Freddy Mortier, “Richard Wagner, de man die opera voor het volk maakte”, uitgegeven door Polis.

Hoe we vandaag naar opera, kunst en kunstenaars kijken, is mee bepaald door Richard Wagner. Eind 19de eeuw bracht hij de wereld in vervoering met totaalkunst. Freddy Mortier toont hoe Wagner zichzelf oversteeg en wat meesterwerken als “Parsifal”, “Die Meistersinger von Nürnberg” of “Der Ring des Nibelungen” vandaag voor ons kunnen betekenen.

Met zijn opera voor het volk had Wagner even heftige voor- als tegenstanders. Dat is nog steeds zo. Vanuit een diepe passie voor Wagner probeert Freddy Mortier te begrijpen wat de componist dreef, hoe hij dacht en waarom zijn opera’s zoveel mensen blijven fascineren. De tijd waarin hij werkte, zat vol woeste politieke en culturele veranderingen. Wagner zelf was een vat vol tegenstrijdigheden: geniaal, visionair, antisemitisch, militant, veeleisend, ijdel. Wagner zelf was een vat vol tegenstrijdigheden: geniaal, visionair, antisemitisch, militant, veeleisend, ijdel. Freddy Mortier toont hoe Wagner zichzelf oversteeg en wat meesterwerken als Parsifal, Die Meistersinger von Nürnberg of Der Ring des Nibelungen vandaag voor ons kunnen betekenen.Dit boek gaat niet over de persoonlijkheid van Wagner, maar over hoe het artistiek project dat achter zijn compromisloze streven naar een ‘ernstige’ opera schuilde de aanleiding kon zijn tot een Europese golf van ‘wagnerisme’ die zich tot ver buiten de muziekwereld manifesteerde, met ramificaties in de populaire cultuur tot vandaag toe. Wagner vormt natuurlijk ook een hoogtepunt in de opera en in de romantische muziek, maar zijn invloed liet en laat zich ver buiten de wereld van de muziek voelen.“Met een kleine eeuw en een half tussen zijn overlijden en onszelf kunnen we de impact van de culturele aardbeving die hij heeft teweeggebracht nu beter inschatten”, zo lezen we. Als het kenmerkend is voor de kunst van de 21ste eeuw dat de kunstenaar alle mogelijke media gebruikt om schoonheid, lelijkheid, ideeën of gevoelens uit te drukken, en zich daarbij niet laat opsluiten in één medium, maar actief op zoek gaat naar gepaste combinaties van materialen, van welke aard ook – digitaal, materieel, sonoor, plastisch, conceptueel – dan is Wagner een wegbereider van de hedendaagse kunst, misschien wel de eerste in die rij.Richard Wagner werd in het fin de siècle algemeen begroet als een modernist in de literatuur, plastische kunsten, filosofie, architectuur en het theater en had ook invloed op de populaire cultuur van de 20ste eeuw. Het inleidend, eerste hoofdstuk, gaat over die splinterbomachtige impact van Wagner in zeer uiteenlopende gebieden, zijn impact op de theorie over de fusie der kunsten, de populaire cultuur, de filosofie en de moraal, en zijn sociopolitieke impact op links en rechts. In hoofdstuk 2 heeft Mortier het in een korte biografische schets, over Wagners leven. Dit wordt gevolgd door hoofdstukken over Nietzsche contra Wagner, kunstreligie en de links-politieke revolutie. Hoofdstuk 3 gaat in op de kritieken op het ‘wagnerisme’, de esthetische filosofie van Wagner, bij Friedrich Nietzsche en in de 20ste eeuw, verder uitgewerkt door vooral Theodor Adorno. Zij zagen in een maatschappij die de massacultuur privilegieert de muziek ontaarden en menen dat Wagner geen ‘echte’ muziek meer kon componeren doordat hij het effect ervan op een muzikaal ongecultiveerd publiek centraal stelde. ”Ik beantwoord er, met Roger Scruton en Deryck Cooke, de vraag of wagnerisme een valide muziek esthetisch project kan zijn”, schrijft Mortier.Hoofdstuk 4 zet dan Wagners opvatting van een kunstreligie uiteen. Het gaat in wezen om een kunstvorm die voor de moderne staat het equivalent zou moeten zijn van wat de antieke Griekse tragedie was voor de Atheense stadsstaat, een instrument van gemeenschapsvorming. “Dat project is naar mijn mening intern contradictorisch: het probeert een ontwikkeling binnen de kunsten naar meer autonomie en naar een sacralisering van de kunstproductie te realiseren door er een werk voor ‘het volk’ van te maken. Maar de autonomisering van een kunst gaat altijd langs de instelling en versterking van een grens tussen leek en specialist”, schrijft Mortier. Hoofdstuk 5 toont hoe Wagner is geradicaliseerd tot een anarchistisch communist vanuit zijn gedachte dat de opera ernstig moest worden genomen en geen vertier mocht zijn voor rijke burgers en aristocraten, en hoofdstuk 6 illustreert hoe je dat gedachtegoed terugvindt in ‘Der Ring des Nibelungen’. “Je kunt dat werk ‘consumeren’ zonder iets af te weten van Wagners revolutionaire denkbeelden in die periode en interpretatief weinig missen”, schrijft Mortier. “Maar als je weet wat hij dacht, zie je ook hoe dat “Der Ring” heeft vormgegeven. Wagner hield zijn twee publieke personae, de publicist en de operacomponist, netjes gescheiden. Ik hou in de volgende hoofdstukken die wisselwerking tussen zijn artistieke werk en de sociale en politieke achtergrondfilosofie aan”.Vanaf hoofdstuk 6 komen achtereenvolgens  Der Ring des Nibelungen, Die Meistersinger von Nürnberg, Ultranationalisme, en Parsifal aan bod. Hoofdstuk 7 brengt een close reading van Die Meistersinger von Nürnberg en hoofdstuk 8 schetst er de achtergrondfilosofie van. “Wagner is inmiddels van extreemlinks opgeschoven naar rechts, en ook steeds extremer. Nogal wat van die opera kun je koppelen aan zijn volksnationalisme en antisemitisme – opnieuw zonder dat de opera daarom zo moet worden gelezen, dankzij de zelfcensuur van de dichter-componist”, zo lezen we. “In hoofdstuk 9”, zo lezen we verder, “geef ik een dieptelezing van Parsifal. De achtergronden bij dat werk breng ik in twee hoofdstukken, hoofdstuk 10 over de betekenis van Parsifal als laatste realisatie van de kunstreligie en hoofdstuk 11 over de politieke denkbeelden van de laatste Wagner. Dat hoofdstuk behandelt ook de vraag naar het protofascistisch karakter van zijn verhandelingen in deze periode.” De hoofdstukken 10 en 11 gaan over Het eindpunt van de kunstreligie en de laatste Wagner. Conclusies “Wagner mit uns”, luisterepiloog (5 stappen om Wagner te leren beluisteren), bibliografische informatie en het register ronden het boek af. Een aanrader.Freddy Mortier (°1958) (foto) studeerde aan de Universiteit Gent en aan de Sorbonne. Hij doceert ethiek aan de Universiteit Gent, publiceert voornamelijk over (bio-)ethische onderwerpen, en schreef boeken over godsdienstfilosofie en over filosoferen met jongeren. Hij is de pro-vicerector van de Universiteit Gent en staat er aan het hoofd van een centrale eenheid die het universiteitsmuseum (GUM), de plantentuin en het archief overkoepelt.Freddy Mortier, Richard Wagner, de man die opera voor het volk maakte 295 bladz. uitg. Polis ISBN 978-94-6310-509-5