De zeven symfonieën van Sergej Prokofiev worden terecht erkend als een van de belangrijkste, muzikale cycli van de 20ste eeuw. Van de frisse vitaliteit van de jeugdige ‘Klassieke’ symfonie tot de visceraal opwindende derde, van de vijfde symfonie die voor Prokofiev, ‘de grootsheid van de menselijke geest’ vertegenwoordigde, tot de oprecht diep ontroerende zesde symfonie, bekroond door de bitterzoete, zevende symfonie, zijn laatste belangrijk werk, is deze uitgave een onvergetelijke verzameling.Prokofiev begon aan zijn 1ste symfonie in 1916, tijdens een vakantie op het platteland als oefening in het componeren zónder gebruik te maken van de piano. Hij kreeg het idee voor deze “Klassieke” symfonie toen tijdens zijn studie aan het conservatorium, zijn leraar Sergej Tanejev hem voorbereidde om muziekwerken van Haydn te dirigeren. Inspiratie voor het licht en transparant, 18de-eeuws karakter, kreeg hij aan het openstaand gietijzeren hekken van het desolaat en verlaten Winterpaleis, ten tijde van de revolutie. De symfonie ging in april 1918 in première in Petrograd o.l.v. Prokofiev zelf.Prokofievs 2de symfonie in re klein op.40, acht jaar na de Klassieke Symfonie gecomponeerd, leek wel een uitdagende ode aan het modern tijdperk, getuige de aanhoudende, mechanische ritmen die machines imiteren in de eerste beweging (Allegro ben articolato), zijn ruwe, expressionistische, dissonante harmonieën, de ogenschijnlijk onpeilbare vormen (er zijn slechts twee bewegingen, waarvan de tweede beweging uit een Andante thema (dolce e semplice) met 6 variaties bestaat), en de zeer brede kijk op tonaliteit. De symfonie “Van ijzer en staal”, die qua expressie, geïnspireerd was door de muzikaal urbanistische stijl van “Pacific 231” van Honegger, en formeel door Beethovens Pianosonate nr. 32, op. 111, ging in 1925 in première in Parijs, o.l.v. Sergej Koussevitsky, aan wie de symfonie werd opgedragen. Ondanks de prachtige muziek van de tweede beweging, geïnspireerd door een bezoek dat Prokofiev bracht aan Japan, bleef het succes echter uit. De symfonie werd niet meer uitgevoerd en belandde in de vergetelheid. Prokofiev was in 1953 nog van plan om de symfonie in drie i.p.v. twee bewegingen te herwerken, zo ver dat ze het opusnummer 136 zou krijgen, maar hij overleed voor hij de herzieningen kon uitvoeren.Prokofievs opera “De Vuurengel”, een macaber liefdesverhaal tegen de achtergrond van demonische bezetenheid, was door Bruno Walter gepland voor uitvoering in het seizoen 1927–1928 in de Staatsopera van Berlijn, maar deze productie is nooit gerealiseerd. In feite werd de opera nooit opgevoerd tijdens Prokofievs leven. Prokofiev, die jaren aan de opera had gewerkt, aarzelde om de muziek te laten wegkwijnen. Na het horen van een concertuitvoering van de tweede akte in Franse vertaling in de Salle Pleyel in Parijs, door Serge Koussevitzky in juni 1928, paste hij delen van de opera aan om er zijn derde symfonie van te maken. Kort daarna herschreef hij op vergelijkbare wijze zijn ballet“, Le Fils prodigue” (“The Prodigal Son”/“De verloren zoon”) als zijn symfonie nr. 4.“De Vuurengel” (“Ognenny Angel”) is een roman over de spanning tussen seksualiteit en spiritualiteit, van de Russische schrijver Valery Brjoesov. De Russische dichter, prozaschrijver, dramaturg, vertaler, criticus en historicus, Valeri Jakovlevitsj Brjoesov (1873-1924) (foto) was door zijn mystiek en esoterie, één van de grondleggers van het Russisch symbolisme. De roman verscheen voor het eerst van 1907 tot 1908 in het Russisch, literair maandblad, “Vesy”, en werd vervolgens in boekvorm in twee delen gepubliceerd in 1908. Het verhaal speelt zich af in het 16de-eeuws Duitsland en toont een driehoeksrelatie tussen Renata, een jonge, gepassioneerde vrouw, Ruprecht, een huurling of dolende ridder, en Madiel, de vuurengel. De roman vertelt het verhaal van Ruprechts pogingen om de liefde van Renata te winnen, wiens spirituele integriteit wordt ondermijnd door haar deelname aan occulte praktijken. De roman is dan ook een nauwgezet verslag van het 16de-eeuws Duitsland, met name Keulen, en de wereld van Luther, hekserij en het occulte, met personages zoals Heinrich Cornelius Agrippa von Nettesheim, en Faust en Mephistopheles.De 3de symfonie, opgedragen aan Nikolai Myaskovsky, ging op 17 mei 1929 in première door het Orchestre Symphonique de Paris o.l.v. Pierre Monteux. Na een gepassioneerd eerste thema door de strijkers, zorgt een melancholisch tweede thema door de fagotten en lagere strijkers, voor contrast. De zich herhalende figuur, ondersteund door ritmische akkoorden, is ontleend aan de passage met de hallucinaties en klachten van Renata uit de eerste akte van de opera. Meteen daarna klinkt een lyrisch thema, oorspronkelijk het leidmotief van Renata’s liefde voor de engel. De stemming van de eerste episode van die eerste beweging is die van pijnlijke spanning, grenzend aan geweld. De doorwerking neemt een groot deel van de entr’acte muziek uit de derde