“Nikolai Kapustin, Piano Concerto No. 4, Double Concerto & Chamber Symphony”, door Frank Dupree (piano), Rosanne Philippens (viool), en het Wurttembergisches Kammerorchester Heilbronn o.l.v. Case Scaglione, op het label Capriccio. Een grandioze, swingende ontdekking!

Door parallellen te trekken met die andere beroemde componist van symfonische jazz, wordt Nikolai Kapustin (1937-2020) af en toe beschouwd als “een Rus in de voetsporen van Gershwin”. De meeste van zijn composities waren nl. beïnvloed door jazz, waarin hij vakkundig, jazzelementen met die van de traditie van Bach tot Prokofjev en Stravinsky combineerde. “Ons leven is als jazzimprovisatie, het moet altijd spontaan zijn, altijd in het moment, en altijd vrij”. (Nikolai Kapustin)Nikolai Kapustin, die in 2020 overleed, was een van die originele en muzikaal bevlogen hedendaagse componisten wiens plezierige en toegankelijke muziek onlangs een nieuwe waardering kreeg dankzij initiatieven zoals dat van het Capriccio-label. Zijn celloconcerti en kamermuziek voor saxofoon zijn al beschikbaar. Nu hebben de pianist en dirigent Frank Dupree, de violiste, Rosanne Philippens (foto), de drummer, Meinhard “Obi” Jenne (°1970) (foto) en het Württembergisches Kammerorchester Heilbronn o.l.v. Case Scaglione, zijn eendelig Concerto voor piano en orkest nr. 4, Op. 56 (1989), zijn Concerto voor viool, piano en strijkorkest op. 105 (2002) en de Kamersymfonie op. 57 (1990) opgenomen.De Sovjet-Russische, later Russische componist en pianist van Oekraïense afkomst, Nikolai Girsjevitsj Kapustin (1937-2020) (foto), geboren in Oost-Oekraïne, kwam als driejarige naar Kirgizië vanwege de Tweede Wereldoorlog. Hij studeerde piano bij Avrelian Ruback, een gewezen leerling van Felix Blumenfeld, die ook de leraar was van Vladimir Horowitz, en later bij Alexander Goldenweiser (1875-1961), (een gewezen leerling van o.a. Mikhail Ippolitov-Ivanov, Anton Arensky en Sergei Taneyev) aan het Conservatorium van Moskou, waar hij o.a. met Prokofjevs 2de Pianoconcerto, in 1961, afstudeerde. Nog tijdens zijn studie was hij al jazzpianist en arrangeur en greep hij elke gelegenheid aan om op te treden, of het nu in zijn eigen kwintet was, de Moskouse bigband van Juri Saulsky (1928-2003), het orkest van Oleg Lundstrem (1916-2005) of de Big Band, “Goluboi Ekran“, van Boris Karamyshev (1915-2003).Zo doende bouwde hij in de jaren ’50, een stevige reputatie op als jazzpianist, arrangeur en componist en kon hij zich zoals Leonard Bernstein en de Belgische componist en pianist, François Glorieux (°1932) (zijn “Movements” werd in 1962 voor het Ballet van de XXste Eeuw in opdracht van Maurice Béjart gecomponeerd!), de tradities van zowel het klassiek virtuozenspel als de geïmproviseerde jazz eigen maken. Kapustin verbond beide invloeden in zijn composities door gebruik te maken van jazzidiomen in formele, klassieke structuren. Een voorbeeld hiervan was zijn Suite in the Old Style op 28, gecomponeerd in 1977, die tot de klankwereld van de jazzimprovisatie behoorde, maar gemodelleerd was naar voorbeelden van dansen uit de barokmuziek, zoals de partita’s of suites van Bach. Andere voorbeelden van de fusie van jazz en klassiek waren zijn twee verzamelingen 24 preludes, 24 preludes in jazzstijl op. 53 (1989) en 24 preludes en fuga’s op. 82 (1997). Verder componeerde hij o.a. 20 pianosonaten, 6 Pianoconcerti, een Celloconcerto, en Variaties, Preludes, Etudes en concertétudes voor piano solo.Kapustin zag zichzelf meer als een componist dan als een jazzmuzikant. Hij heeft gezegd: “Ik ben nooit een jazzmuzikant geweest. Ik heb nooit geprobeerd een echte jazzpianist te zijn, maar ik moest dat doen om te componeren. Ik ben niet geïnteresseerd in improvisatie – en wat is een jazzmuzikant zonder improvisatie? Al mijn improvisatie is uitgeschreven en werd daardoor veel beter”. De esthetische diversiteit waarmee klassieke muziek en de stijlmiddelen van de jazz samensmolten in Kapustins werken, zou kunnen worden beschouwd als synoniem voor alle drie de composities op deze opname. Pas laat kreeg zijn oeuvre meer internationale erkenning. Pas in 1980, werd hij lid van de Sovjet-Unie van Componisten.

