“Mendelssohn, String Quintets”, door Bartholdy Quintett, op het label Avi. Het hoogste niveau van musiceren. Schitterend!

Naast deze van Mozart, Brahms en Dvořák, zijn de twee magnifieke strijkkwintetten van Felix Mendelssohn, waarschijnlijk de bekendste strijkkwintetten van het klassiek repertoire. Het Bartholdy Quintet werd in 2009 opgericht door de 5 leden die er nog steeds zijn, hoewel de leden elkaar al kennen uit hun studententijd. Deze cd is de 2de van het ensemble voor het Avi-label in coproductie met SWR 2, na hun eerste zeer geprezen cd met werken van Bruckner en Zemlinsky in 2016. Op de cd staan Mendelssohns virtuoze Strijkkwintetten in A, op. 18 (1826) en in Bes, op. 87 (1845), en als bonustracks, de oorspronkelijke 3de beweging van op. 18 (Minuetto. Allegro molto) en een alternatieve 4de beweging (Allegro molto vivace) van op. 87, in een arrangement van Julius Rietz (1812-1877). Het eerste kwintet werd gecomponeerd in 1826, kort na de voltooiing van het geniaal Strijkoctet, toen Mendelssohn amper 17! jaar oud was. Ontevreden met het origineel menuet als tweede beweging, verving hij het in 1832, door een langzame beweging, (Intermezzo: Andante sostenuto), gecomponeerd ter nagedachtenis aan zijn vriend, de violist Eduard Rietz. Het is deze herziene versie van het kwintet die in hetzelfde jaar in Bonn verscheen.Een strijkkwintet kan bestaan uit twee violen, een altviool en twee celli, twee violen, twee altviolen en een cello, of twee violen, een altviool, een cello en een contrabas. De bezetting van twee violen, twee altviolen en één cello, is in de meeste gevallen de standaard. Voor die bezetting componeerde Boccherini twaalf van zijn 142! kwintetten, Mozart zes, Louis Spohr zeven, Beethoven, Bruckner en Max Bruch ieder elk één, Mendelssohn en Brahms, elk twee, en Dvořák, drie. Joseph Haydn, die wel 68 strijkkwartetten componeerde, componeerde daarentegen geen enkel strijkkwintet. In 1787 domineerden de strijkkwintetten K515 en K516, het instrumentaal oeuvre van Mozart. Het was het jaar dat eindigde met de première van zijn “Don Giovanni”. Ze toonden een componist op het toppunt van zijn creatieve krachten, in een genre waarnaar hij veertien jaar niet was teruggekeerd, en dat hij tot een hoge mate van perfectie bracht. De zes strijkkwintetten van Mozart, en vooral de laatste vier (K 515, K 516, K 593 en K 614), worden vaak genoemd als een van de beste voorbeelden van zijn kamermuziek. Mozart componeerde altijd kort na de voltooiing van een reeks kwartetten, een strijkkwintet, alsof het medium een meer ideale en definitieve realisatie van de muzikale gedachten van de componist vertegenwoordigde. George Onslow (1784-1853), die vooral bekend bleef om zijn kamermuziek in de lijn van Haydn, Mozart en Beethoven, bood als meester van het kwintet, verschillende bezettingen aan. De twee kwintetten, Quintet No. 23 in A minor op 58 en Quintet No. 31 in A major op. 75 bv., componeerde hij voor strijkkwartet en contrabas.Eduard Rietz, die Mendelssohn vioolles gaf, werd in 1802 in Berlijn geboren als zoon van een violist in het hoforkest. Vader Rietz was zijn eerste leraar en voor zijn verdere vioolstudie ging hij naar een leerling van Viotti, Pierre Rode, die van 1814 tot 1819 in Berlijn woonde. In 1819 trad Rietz toe tot het Berlijns hoforkest en werd de dirigent tot 1825, na meningsverschillen met Spontini, die zijn positie bedreigd voelde door het succes van Webers “Der Freischütz” en de nieuwe, Duitse romantische muziek. In 1826 richtte Rietz het orkest