akte van de opera in beslag. Naast de reeds gehoorde thema’s, haalde Prokofiev Ruprechts heroïsch leidmotief in het koper aan.De tweede beweging, een meditatief andante, toont het talent van Prokofiev in het creëren van een fragiele, ragfijne schriftuur. Het andante is opmerkelijk vanwege de sfeer van esoterie en betovering. Het langzaam en archaïsch thema van het begin is het thema, waarmee de vijfde akte van “De Vuurengel” begint. In de tweede episode van de beweging passeren het thema van de helderziendheid uit de eerste akte, en speelt een solo-viool het leidmotief van Faust uit de vierde akte. Het tweede thema is ontleend aan de muziek in de scène rond de waanzin of hysterie in het klooster in de vijfde akte van de opera, waar verschillende nonnen geplaagd worden door demonen. In de derde beweging horen we hybride elementen uit beide voorgaande bewegingen.Prokofiev besloot reeds in 1947 om na de succesvolle premières van zijn Vijfde en Zesde Symfonie (respectievelijk in januari 1945 en december 1947), om ook zijn Vierde symfonie, op. 47, uit 1930, te herzien. De originele vier bewegingen waarin hij in de tweede en derde beweging, thematisch materiaal uit zijn ballet “Le Fils prodigue” (foto) voor de Ballets Russes van Sergej Diaghilev had verwerkt, bleven grotendeels intact, maar de veranderingen betroffen aanpassingen in zijn stijl van dat moment.De eerste wijziging was om enkele passages in te voegen of uit te breiden, die overwegend beschouwend waren, met een sterke nadruk op lyrische melodiek. Zo verwerkte hij in de tweede beweging, Allegro marcato, een thema dat oorspronkelijk bedoeld was voor de “Brief scène” in zijn ballet “Romeo & Julia” uit 1935. De veranderingen in de Vierde symfonie waren zo betekenisvol, dat Prokofiev voor zijn nieuw orkestraal fresco, dat nu na een Andante inleiding, opende met een Allegro eroico, zelfs een nieuw opusnummer (op. 112), aan de tweede versie gaf.De Symfonie nr. 5 in Bes, op. 100, is na “De Klassieke”, Prokofievs meest bekende symfonie. Hij componeerde dit meesterwerk wel 14 jaar na zijn vorige symfonie (op. 47) tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarom wordt de symfonie ook wel eens zijn “Oorlogssymfonie” genoemd. De tweede beweging, “Allegro marcato” is sarcastisch en bijtend doordringend. Het “Adagio” is een lange, hartverscheurende klacht, terwijl de finale dan weer uiterst levendig is. Prokofiev zei zelf, “Deze symfonie drukt de grootheid van de menselijke geest uit, een eerbetoon, en is het einde van een creatieve periode”. De eerste uitvoering vond plaats in Moskou in januari 1945. Prokofiev dirigeerde zelf.Over zijn 6de Symfonie, gecomponeerd in drie bewegingen, als een elegie over de tragedies van de Tweede Wereldoorlog, zei Prokofiev, “Nu zijn we verheugd over onze grote overwinning, maar ieder van ons heeft wonden die niet kunnen worden genezen. De een heeft dierbaren verloren, de ander heeft zijn gezondheid verloren. Deze mogen niet worden vergeten”. De symfonie werd in 1948 door de Sovjetregering veroordeeld op grond van het tweede Zjdanov-decreet wegens het niet in overeenstemming zijn met partijregels, maar werd gunstig onthaald door de critici.De finale van deze symfonie is dubbelzinnig. Het levendig hoofdthema, aanvankelijk gespeeld door de violen, wordt beantwoord met beukende pauken en koper, als een herhaalde bedreiging. Een ondergeschikt thema volgt in de houtblazers en gaat gepaard met een opvallend ritme op strijkers. De twee thema’s worden vervolgens ontwikkeld en uiteindelijk gecombineerd. Echter, een treurige fagot beëindigt dan de vorige activiteit en er komt een tot nadenken stemmende terugkeer van het melancholisch hobothema uit de eerste beweging, alsof Prokofiev opnieuw wilde herinneren aan de oorlogspijnen. Na de meditatie wordt de dreiging van pauken en koper hervat, dit keer geaccentueerd, en de symfonie eindigt met een sardonische roep in het koper, een combinatie van F Groot met D Groot, voor het ultiem Es majeur slotakkoord weerklinkt. Een uniek moment in de geschiedenis van de muziek van de 20ste eeuw!De Zevende symfonie in cis klein, op. 131, werd voltooid in 1952, een jaar voor zijn overlijden. Het grootste deel van de symfonie is emotioneel ingetogen, nostalgisch en melancholisch van stemming, inclusief het einde van de laatste beweging, Vivace. Prokofiev werd er later van overtuigd, een energieke en optimistische coda toe te voegen om de Stalin-prijs van 100.000 roebel te winnen. Voordat hij stierf, gaf Prokofiev weliswaar aan dat het oorspronkelijk rustig einde, zijn voorkeur had. De première werd goed ontvangen. In 1957, vier jaar na zijn overlijden, werd de symfonie bekroond met de Leninprijs. Naast de 7 symfonieën, bevat de box ook “Dreams”, “Scythian Suite”, “Autumnal Sketch”, “The Prodigal Son”, “The Year 1941”, “Waltz Suite”, “Lieutenant Kijé Suite” en “The Love for Three Oranges” (fragmenten).Prokofiev Complete Symphonies São Paulo Symphony Marin Alsop 6-cd Box 8.506038