Jan Konst, “Na de revolutie Kind van de jaren zeventig”, een uitgave van Balans.

Zo’n tweeënhalf miljoen Nederlanders, geboren tussen 1955 en 1965, worden gerekend tot de ‘verloren generatie’. Zij groeien op met de onbevangenheid en overvloed van de jaren zeventig, maar zien zich, als ze in de jaren tachtig van school of de universiteit komen, geconfronteerd met een allesbeheersende recessie en massawerkloosheid. Er lijkt geen toekomst. ‘No Future’ is ineens het grimmige nieuwe adagium.De jaren ’70 waren jaren van stijgende werkloosheid, oplopende overheidstekorten en massale stakingen, van het kabinet-Den Uyl (1973-1977) en de minister van Justitie, Dries van Agt, Prins Bernhard en de Lockheed-affaire, de tweede feministische golf met de actie “Baas in eigen buik” van Dolle mina, het tijdschrift Story, Shocking Blue, grensverleggende programma’s op televisie, Joop zoetemelk en Tom Okker en broeken met wijde pijpen. In het fascinerend “Na de revolutie”, beziet Jan Konst, geboren in een Utrechts middenklasse gezin, zijn jeugd tegen de achtergrond van deze historische en sociale ontwikkelingen van die tijd. Welke ervaringen deelt hij met de vijftigers en zestigers van nu, en wat voor effect hebben die gehad? Wat betekenen de ontzuiling en de herijking van traditionele rolpatronen voor de opgroeiende tieners van de jaren zeventig? Wat is het levensgevoel in de nieuwbouwwijken van toen? Hoe is het om geboren te worden in een tijd van individualisering en materiële welvaart, om vervolgens te ontdekken dat er voor jou misschien wel geen plaats is?Gelukkig is het met de meesten uiteindelijk goed gekomen. Het predicaat ‘verloren’ zullen tegenwoordig nog maar weinig mensen van deze generatie op zichzelf betrekken. Maar in zijn boek gaat Jan Konst terug naar de tijd dat de toekomst er nog niet zo rooskleurig uitzag. Vanuit het perspectief van de jongeren van destijds schetst hij een zeer herkenbaar beeld van een generatie en van een decennium dat het aanzien van Nederland blijvend zou veranderen.Jan Konst (°1963) woont en werkt al meer dan twintig jaar in Berlijn. Hij is literatuurwetenschapper en hoogleraar Nederlandse literatuur aan de Freie Universität Berlin. Jan Konst groeide op in het beschouwelijke Baarn en studeerde tijdens de bewogen jaren ’80, Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit Utrecht. Naast een omvangrijk wetenschappelijk oeuvre schrijft Jan Konst ook voor een breed lezerspubliek. In drie recente boeken staan Duitsland en de Duitse geschiedenis centraal: “Iedereen is op weg naar de Brandenburger Tor – Nederlandse en Vlaamse Schrijvers over Berlijn” (Meulenhoff, 2009), “Alles waan. Louis Ferron en het Derde Rijk” (De Bezige Bij, 2015) en deze “De wintertuin. Een Duitse familie in de lange twintigste eeuw”. Jan Konst organiseerde en presenteerde vele tientallen literaire avonden en stond aan de basis van grote evenementen in de Duitse hoofdstad, zoals het poëzie festival “Sprache in Essenz” en de Spoken Word-manifestatie, “Es Gracht!”.

Jan Konst Na de revolutie Kind van de jaren zeventig 302 bladz. uitg. Balans ISBN 978 94 638 2180 3

https://www.stretto.be/2018/08/03/jeroen-van-den-biggelaar-over-de-architectuur-van-de-lelijke-jaren-zeventig-een-onthullende-uitgave-van-unieboek-spectrum/

https://www.stretto.be/2021/06/17/jan-konst-de-wintertuin-een-duitse-familie-in-de-lange-twintigste-eeuw-een-meesterwerk-uitgegeven-door-balans/