Jean-Baptiste Lully, Cadmus et Hermione, o.l.v. Vincent Dumestre, een uitgave van Château de Versailles Spectacles. Magistraal!

In 1672 verkreeg Jean-Baptiste Lully (1632-1687) van Lodewijk XIV, het Privilege van de Académie Royale de Musique. Een jaar later componeerde hij zijn eerste Tragédie lyrique, “Cadmus et Hermione”, wat een overweldigend succes was.Opera was in de loop van de 17de eeuw, zowel bij het hof als bij het muziekminnend publiek, heel populair geworden in Parijs. In 1669 werd aan de koning toestemming gevraagd tot de oprichting van een speciale voor de opera geschikte schouwburg. Deze kreeg officieel de naam Académie d’opera’s en werd in 1671 geopend. De eerste stukken die werden opgevoerd waren van Robert Cambert en Perrin. Maar Perrin moest naar de gevangenis vanwege een schuldenprobleem en Cambert kreeg al spoedig concurrentie van Lully, die in 1672 privileges van Perrin overnam en van de koning toestemming kreeg tot de oprichting van de overkoepelende “Académie Royale de Musique”, waar hij directeur van werd. In 1673 nam hij ook de privileges van Cambert over en kwam de koninklijke schouwburg volledig onder zijn beheer.Een kwart eeuw lang regeerde Jean-Baptiste Lully als de machtigste musicus in Frankrijk, en van daaruit was zijn invloed verspreid over heel West-Europa. Die macht was vooral voelbaar in het theater, in opera en ballet, hoewel hij veel had geïmporteerd uit zijn geboorteland Italië. Hij was ook essentieel in het creëren van een nieuwe stijl van de Franse ouverture. Lully behield Italiaanse componenten als de ouverture (maar met het ‘Frans’ schema langzaam-snel-langzaam), voegde introductiemuziek voor de dansers toe, voegde instrumentale delen bijeen tot symfonieën die sfeer of actie uitdrukten, en introduceerde enkele Italiaanse dansstijlen. Verder introduceerde Lully verschillende nieuwe instrumenten in het strijkorkest zoals hout- en koperblazers, wat nieuwe muzikale mogelijkheden bood, met een specifieke instrumentatie die werd doorgegeven aan zijn opvolgers, onder wie Rameau.Als directeur van de muziekacademie kreeg Lully van de koning de bevoegdheid opera’s en gelijkaardige producties in andere schouwburgen goed- of af te keuren, waardoor hij veel invloed kon uitoefenen op het geboden repertoire. Hij beperkte het aantal musici in dienst van andere theaters en had het volledige monopolie in het Franse muziekleven, gesteund door de openlijke bewondering voor zijn werk door de Franse koning en de vele privileges die hem geschonken waren. Het publiek vond zijn werk prachtig en in 1681 werd Lully, secretaire du roy.Een Tragédie lyrique of Tragédie mise en musique, was het belangrijkste operagenre aan het Franse hof van de 17de– en 18de eeuw. Het genre werd door Lully ontwikkeld uit elementen van de Franse tragedie, het komedieballet, het ballet de cour en de Italiaanse opera, en werd later stilistisch voortgezet door Rameau. Een tragédie lyrique bestond uit een allegorische proloog, die meestal betrekking had op actuele politieke gebeurtenissen of op gebeurtenissen aan het hof, en de eigenlijke Tragédie, bestaande uit vijf bedrijven. De verhalen en de onderwerpen kwamen meestal uit de Griekse en Romeinse mythologie. Belangrijke bestanddelen van de Tragédie lyrique waren de korte, syllabisch gezongen aria’s en duetten, de declamatorische monologen en de vele intermezzi met dans en pantomime. De eerste Lyrische tragedies van Lully waren “Cadmus et Hermione” (1673), “Alceste” (1674), “Thésée” (1675) en “Atys” (1676).Wanneer “Cadmus et Hermione” in 1673, in de Salle du Bel-Air of Salle du Jeu de Paume de Béquet in Parijs, voor het eerst werd opgevoerd, was de Franse koning in oorlog met Willem III van Oranje. Lully en zijn librettist Quinault, lieten in hun opera geen twijfel bestaan over de uitkomst, de Apollo-koning zou zegevieren over de draak. Met zijn tragédie en musique (tragédie lyrique), “Cadmus et Hermione”, werd tevens de oprichting van de Académie royale de musique gevierd en het ontstaan van de Franse opera, een combinatie van tragedie, muziek, zang, ballet en speciale effecten. De nimf, Hermione (Harmonia), de dochter van Mars en Venus, wordt in opdracht van haar vader, gevangen gehouden door de reus, Dracon, aan wie Mars zijn dochter had beloofd. Dracon haar laat bewaken door een draak. De Thebaanse koning, Cadmus, is verliefd op haar, en weet met de hulp van Athene en Amor, weliswaar tot grote woede van Mars, de draak te verslaan. Het huwelijk van Cadmus en Harmonia was er een zoals nooit tevoren. Nooit eerder trouwde een godendochter een sterveling, en nooit eerder waren er zoveel goden aanwezig bij een bruiloft.Net als zijn eerdere werken, divertissements, ballets de cour en comédies-ballets, liet Lully de stemmen en het orkest schitteren en vermenigvuldigde hij de uitzonderlijke stukken die het hof aanspraken. Samen met de librettist Philippe Quinault introduceerde hij de dramatische kracht van de Franse tragedie in een exclusief muzikaal werk, waarbij het publiek betoverd werd door heroïsche liefdes die weelderig werden afgebeeld. Met zijn eerste tragische helden en eerste grote amoureuze duetten op Franse wijze, werd de lyrische tragedie, geboren. In 2008 heeft Vincent Dumestre dit werk op briljante wijze nieuw leven ingeblazen. Nu is deze prachtige productie om 350 jaar Académie Royale de Musique te vieren, op cd beschikbaar. Niet te missen!Rolverdeling:

Thomas Dolié: Cadmus

Adèle Charvet: Hermione

Eva Zaïcik: Charité, Melisse

Lisandro Abadie: Arbas, Pan

Guilhem Worms: Le Grand Sacrificateur, Jupiter

Nicholas Scott: Arcas (Dieu Champêtre), La Nourrice

Virgile Ancely: Draco, MarsEnguerrand De Hys: Premier Prince Tyrien, Le Soleil

Olivier Fichet: Second Prince Tyrien

Benoit-Joseph Meier: L’Envie, Premier Africain

Kaëlig Boché: Second Africain, Echion

Brenda Poupard: L’Amour, Palès, Junon

Marine Lafdal-Franc: Aglante, Pallas, HymenEnsemble Aedes en Le Poème Harmonique o.l.v. Vincent Dumestre

Lully Cadmus & Hermione Le Poème Harmonique Vincent Dumestre 2 cd Château de Versailles Spectacles CVS037