In dit boek staan 16 minder bekende maar bijzondere, vrouwelijke componisten van het begin van de 18de – tot het einde van de 19de eeuw centraal.De mezzosopraan Andrea Schwab (foto), richtte zich vooral op hun leefomstandigheden, wat motiveerde deze vrouwen om te componeren en, in sommige gevallen, uitmuntende werken te maken, welke omstandigheden waren hiertoe gunstig, waardoor een grotere productiviteit misschien onmogelijk was, en hoe was het voor hen mogelijk om zelf hun concerten te organiseren en er goedkeuring en publiek voor te krijgen? Om deze vragen te beantwoorden zijn portretten gemaakt van vrouwen die in hun tijd iets totaal nieuws en riskanter durfden en daarmee de grenzen van de conventie hebben overschreden. Ze waren veelal pianiste, zangeres of lerares en of schreven libretti.De 16 componistes zijn Wilhelmine Friederike Sophie (1709-1758), geboren prinses van Pruisen, markgravin van Bayreuth, zangeres en librettiste, Maria Antonia Walpurgis (1724-1780), keurvorstin van Saksen, prinses van Beieren, zangeres en librettiste, Marianna Martines (1744-1812) pianiste, zangeres en pedagoog, Maria Theresia Paradis (1759-1824), pianovirtuoze, zangeres en docente, Marianna Auenbrugger (1759-1782), pianiste, Karoline Bayer (1758-1803), violiste en reizende virtuoze, Marie Antoinette (1755-1793) (Maria Antonia) Aartshertogin van Oostenrijk, koningin van Frankrijk, musicus en actrice, Anna Amalia (1739-1807), hertogin van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren prinses van Braunschweig-Wolfenbüttel – prinses, musicus en schrijster, oprichtster van het Weimarhof van Muzen, Josepha Barbara Auernhammer (1758-1820), pianiste en pedagoog, Eleonore Sophia Maria Westenholtz (1759-1838), geboren Fritscher, pianiste, Nannette Stein-Streicher (1769-1833), geboren Stein, pianist, zangeres, pianobouwer en onderneemster, Josepha Müllner-Gollenhofer (1768-1843), harpvirtuoze en, lerares, Katharina Cibbini-Koželuch (1785-1858), pianiste, pianolerares, sponsor en politica, Marianna Czegka (1786-1849), zangeres en zanglerares, (dochter van Josepha Auernhammer), Jeannette Antonie Milder-Bürde (1799-?), zangeres en docente, en Julie von Baroni-Cavalcabò (1813-1887), pianiste, leerlinge van Franz Xaver Mozart.Marianna Auenbrugger bv. de dochter van de beroemde arts, Leopold Auenbrugger (foto), was een hoog aangeschreven pianiste en componiste in Wenen. Samen met haar zus Caterina Franziska was ze een leerlinge van Joseph Haydn en Antonio Salieri. In 1780 wijdde Haydn een cyclus van zes sonates aan de twee zusters (Hob XVI: 35-39 en 20). Toen Marianne in 1782 stierf, publiceerde Salieri, op eigen kosten, haar Klaviersonate in Es samen met zijn eigen begrafenis Ode ‘De si piacevoli’.Josepha Barbara Auernhammer werd in Wenen geboren als elfde kind van Johann Michael Auernhammer en Elisabeth Timmer. Josepha Barbara Auernhammer studeerde bij Georg Friedrich Richter, Leopold Anton Kozeluch en vanaf 1781, bij Mozart, op wie ze verliefd werd. Mozart droeg zijn Vioolsonates K. 296 en K. 376–80 aan haar op. Auernhammer corrigeerde het drukken van verschillende sonates van Mozart. Tijdens een huisconcert in het Passauerhof in Wenen op 23 november 1781 speelden ze Mozarts Sonate voor twee piano’s K. 448 en het dubbelconcert K. 365. Verdere gezamenlijke concertoptredens vonden plaats in januari 1782 en in mei 1782. Na de dood van haar vader, zorgde Mozart voor huisvesting voor haar bij gravin Waldstätten, in de wijk Leopoldstadt in Wenen. In 1786 trouwde ze met Johann Bessenig (ca. 1752 – 1837), met wie ze vier kinderen kreeg. Ze nam regelmatig deel aan concerten op privélocaties en in het Burgtheater. Al op 25 maart 1801, direct nadat het werk voltooid was, speelde ze het Pianoconcerto in C, op 15 van Ludwig van Beethoven. Maria Theresia von Paradis was de dochter van Joseph Paradis, rijksminister van handel en hofraadsman van keizerin Maria Theresia. Tussen haar tweede en vijfde levensjaar begon zij haar gezichtsvermogen te verliezen. Von Paradis werd van eind 1776 tot medio 1777 behandeld door de Duitse arts Franz Anton Mesmer; hij was in staat om haar gezichtsvermogen tijdelijk te verbeteren totdat zij uit zijn zorg werd verwijderd. Onduidelijk is of dit was vanwege een mogelijk schandaal of vanwege het potentiële verlies van een invaliditeitstoelage. Wat echter wel vaststaat, is dat Von Paradis na het vertrek van Mesmer permanent blind werd. In 1783 maakte ze een uitgebreide rondreis naar Parijs en Londen, vergezeld door haar moeder en haar librettist Johann Riedinger. In augustus van dat jaar bezochten zij de Mozarts in Salzburg. Vervolgens speelde ze in Frankfurt en diverse andere Duitse steden, waarna zij terechtkwam in Zwitserland. In maart 1784 bereikte zij de Franse hoofdstad. Haar eerste concert daar was bij de Concert spirituel. In totaal trad zij 14 keer op in Parijs met goede recensies tot gevolg. Tevens steunde ze Valentin Haüy bij het stichten van de eerste school voor de blinden, die opende in 1785.Andrea Schwab Außergewöhnliche Komponistinnen, Weibliches Komponieren im 19. Jahrhundert. Von Maria Theresia Paradis über Josepha Barbara Auernhammer bis Julie von Baroni-Cavalcabò Duits 155 bladz. geïllustreerd uitg. Hollitzer ISBN 978-3-99012-587-8