op dat via de “Frühere Bilsesche Kapelle“ o.l.v. Ludwig Ritter von Brenner (1833-1902), in 1882, de … Berliner Philharmoniker zou worden. “Ahnvater” van de Berliner Philharmoniker, was nl. Johann Ernst Benjamin Bilse (1816-1902). In 1829 leidde Rietz het orkest bij Mendelssohns uitvoering van Bachs Matthäus-Passion, waarvoor hij en zijn jongere broer Julius, de partijen hadden gekopieerd. Deze uitvoering was de eerste uitvoering van dit meesterwerk sinds het overlijden van Bach in 1750. Het overlijden van Eduard Rietz aan tuberculose in 1832, deed Mendelssohn veel verdriet, maar hij kon later rekenen op de steun van zij broer, Julius (foto), een cellist, als assistent-dirigent in Düsseldorf. De associatie van Mendelssohn met de gebroeders Rietz was hecht. Ze speelden samen kwartetten bij de Mendelssohns thuis in Berlijn en het was voor Eduard dat Mendelssohn in 1822, zijn Vioolconcerto in re klein voor viool en strijkorkest componeerde en aan wie hij zijn Octet op. 20 (1825) en zijn Vioolsonate in fa klein op. 4 (1823) opdroeg. Het Strijkkwintet nr. 2 werd gecomponeerd in 1845, toen Mendelssohn ongeveer 36 jaar oud was. Het werd in 1851 postuum gepubliceerd en door de eerste uitgever, Breitkopf und Härtel, omschreven als “Nr. 16 der nachgelassenen Werke”.“In februari 2009, op een datum die heel dicht bij de viering van Mendelssohns 200ste verjaardag lag”, zo lezen we in het bijbehorend boekje, “kwamen we voor het eerst samen in een kwintetbezetting om een klein concert te geven in de vorm van een openbare repetitie. Het repertoire was snel gekozen: er moest minimaal één stuk van Mendelssohn op staan. Na dat succesvol experiment kozen we spontaan voor de tweede achternaam van de componist voor ons nieuwe kwintet. Een andere inherente uitdaging ligt in de eerder genoemde ‘spontane kamermuziekfeesten’: de twee Mendelssohn-kwintetten zijn gewoon te moeilijk om onbeschoft te behandelen. Zo blijven in een onvoldoende ingestudeerd Bes-groot kwintet de hoofdpartijen niet van elkaar te onderscheiden te midden van een tumult van zestiende noten. Artiesten kunnen verstrikt raken in de uitdagende virtuoze polyfonie van het laatste deel van het A Major Quintet. In het Scherzo is er een op de tenen staand spiccato evenwichtsoefening die er voor kan zorgen dat onvoldoende voorbereide uitvoerders hals over kop in de kloof tuimelen (zelfs als de tweede altviool gezichtsverlies weet te voorkomen in de eerste acht solomaten).”In het geval van Mendelssohn kon de tijd tussen een voltooide compositie en de daaropvolgende publicatie soms meerdere jaren in beslag nemen. Hij voerde regelmatig belangrijke veranderingen door, waaronder coupures. De redenen voor dergelijke veranderingen zijn ons vandaag de dag vaak niet meer duidelijk. In bepaalde gevallen is het zelfs niet duidelijk of Mendelssohn zelf verantwoordelijk was voor de wijzigingen, of dat ze met zijn goedkeuring zijn aangebracht of niet. Het fundamenteel dilemma bij het werken met deze bronnen is dat men prioriteit moet geven aan ofwel het gesigneerd manuscript ofwel aan de eerste gedrukte editie. We hebben besloten om deze werken op te nemen volgens het manuscript van Mendelssohn, waarbij we alle coupures vermijden. Als alternatief hebben we de latere versie van de finale van het Bes-majeurkwintet toegevoegd, die mogelijk niet door Mendelssohn zelf, maar door Julius Rietz werd aangepast.Het Bartholdy Quintett, dat zijn Anke Dill en Ulf Schneider, viool, Volker Jacobsen en Barbara Westphal, altviool en Gustav