Antonio Vivaldi’s Concerti voor strijkers, onderverdeeld in ripieno (tutti) en een klein concertino, behoren waarschijnlijk tot zijn eigenzinnigste werken. Op deze opname, de eerste samenwerking tussen Academia Montis Regalis en Enrico Onofri als chef-dirigent, worden de briljantste gepresenteerd, werken waarin Vivaldi soms extreem durfde te experimenteren.Het Concerto ripieno werd soms een “concerto a quattro” genoemd of “a cinque”, wanneer het orkest twee altvioolpartijen bevatte, wat een standaardbezetting was in de 17de eeuw. Het was een compositie voor strijkorkest en continuo zonder solopartijen of ondergeschikte partijen. Vanaf de 6 Concerti ripieno, op. 5 (1692), van Giuseppe Torelli, kende het genre tot ongeveer 1740, een grote bloei. De meeste concerti rirpieno vielen onder twee verschillende categorieën, een sonatetype en een sinfonia type. Het sonatetype weerspiegelde door een vierdelige langzame-snel-langzaam-snelle structuur en een overwegend fugatische textuur, over het algemeen de vorm en stijl van de sonata da chiesa. Het modernere sinfonia-type met een drievoudig (snel-langzaam-snel) patroon en de meer homofone textuur van het soloconcerto en de opera sinfonia, ontstond met Torelli’s tweede publicatie concerti, op. 6 (1698), en Giulio Taglietti’s Concerti a Quattro, op. 4 (1699). In de jaren 1720, fuseerde het sinfonia-type geleidelijk met de vroege sinfonia concertante, omdat de term concerto tegen die tijd, een onuitwisbare associatie kreeg met het contrast, tutti-solist van het populair geworden soloconcerto.Op de cd staan o.a. RV 129 “Concerto madrigalesco”; RV 151 “Concerto alla rustica”; RV 158 “Concerto ripieno”; RV 163 “Concerto Conca” en de Sinfonia’s, “Il Coro delle Muse”, RV 149 en “al Santo Sepolcro”, RV 169. In het Concerto RV151 ‘Alla rustica’, zijn de uitvoerders Emiliano Rodolfi, Simone Laghi, Thomas Meraner en Alessandro Nasello. Paolo Perrone en Alessandro Palmeri Academia spelen in het Concerto nr. 12, RV 159 het ripieno.De Stichting Academia Montis Regalis werd in 1994 geboren in Mondovì, een kleine stad in het zuiden van Piemonte, in de provincie Cuneo. Het doel is de studie en uitvoering van muziek uit het barokrepertoire, uitgevoerd volgens de historische uitvoeringspraktijk op originele instrumenten uit die tijd of op moderne kopieën daarvan. Voorzitter en artistiek directeur vanaf de oprichting tot 2018 waren achtereenvolgens Dr. Giuseppe Battaglia (1929-2018) en Giorgio Tabacco. In december 2018 werd de functie van artistiek leider toegekend aan Gastón Fournier-Facio. Onder de vicevoorzitters van de Stichting waren de jurist, Giorgio Lombardi (1935-2010) en de bekende musicoloog, Alberto Basso (1931). De stichting heeft ook een wetenschappelijke commissie met historici en musicologen als Annarita Colturato, Lutz Lüdemann, Andrea Merlotti, Alberto Rizzuti en Alberto Basso.Sinds haar oprichting heeft de stichting het leven geschonken aan de Barok en Klassiek Orkestopleidingen in Mondovì, met als doel om aan jonge Italiaanse en buitenlandse musici die geïnteresseerd zijn in het 17de-18de-eeuwse repertoire, de kans te bieden om een unieke ervaring in zijn soort in Italië op te doen. Zo ontstond het orkest met originele instrumenten Academia Montis Regalis, dat in de eerste jaren van zijn bestaan werd geleid door de belangrijkste internationale specialisten op het gebied van oude muziek, zoals Ton Koopman, Jordi Savall, Christopher Hogwood, Reinhard Goebel en Monica Huggett. Aanvankelijk wijdde het orkest van de Accademia Montis Regalis zich aan de herontdekking van het muzikaal erfgoed van de Piemontese barokschool. Tot de belangrijkste resultaten op dit gebied behoren de