“Orpheus. Hommage à Saint-Saëns”, door het Trio Zadig, op het label Fuga Libera. Een revelatie!

Het Trio Zadig markeert dit jubileumjaar van Saint-Saëns door hem niet alleen als componist voor te stellen, maar ook als transcribent van werken van andere componisten. Enkele van Rameau’s “Pièces de clavecin en concerts”, uit zijn Premier en Cinquième Concert, samen met Liszts “Orpheus”, beide gearrangeerd door Saint-Saëns voor pianotrio, omlijsten op deze cd zijn eigen Trio op. 92.Camille Saint-Saëns (foto) componeerde zijn 5-delig 2de Pianotrio op. 92, in 1892, en droeg het werk op aan zijn vroegere leerlinge, Madame la Vicomtesse de Guitaut (Anna Hoskier), de dochter van zijn vriend, de bankier Émile Hoskier. De première was in 1892, in de Salle Érard in Parijs door Isidore Philipp (piano), Henri Berthelier (viool) en Jules Loeb (cello).Jean-Philippe Rameau (1683-1764) (foto) werd twee jaar voor Bach, Scarlatti en Händel, in Dijon geboren. Hij was eerst organist in Avignon en in Clermont-Ferrand, maar vertrok in 1706 naar Parijs. In 1722 publiceerde hij er zijn “Traité de l’harmonie réduite à ses principes naturels”, dat hij in de Auvergne had geschreven. Samen met het aanvullend “Nouveau Système de musique theorique” uit 1726, legde hij met deze theoretische werken, met “l’accord tonique” of drieklank, de basis van de moderne harmonieleer. Rameau is vandaag het best bekend voor zijn opera’s, maar hij componeerde ook kamermuziek (“Pièces de clavecin en concerts”) (1741), en wel meer dan 60 werken voor klavecimbel. Deze klaviercomposities, die hij componeerde tussen 1706 en 1728, verschilden sterk van de stijl van zijn tijdgenoten. Rameau’s intellectualisme en technische schittering, verbonden aan passie en tederheid, resulteerden, naar zijn eigen woorden, in “echte muziek, de taal van het hart”.Rameau componeerde in 1706 zijn “Premier livre de pieces de clavecin”, in 1724 gevolgd door “Pieces de clavecin avec une methode pour la mechanique des doigts” (Deuxième livre de pièces de clavecin). In dit tweede boek verschenen naast een suite de danses”, een tweede suite met tien programmastukjes. In 1729-1730 verschenen zijn “Nouvelles suites de pieces de clavecin avec des remarques sur les différens genres de musique” (Troisième livre de pièces de clavecin). Tot dit derde boek behoorden diverse stukken die hij in zijn lyrische werken zou opnemen, bv. “Les Sauvages” (in “Indes galantes”), het “Menuet I” (in “Castor et Pollux”) en “Sarabande” (in “Zoroastre”). In 1736 verscheen ten slotte “Les Indes galantes, ballet, reduit à quatre grands concerts”, waarin ook de originele klavecimbelcompositie, “Les Sauvages” was opgenomen.De tweede periode binnen de Franse klavecimbelschool, vanaf de jaren 1710, kende door François Couperin en Rameau, de vernieuwing van vormen en stijl. Als de eerste de dichter was van het instrument, introduceerde de tweede briljant spel, naar het voorbeeld van Scarlatti. Binnen de Franse traditie zouden hun volgelingen, zoals Claude Daquin, gebruik maken van beide stijlen. De periode werd vooral gekenmerkt door de geleidelijke verdwijning van de klassieke “suite” of “ordres”, die moest wijken voor programmastukjes met imiterend karakter onder invloed van de Italianen. Aan het eind van de periode evolueerde de klavecimbelmuziek naar de “galante stijl” en het gebruik van de Albertische bas.Jean-Philippe Rameau was wel een organist, de componist van “Pièces de clavecin en concerts” en “Pièces de clavecin”, en een belangrijke theoreticus (“Traité de l’harmonie réduite à ses principes naturels”), maar hij was in de eerste plaats toch een operacomponist. Hij speelde zelfs in de jaren 1752-1753, met zijn “Lettre sur la musique française”, een belangrijke rol in de buffonistenstrijd (“Querelle des Bouffons”), de discussie over het gebruik van het Italiaans of het Frans in de opera. Tijdens zijn leven werd Jean-Philippe Rameau in heel Europa bewonderd. Debussy’s “Hommage à Rameau” bewees dat zijn bekendheid de eeuwen had overleefd.De violist, Boris Borgolotto en de cellist, Marc Girard Garcia, zijn jeugdvrienden die samen studeerden aan het Conservatoire National de Musique in Parijs en aan de University of Music in Wenen. Bij hun terugkeer naar Frankrijk kruisten ze het pad van Ian Barber (foto), een Amerikaanse pianist uit de gerenommeerde studio van Andre Watts aan de Universiteit van Indiana. De chemie tussen hen was meteen duidelijk en ze besloten hun talenten te bundelen en het Zadig Trio op te richten.