Rivinius, cello. Anke Dill, geboren in Stuttgart, studeerde viool bij Nora Chastain, Shmuel Ashkenasi, Yair Kless en Donald Weilerstein. Ze heeft prijzen en onderscheidingen gewonnen en concerteerde als soliste en als kamermusicus in een breed scala aan ensembles en prestigieuze klassieke muziekpodia in de VS, Japan, China en in heel Europa. In 2004 werd Anke Dill benoemd tot vioolprofessor aan de Staatliche Hochschule für Musik und Darstellende Kunst Stuttgart.Ulf Schneider studeerde viool bij Jens Ellermann, Felix Galimir en Thomas Zehetmair. Als medeoprichter van het befaamde Trio Jean Paul was hij eerste prijswinnaar op de internationale kamermuziekwedstrijden van Osaka, Melbourne en Bonn. Wijdverbreide activiteiten als lid van een duo, het Jean Paul Trio en het Bartholdy Quintet, hebben ertoe geleid dat hij regelmatig optrad in prestigieuze concertseries en op muziekfestivals in Europa, Noord-Amerika, Zuid-Amerika en Australië. Schneider is ook voorstander van samenwerkingen met acteurs en actrices in programma’s die muziek en gesproken woord combineren. Hij bekleedt de functie van vioolprofessor aan de Hochschule für Musik, Theater und Medien Hannover.Barbara Westphal won in 1983 de hoofdprijs in de categorie altviool solo op de gerenommeerde ARD International Muziekwedstrijd in München en ontving datzelfde jaar de Busch Prijs. Ze studeerde bij Itzhak Perlman en bij Michael Tree (van het Guarneri Quartet). Van 1978 tot 1985 was ze lid van het Delos Quartet (VS), wat haar ertoe bracht deel te nemen aan een groot aantal internationale optredens en een groot aantal radio- en LP-opnames, waarbij ze de eerste prijs won op de International String Quartet Competition in Colmar, Frankrijk (1981). Barbara Westphal concerteert als soliste en kamermusicus over de hele wereld, en haar solo-opnames getuigen van haar talent in een aantal muzikale domeinen. Ze is professor voor altviool aan de Musikhochschule in Lübeck.Volker Jacobsen studeerde altviool aan de Lübeck Academy of Music bij prof. Barbara Westphal. Van jongs af aan is hij hartstochtelijk toegewijd aan kamermuziek; in 1989 richtte hij het Artemis Quartet op, waarvan hij lid bleef tot 2007. Het Artemis Quartet won de München ARD International Muziekwedstrijd en de Paolo Borciani Prijs. Ze maakten een groot aantal cd-opnames en verschenen op alle grote internationale klassieke muziekpodia, evenals in twee films geregisseerd door Bruno Monsaigeon. Jacobsen was professor kamermuziek aan de Berlijnse Hogeschool voor de Kunsten, evenals aan de Chapelle Musicale Reine Élisabeth in Brussel. In 2007 werd hij benoemd tot hoogleraar altviool aan de Hochschule für Musik, Theater und Medien in Hannover.In 1990 werd de cellist, Gustav Rivinius, de eerste Duitse musicus die de gouden medaille won op de Internationale Tsjaikovski-wedstrijd in Moskou. Sindsdien heeft hij soloconcerten gespeeld met een groot aantal gerenommeerde orkesten in binnen- en buitenland. Naast zijn solo-optredens is ook Rivinius hartstochtelijk toegewijd aan kamermuziek en concerteert hij regelmatig met gerenommeerde collega’s als Lars Vogt, Christian Tetzlaff, Antje Weithaas en Sharon Kam. Rivinius is een van de oprichters van het Trio Gasparo da Salò, het Bartholdy String Quintet en het Tammuz Piano Quartet. Naast het standaardrepertoire is hij intens toegewijd aan de uitvoering van hedendaagse muziek. Gustav Rivinius is hoogleraar cello aan de Hochschule für Musik Saar in Saarbrücken.Mendelssohn String Quintets Bartholdy Quintett cd Avi AVI 8553030