“Saint-Saëns, Le Carnaval des Animaux en Danse macabre, en Poulenc Double Concerto”, door recitant, Alex Vizorek, het Duo Jatekok en het Orchestre National de Lille o.l.v. Lucie Leguay, op het label Alpha. Grandioos!

Op deze bijzondere cd staan “Le carnaval des animaux” met gesproken tekst, en “Danse macabre”, op. 40 van Camille Saint-Saëns, en het Concerto in re klein voor twee piano’s & orkest, van Francis Poulenc.“Le Carnaval des Animaux – Grande Fantaisie Zoölogique”, is een 14-delige compositie voor een instrumentaal ensemble uit 1886. Camille Saint-Saëns (1835-1921) (foto) componeerde zijn “Le Carnaval des Animaux”, oorspronkelijk voor een piccolo en een dwarsfluit, 2 klarinetten, glasharmonica, xylofoon, 2 piano’s, 1ste- en 2de violen, altviolen, celli en contrabassen, voor een Mardi Gras-concert, georganiseerd door de cellist, Charles Joseph Lebouc (1822-1893) (foto). Eerst gespeeld tijdens het carnaval in Parijs, door een groep onder leiding van Leduc, werd “Le Carnaval des Animaux” op 2 april 1886, herhaald door het ensemble, “la Trompette”, om Mi-Carême (halfweg de Vastentijd), te vieren, (het “Fête des Blanchisseuses” of “cortège des lavoirs” in Parijs), ten huize van de zangeres, Pauline Viardot, ter ere van Franz Liszt. Liszt overleed 3 maanden later, op 31 juli 1886, in Bayreuth. Saint-Saëns verbood weliswaar verdere openbare uitvoering van dit werk tijdens zijn leven. Pas toen zijn testament werd voorgelezen, werd het werk in 1922 in het openbaar gespeeld o.l.v. Gabriel Pierné. Alleen het stuk getiteld “Le Cygne” (nr.13) met de wondermooie melodie voor cello, (Saint-Saêns noemde “Le Cygne” smalend, “une noble bêtise”), viel gelukkig niet onder deze censuur en werd terecht hét solo werk van generaties cellisten.In de loop der tijd werd “Le Cygne” wereldberoemd, o.a. door de Russische pianist Aleksander Ziloti, die er een piano transcriptie van maakte, en vooral als “Mort du Cygne”, mede geïnspireerd door Alfred Tennysons gedicht “The Dying Swan”, door de Russische ballerina, Anna Pavlova (1881-1931) (foto). Haar grote doorbraak kwam er in december 1907 met haar solo-vertolking, (een “pas seul”), van “De stervende zwaan” (foto), in een speciaal voor haar en op haar verzoek ontworpen choreografie van Michael Fokine, in een kostuum, ontworpen door Léon Bakst, hoofdfiguren van “Les Ballets Russes”. Pavlova danste het stuk voor het eerst op 22 december 1905, naar aanleiding van een benefietconcert in het Mariinskitheater in Sint-Petersburg. Ze zou deze drie minuten durende vertolking in haar loopbaan ongeveer 4.000 keer uitgevoerd hebben.“Le Carnaval des Animaux” maakt deel uit van een Franse traditie van guitige, muzikale pastiche, onder het mom van een dierlijke beschrijving. Saint-Saëns verwerkte in zijn parodie, muzikale citaten van Rameau (“Poules et coqs”, nr.2), Offenbach (“Tortues”, nr.4), Berlioz (“L’éléphant”, nr.5), en Rossini (de aria van Rosina uit “De Barbier van Sevilla”), en in “Fossiles” (nr.12), de kinderliedjes “J’ai du bon tabac”, “Ah ! vous dirai-je, maman”, “Partant pour la Syrie” en “Au clair de la lune”, en zijn eigen “Danse macabre”. De bijbehorende tekst, opgenomen in het cd boekje bij deze opname, werd geschreven en wordt verteld door de Belgische/Brusselse acteur, Alex Vizorek (foto).“Zig et zig et zig, la mort en cadence”, Saint-Saëns’ eigen arrangement voor tenor en orkest van zijn iconische “Danse macabre”, was oorspronkelijk een lied (mélodie) voor stem en piano, opgedragen aan de portret- en genreschilder, Gustave Jacquet (1846-1909), naar het gedicht, “Égalité-Fraternité”, uit de bundel “Heures sombres/L’Illusion” uit 1874, van de Franse arts, symbolistisch dichter en letterkundige, Henri Cazalis (1840-1909) (alias Jean Lahor) (foto), voor het werd uitgewerkt tot het heel bekend symfonisch gedicht met een opvallende solo vioolpartij. Deze orkestversie werd in januari 1875, in première gespeeld o.l.v. Édouard Colonne.“Zig et zig et zig, la mort en cadence