opnames van Gaetano Pugnani’s ouvertures en zijn Melologo Werther, een orkestsuite uit ca. 1795, die respectievelijk in 1996 en 1998 verschenen o.l.v. Luigi Mangiocavallo, destijds chef-dirigent van het orkest.In 2001 werd de leiding van het orkest overgenomen door Alessandro De Marchi. Tussen 2001 en 2006 nam het orkest deel aan het “Progetto Vivaldi”, de volledige editie van Antonio Vivaldi’s partituren bewaard in de Nationale Bibliotheek van Turijn, gecoördineerd door het Instituut voor Muzikaal Erfgoed van Piemonte bij de Franse platenmaatschappij Naïve (aanvankelijk Opus 111). Van de vijf albums die verschenen, verscheen in 2002 het oratorium Juditha Triumphans, dat talrijke internationale prijzen ontving (Gramophone Editor’s Choice, Diapason d’or, ‘Choc’ du Monde de la Musique), en de opera (dramma per musica), “Orlando finfo pazzo”, verscheen in 2004 (Gramophone Editor’s Choice, R10 de Classica-Répertoire). Door hun intense concertactiviteiten en opnames, ontvingen ze in 2006, de Abbiati-prijs, de meest prestigieuze erkenning in Italië op het gebied van muziek, uitgereikt door de Italiaanse Vereniging van muziekcritici.Tussen 2008 en 2009 werkte de Accademia Montis Regalis samen met de prestigieuze, Engelse platenmaatschappij, Hyperion, waarvoor ze drie belangrijke ‘Romeinse’ oratoria opnam, gecomponeerd rond het eind van de 17de en begin 18de eeuw, San Giovanni Battista (1675) van Alessandro Stradella, Davidis Pugna et victoria (1700) van Alessandro Scarlatti en The Triumph of Time and Disillusionment (1707) van Händel. Sinds 2010 is het orkest in residentie van de Innsbrucker Festwochen, één van ’s werelds belangrijkste festivals voor oude muziek. In hetzelfde jaar tekende het orkest een nieuw platencontract met Sony Music en begon daarmee te publiceren voor het platenlabel Deutsche Harmonia Mundi.De Italiaanse violist en dirigent. Enrico Onofri (° 1967) (foto) geboren in Ravenna, leerde viool spelen in zijn geboorteplaats voor hij naar het conservatorium van Milaan trok. Na zijn studie klassieke viool stapte hij over op de barokviool. Reeds als student was hij eerste violist van Jordi Savall’s Capella Reial de Catalunya. Onofri werkte ook samen met de Concentus Musicus Wien, het “Concerto Italiano” en het “Ensemble Mosaiques”. Sinds 1987 is hij solist en eerste concertmeester van het ensemble Il Giardino Armonico. Sinds 2000 leidt hij het door hem opgerichte “Ensemble Imaginarium”. Als dirigent maakte hij naam met andere ensembles, waaronder de “Academia Montis Regalis” en het Portugees barokorkest, “Divino Sospiro”, waarvan hij sinds 2005 chef-dirigent is. In 2000 benoemde het Conservatorio Bellini in Palermo, Onofri tot docent barokviool. In 2011 werd hij als gasthoogleraar uitgenodigd door het Department of Historical Performance Practice aan de Juilliard School in New York. Hij heeft een uitgebreide discografie met meer dan 40 cd’s en zeven video- of dvd-filmopnamen, voornamelijk met werken van Antonio Vivaldi, waaronder de veelgeprezen “Viva Vivaldi” met Cecilia Bartoli, maar ook vroege barokmuziek uit Italië en Frankrijk, en een live-opname van de Brandenburgse concerti van Bach.Tracklist:
Sinfonia “Il coro delle muse” en sol majeur, RV 149
Sinfonia “Al santo Sepolcro” en si mineur, RV 169
Concerto “Conca” en si bémol majeur, RV 163
Concerto “Madrigalesco” en ré mineur, RV 129
Concerto “alla Rustica” en sol majeur, RV 151Concerto en la majeur, RV 159
Concerto en ré mineur, RV 127
Concerto “Ripieno” en la majeur, RV 158
Concerto en sol mineur, RV 155
Concerto en mi mineur, RV 134
Concerto en do majeur, RV 114Vivaldi Concerti particolari Academia Montis Regalis Enrico Onofri cd Passacaille PAS1100