Monica de Ruiter, “Kijk als een kunstenaar, van theedoek tot terpentine: hoe schildertechnieken en materialen de kunstgeschiedenis beïnvloeden”, een schitterende uitgave van Meulenhoff.

Monica de Ruiter vertelt in “Kijk als een kunstenaar”, over beroemde Nederlandse schilderijen en hoe ze gemaakt zijn, een verfrissende en inspirerende invalshoek om naar schilderkunst te kijken en erover te praten.Als je naar een schilderij kijkt, vraag je je vast ook wel eens af hoe het gemaakt werd. Het is een vraag die Monica de Ruiter vaak krijgt wanneer ze rondleidingen geeft in het Rijksmuseum in Amsterdam. Maar over het algemeen vind je in de gangbare kunstboeken opvallend weinig antwoorden op die vraag. Daarom is ‘Kijk als een kunstenaar’ niet zomaar een boek over kunst; het laat zien welke uitdagingen kunstenaars tegenkomen bij het maken van een werk, welke stappen ze moeten zetten en welke beslissingen ze moeten nemen. De Ruiter laat via onderzoek en gesprekken met schilders en restauratoren oude en nieuwe meesters aan het woord over hoe ze werken en waarom precies op die manier. De betekenis van een werk, zo blijkt, hangt nauw samen met de techniek.Zo laat De Ruiter zien hoe het gebruik van de verf in de loop der eeuwen veranderde. In de middeleeuwen is het fijn schilderen in zwang, Rembrandt smeert zijn verf al dikker en bij Van Gogh liggen de verfklodders, en daarmee de directe emotie, op het doek. Over Van Gogh gesproken: door de uitvinding van de tube kon hij buiten in de natuur schilderen. Zijn voorgangers moesten hun verf ter plekke maken van pigmentpoeder, die natuurlijk bij elk zuchtje wind zou wegwaaien. Ze bleven dus in hun studio. Kortom: zonder tube geen Van Gogh. Onze oude en nieuwe schilderijen (en hun makers) zitten vol dergelijke verrassende verhalen die ons de kunstgeschiedenis op een andere en bijzondere manier vertellen. Zo wordt naar kunst kijken nog leuker.“Ik heb me beperkt”, zo schrijft ze, “tot een aanzet, een paar concrete basics, de allereerste keuzes die een schilder moet maken: de drager, de grondlaag, de ondertekening, de verf, de randvoorwaarden voor het ontstaan van een schilderij. Ook beperk ik me in dit boek hoofdzakelijk tot de Nederlandse schilderkunst. De keuze die ik heb gemaakt voor de schilders in dit boek baseerde ik op toepasbaarheid, beschikbaarheid, bereikbaarheid, op de techniek of verf die ze gebruikten en natuurlijk ook een beetje op mijn persoonlijke voorkeur. Los van het feit dat ik ze allemaal even prachtig vind, was het doorslaggevend als ze – naast mooi werk maken – ook bepaalde delen van het schildersambacht konden en wilden verduidelijken. Al pratende met oude en nieuwe meesters ontdekken we in dit boek de mooie spiegelingen in oppervlaktes, gekke borduursels, grappige ateliers, nieuwe gewoontes, bijzondere voorkeuren en onverwachte drijfveren. We ontdekken overeenkomsten en verschillen, handgebaren, dagritmes en de schoonheid van een glans, een kleur, een lijn. Zo gaan we vanzelf anders naar schilderijen en schilders kijken.”Monica de Ruiter beschrijft achtereenvolgens de drager, de grondlaag en de ondertekening, waarna ze temperaverf, olieverf, aquarel en acryl bespreekt. Ze heeft het daarin over werk van Van Gogh, Johannes Torrentius, Annelies Toebes, Rembrandt, Maaike Schoorel, Balthasar Van der Ast, Aukje Koks, Carlo Crivelli, Johannes Maelwael, Olphaert den Otter, Jan van Eyck, Johannes Vermeer, Marc Mulders, George Hendrik Breitner, Rezi van Lankveld, Piet Mondriaan, Alida Jantina Pott, Charlotte Salomon, Helen Verhoeven, Tjebbe Beekman, en Michael Raedecker.Monica C. de Ruiter studeerde Frans, literatuurwetenschappen en schilderkunst. Ze is werkzaam als rondleider in het Rijksmuseum en publiceerde onder andere in NRC Next, NRC Handelsblad, Trouw, Time Out Amsterdam en The Optimist.Monica de Ruiter, Kijk als een kunstenaar, van theedoek tot terpentine: hoe schildertechnieken en materialen de kunstgeschiedenis beïnvloeden 304 bladz. uitg. Meulenhoff EAN 9789029092135