De naam komt van het gelijknamig personage van Voltaire (foto), de Babylonische filosoof, Zadig (van het Hebreeuws voor ‘rechtvaardig’ en het Arabisch voor ‘waarachtig’), uit zijn novelle, ”Zadig ou la Destinée, Histoire orientale” (1747). Net als de muziek die het trio speelt, is het verhaal van de navolger van Zoroaster, Zadig, fantastisch en onderhoudend, terwijl het universele en compromisloze waarheden over de aard van de werkelijkheid raakt.In slechts een paar jaar tijd is het Trio zeer succesvol geworden en heeft het talloze prijzen gewonnen, waaronder de Eerste Prijs van het “Fnapec Musiques d’Ensemble” – in de voetsporen van gerenommeerde ensembles als het Ysaÿe Quartet, het Ebene Quartet en het Wanderer Trio – evenals de tweede prijs van de Fischoff Competition (VS). Het Zadig Trio is nu een “associated artist” in residentie in de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Het is ook in residentie bij ProQuartet in Parijs, “Le Dimore del Quaretto” in Italië en de Singer-Polignac Foundation in Parijs.Het Zadig Trio trad op over de hele wereld, van de VS tot Taiwan, maar ook in prestigieuze zalen zoals de BOZAR, Shanghai City Theatre, Amsterdam Concertgebouw, Paris’ Philharmonic, Salle Cortot en Debut with iPalpiti orchestra at Walt Disney Concert Hall in Los Angeles. Parallel aan dit veeleisende programma heeft het trio geweldige artiesten ontmoet die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van zijn muzikale expressie, met name Alfred Brendel en Menahem Pressler.Vanwege het veelbelovend begin werd het Zadig Trio uitgenodigd voor verschillende uitzendingen op Franse (France Musique, France Inter), Belgische (Musiq’3 (RTBF) en Zwitserse (RTS2) openbare radio’s, evenals op Mezzo TV en Culturebox. In maart 2019 bracht het Trio in samenwerking met de Muziekkapel Koningin Elisabeth, Benjamin Attahir en Bruno Fontaine, zijn eerste album “Something in Between” (ffff Télérama) uit als hommage aan zijn Franse en Amerikaanse roots. Het ensemble zet zich ook regelmatig in voor sociale projecten, met name door te spelen op scholen en voor gedetineerden. Van Haydn tot hedendaagse componisten, geven het lef en de frisheid van het Zadig Trio, jeugd en vitaliteit aan het pianotrio-repertoire. De diepgang en oprechtheid van hun interpretaties, evenals hun levendige, poëtische klank, maken hen tot de makers van boeiende uitvoeringen. Net als de held van Voltaire belooft het Trio een lang en avontuurlijk leven te leiden.Boris Borgolotto bespeelt een viool uit 1750 van de beroemde Italiaanse bouwer, Carlo Antonio Testore, en Marc Girard Garcia, bespeelt een cello van Frank Ravatin (Vannes), die hem genereus is uitgeleend door de vereniging, El Pasito. Dit programma geeft de luisteraar de indruk van een reis door tijd en ruimte, in de 18e en 20e eeuw, in Hongarije en in Frankrijk. Het Zadig-trio blijft trouw aan hun zoektocht naar ongewoon en onbekend repertoire. In navolging van de held van Voltaire, vervolgen ze hun avonturen in de wereld van de kamermuziek. Schitterend!Tracklist:

Saint-Saëns: Piano Trio No. 2 in E minor Op. 92

Rameau: La Coulicam

Rameau: La Livri in C minor

Rameau: La Vézinet

Rameau: La Forqueray in D minor

Rameau: La Cupis in D minor

Rameau: La Marais in D major

Liszt: Orpheus, symphonic poem No. 4, S98

Orpheus Hommage à Saint-Saëns Trio Zadig cd Fuga Libera FUG788