Frappant une tombe avec son talon,

La mort à minuit joue un air de danse,

Zig et zig et zag, sur son violon”.Bij Poulencs Dubbelconcerto denken we meteen aan de pianist, Jacques Février die het werk met Poulenc in première speelde. Daarna denken we meteen ook aan Gabriel Tacchino (° 1934), de leerling van Jacques Février. Naast de Pianoconcerti van Mozart, Liszt en Ravel, was de Partita van Igor Markevitch (1912-1983) voor piano en kamerorkest uit 1931, Poulencs belangrijkste inspiratiebron. Poulenc schreef in een brief aan Markevitch, ‘Wil je weten wat ik op mijn piano had tijdens de twee maanden dat ik het concerto schreef? De concerti van Mozart, die van Liszt, die van Ravel en je Partita.”De première vond plaats op 5 september 1932 op het Festival Internazionale di Musica Contemporanea della Biennale di Venezia. Poulenc en zijn jeugdvriend Jacques Février, waren de solisten en het La Scala Orchestra, stond onder leiding van de Belgische (Gentse!) dirigent, Désiré Defauw (foto), later de dirigent van het Chicago Symphony Orchestra. Poulenc was blij met de lovende kritieken die zijn werk ontving en voerde het concerto in 1945 in Engeland uit met Benjamin Britten (foto). Het terugkerend moto perpetuo van het concerto is duidelijk geïnspireerd door Poulencs contact met een Balinese gamelan op de Exposition Coloniale de Paris in 1931. Bovendien doen de instrumentatie en ‘jazzy’ effecten van het werk denken aan Ravels Concerto in sol, dat in januari 1932 in Parijs in première ging. Het is onvermijdelijk dat er vergelijkingen worden gemaakt met Mozarts Concerto in Es voor twee piano’s, K. 365, maar de gracieuze, klassiek eenvoudige melodie en de zachte, regelmatige begeleiding van het Larghetto, doen denken aan de langzame beweging van Mozarts Pianoconcerto in C, K. 467. De componist gaf toe dat hij het openingsthema in de stijl van Mozart had gecomponeerd, omdat, zo zei hij, “ik een verering heb voor zijn melodielijn en omdat ik Mozart verkies boven alle andere componisten.”Het Duo Játékok is een pianisten duo bestaande uit Adélaïde Panaget en Naïri Badal. Naïri Badal leerde de piano kennen dankzij haar grootmoeder Joyce Boujikanian, concertpianiste en docent in Libanon. In 2005 vervolgde Naïri haar studies aan de CNSM in Parijs in de klas van Brigitte Engerer en behaalde in 2010 haar Master II piano. Zij stelde haar voor om samen een stuk met vier handen te spelen, namelijk de Polovetzer dansen van Aleksandr Borodin. Naïri won de 1ste prijs in de Madaleine de Valmalète-wedstrijd en een 3de prijs in de FLAME-wedstrijd. In 2009 won ze een Schubert Special Prize op de Europese competitie in Praag.Adélaïde Panaget trad toe tot het CNSM in 2006. Ze volgde pianolessen bij Nicholas Angelich en Romano Pallottini, en kamermuziek bij Marc Coppey, Claire Désert en Ami Flammer. Ze bracht een jaar door aan de Irish Academy in Dublin en studeerde bij pianist John O’Conor. Adélaïde en Naïri leerden elkaar kennen op het CNSM. Ze volgden toen het gespecialiseerd masterprogramma voor twee piano’s en vier handen bij Claire Désert en Ami Flammer. In 2007 richten Adélaïde en Naïri samen Duo Játékok op. Zij kozen deze naam in verwijzing naar “Játékok”, een werk van de hongaarse componist, György Kurtág (°1926). Játékok betekent “spellen” (meervoud van spel) in het Hongaars.

Een impasse in de compositorische activiteit van György Kurtág werd doorbroken door de uitnodiging van de pianolerares Marianne Teöke tot het schrijven van een bijdrage tot een pianoalbum voor kinderen. Als antwoord begon Kurtág in 1973 aan enkele stukjes die hij verzamelde onder de titel Elő-Játékok (Voor-Spelen) (1973-1974). Dit project gaf meteen gestalte aan de bevrijdende creativiteit die ook aan de basis lag van Játékok (Spelen) (foto) (1973), dat gedurende een drietal decennia tot een enorm geheel van uiterst gevarieerde twee- tot zeshandige pianominiatuurtjes uitgroeide.Lucie Leguay behaalde een Master in orkestdirectie aan de Haute Ecole de Musique van Lausanne in Zwitserland. Ze is ook afgestudeerd aan de École supérieure van de Hauts de France (Rijsel/Lille) en het Regionaal Conservatorium van Saint-Maur-des-Fossés (Parijs). Ze won in 2019 de functie van assistent-dirigent voor vier orkesten: Ensemble Intercontemporain (Parijs) met Matthias Pintscher, Orchestre National d’île de France (Parijs) met Case Scaglione, Orchestre National de Lille met Alexandre Bloch en Orchestre de Picardie (Amiens) met Arie van Beek. Als laureaat van verschillende internationale concoursen werd ze in november 2018 onderscheiden tijdens de eerste wedstrijd voor jonge vrouwelijke dirigenten van de Philharmonie van Parijs. Ze won in 2016 de Florence Orchestra Camera Award tijdens de finale van de International Orchestra Conducting Competition in Empoli (Italië) In 2021 wordt ze assistent-dirigent van Mikko Franck bij het Orchestre Philharmonique de Radio France.Saint-Saëns Le carnaval des animaux Poulenc Double Concerto Alex Vizorek Duo Jatekok Orchestre National de Lille, Lucie Leguay cd ALPHA749