraan, Daphné) (foto)

Éléonore Pancrazi (mezzosopraan, Béroé/La Prêtresse de l’Amour/Julie)

Thomas Dolié (bariton, Thersande/Adherbal/Un Devin/Ovide)

Orfeo Orchestra en Purcell Choir o.l.v. Gyorgy VashegyiJoseph Bodin de Boismortier Les Voyages de l’Amour, Ballet, Paris, 1736 2 cd  Glossa GCD924009