Eén van de weinigen die zijn werk in zijn thuisland kende en waardeerde was de Russische pianist en pedagoog, Nikolai Petrow (1943-2011, die ook een werk van Kapustin op plaat opnam. Petrow was in 1964, tweede op de Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel. Winnaar was toen de 19-jarige, Jewgeni Mogilewski (°1945). Kapustin werd pas internationaal bekend toen de Schotse pianist, Steven Osborne (°1971), in 2000, voor het prestigieus label, Hyperion, een cd uitbracht met werken van Kapustin, die bekroond werd met de “Preis der Deutschen Schallplattenkritik”. Daardoor voegden ook andere pianisten zijn werken toe aan hun repertoire en maakten eveneens opnamen, John Salmon, Marc-André Hamelin (eveneens voor Hyperion), Konstantin Semilakovs, Myron Romanul, Christopher Park, Elisaveta Blumina, de blinde, Japanse pianist Nobuyuki Tsujii, de Koreaanse pianiste, Sukyeon Kim en de Chinese pianisten, Shan-shan Sun en Yuja Wang, en Roman Rofalski (“The Kapustin Project”). Kapustin zelf heeft ook enkele van zijn pianowerken opgenomen.

Mensen die hem kenden, beschrijven hem als een man die nooit in de schijnwerpers wilde staan. Blijkbaar was hij het gelukkigst toen hij werk na werk kon componeren in zijn appartement, ver weg van het publiek. Of het nu het virtuoos swingend Pianoconcerto betreft, de gevoelige, harmonische samenzang van viool, piano en strijkers, of de contrapuntische acrobatiek in de kamersymfonie, de taal van de jazz was bij Kapustin overal aanwezig. Zijn muzikale taal, rijk aan beeldassociaties, kwam ook voort uit zijn jarenlange bezigheid met het filmgenre. Zelfs bij strengere vormen was zijn humoristisch, licht ironisch entertainment altijd onderhuids voelbaar. Een ontdekking!De Duitse pianist, Frank Dupree, werd oorspronkelijk opgeleid als jazzdrummer maar wijdde zich later volledig aan het breed spectrum van het klassiek pianorepertoire. Vanaf zijn zesde werd Frank Dupree onderwezen door Prof. Sontraud Speidel. In 2019 voltooide hij zijn studie aan de University of Music Karlsruhe in de piano solo-examens en volgde masterclasses bij Emanuel Axe, Menahem Pressler, Ralf Gothóni, Klaus Hellwig, Cyprien Katsaris, Ferenc Rados, Gábor Takács-Nagy en Stephen Kovacevich, die hem belangrijke impulsen gaven. Hij was een beurshouder van de Deutsche Stiftung Musikleben en de Duitse National Academic Foundation.

Frank Dupree heeft zich stevig gevestigd in de internationale muziekscene. Dirigeren vanaf de piano is de bijzondere passie van Frank Dupree. In 2012 won hij de eerste prijs op het Internationale Hans-von-Bülow Concours in Meiningen voor zijn Beethoven-vertolking als pianist en dirigent. Kort daarna werd hij uitgenodigd om deel te nemen aan de Play Direct Academy van het Orchestre de Chambre de Paris met Stephen Kovacevich en François Leleux. Als dirigent assisteerde hij Sir Simon Rattle, François-Xavier Roth en Mario Venzago. Frank Dupree, ondertussen winnaar van de Opus Klassik 2018 in de categorie “Concertopname van het jaar (20e / 21e eeuw)”, baarde internationaal opzien toen hij in 2014, werd uitgeroepen tot enige winnaar van de Duitse Muziekwedstrijd. Met zijn muzikale maturiteit, zijn uitgekiende techniek en het vermogen om een breed scala aan klankkleuren uit de vleugel te halen, fascineerde hij de jury en het publiek tegelijk. Hij is een “buitengewone, gevoelige en uiterst interessante artiest” (Emanuel Axe), die met zijn “veelzijdige nuances en soepele ritmes” (Classical Source) “herhaaldelijk verbaast” (PZ News) en is een van de meest veelbelovende en veelzijdige muzikanten van zijn eigen generatie. Hij toont een bijzonder enthousiasme voor de muziek van de 20e eeuw en voor de werken van hedendaagse componisten en is een officiële Steinway-artiest.Na zijn veelgeprezen debuut in Duitsland met het Württembergisches Kammerorchester Heilbronn in juni 2016, werd Case Scaglione in juli 2017, met ingang van september 2018, benoemd tot nieuwe chef-dirigent van het orkest. De afgelopen jaren dirigeerde hij o.a. het Orchestre Philharmonique du Luxemburg, Orchestre de Chambre de Lausanne, Luzerner Sinfonieorchester, Tampere Philharmonic, Orquesta Sinfónica Nacional de Colombia en Bilkent Symphony Orchestra. Onder de solisten bevonden zich artiesten als Joshua Bell, Yulianna Avdeeva, Jean-Efflam Bavouzet, Behzod Abduraimov en Khatia Buniatishvili. In de VS en Canada was Case Scaglione eerder betrokken bij de New York Philharmonic, Dallas, Phoenix, Detroit en Baltimore, Calgary Philharmonic en Winnipeg Symphony. In Azië dirigeerde hij het China Philharmonic Orchestra en de symfonieorkesten van Shanghai en Guangzhou en het Hong Kong Philharmonic Orchestra. Case Scaglione, voorheen de Associate Conductor van de New York Philharmonic, was tevens de muziekdirecteur van het Young Musicians Foundation Debut Orchestra of Los Angeles (2008-2011). Hij was de drijvende kracht achter de artistieke groei en diversificatie van de organisatie en richtte hun educatieve outreach-initiatief, “360° Music” op.Nikolai Kapustin Piano Concerto No. 4 Double Concerto Chamber Symphony Frank Dupree Rosanne Philippens Wurttembergisches Kammerorchester Heilbronn cd Case Scaglione Capriccio C5437