Joeri Schrijvers, “De filosoof van de liefde, Ludwig Binswanger in gesprek met de hedendaagse filosofie”, een schitterende uitgave van Noordboek.

De geniale, Zwitserse filosoof en psychiater, Ludwig Binswanger (1881-1966), beschreef liefde en vriendschap op een manier die zijn gelijke niet kende in het filosofisch landschap. Zo beschreef hij de “liefdesgroet” als beginpunt van een nieuwe wijze van “in de wereld zijn”. Binswanger ontwikkelde zijn ideeën in dialoog met de al even geniale, Martin Heidegger, maar had ook grote kritiek op diens fundamenteel individualisme. Aan de hand van deze twee denkers verheldert Joeri Schrijvers op een magnifieke manier, wat liefde is. Niet te missen!Ludwig Binswanger der Ältere (1820-1880), Robert Binswanger (1850-1910), Ludwig Binswanger (1881-1966) en Wolfgang Binswanger (1914-1993) waren van vader op zoon, Zwitserse psychiaters. Grootvader Ludwig stichtte in 1857, het Bellevue Sanatorium in Kreuzlingen, en vader, Robert, was er directeur gedurende de tijd dat Bertha Pappenheim (bekend als Anna O.) er als patiënte verbleef. Het Bellevue Sanatorium was van 1857 tot 1980, een particulier psychiatrisch sanatorium in Kreuzlingen, dat vier generaties lang door de familie Binswanger werd geleid en waaruit een verschillende, bekende psychiaters voortkwamen. Ook Otto, de broer van Robert, was psychiater en neuroloog. Hij ontdekte een zeldzame vorm van vasculaire dementie. Zijn bekendste patiënt was… Friedrich Nietzsche.

Toen Robert Binswanger in 1910 overleed, nam zijn zoon, Ludwig, het beheer van het sanatorium over. Hij had gewerkt als assistent bij Eugen Bleuler in Burghölzli in Zürich en bij zijn oom Otto Binswanger in Jena, en maakte in 1907, via Carl Gustav Jung, kennis met Sigmund Freud met wie hij tot aan zijn overlijden, verbonden bleef. Zijn jongere broer Otto was verantwoordelijk voor het financieel beheer van het instituut, zodat Robert zich kon concentreren op zijn belangrijk, wetenschappelijk werk.De zoon van, Robert, Ludwig, was de grondlegger van de “Daseinanalyse”, een synthese van psychoanalyse en existentiële filosofie. Talloze kunstenaars en wetenschappers zoals de schilder Ernst Ludwig Kirchner, de danser Vaslav Nijinsky, de acteur en regisseur, Gustaf Gründgens, of de cultureel antropoloog, Moritz (Aby) Warburg (de man van de “Kulturwissenschaftliche Bibliothek Warburg”), waren zijn patiënten. Ludwig Binswanger was een buitengewoon intellectueel. Hij las Homerus in het origineel en voerde levendige correspondentie en had persoonlijk contact met collega’s en grote intellectuelen zoals Karl Jaspers, Oskar Kohnstamm, Arthur Kronfeld, Edmund Husserl, Max Scheler, Kurt Goldstein, Leopold Ziegler, Martin Buber, Werner Bergengruen, Leonhard Frank, Rudolf Alexander Schröder, Edwin Fischer, Henry van de Velde en Emil Staiger.De begrippen “Dasein” en Daseinsanalytik”, kwamen van Martin Heidegger (foto), die in zijn hoofdwerk, “Sein und Zeit” , (1927), gebaseerd op de fenomenologie van zijn leraar, Edmund Husserl, de mens “Dasein” noemde en zijn fundamentele ontologie, “Daseinsanalytik”, noemde. De “Daseinanalyse” kwam voort uit de psychoanalyse. Het werd bedacht door Ludwig Binswanger en Medard Boss (1903-1990), die expliciet de menselijke factor toevoegden aan de structuur van de analyse van het bestaan van Husserl en Heidegger. Binswanger en Boss ontwikkelden weliswaar elk een ander begrip van de analyse van het bestaan. In tegenstelling tot C.G, Jung of Alfred Adler, hadden Binswanger en Boss geen kritiek op de inhoud van de psychoanalytische theorie, maar eerder op de filosofisch-antropologische grondslagen ervan.De analyse van het bestaan omvatte dus twee onafhankelijke richtingen, de psychiatrische analyse van het bestaan van Binswanger en de psychotherapeutische analyse van het bestaan, van Medard Boss, ook wel bekend als de “Zürcher Schule der Daseinsanalyse“. De grootste zorg van Binswanger was de psychiatrie zelf. Hij wilde zijn status als louter een conglomeraat van individuele psychiatrische disciplines, overwinnen en de psychiatrie vestigen als een verenigde wetenschap. Volgens Binswanger kon de psychiatrie alleen een verenigde wetenschap worden als ze gebaseerd was op een filosofisch, verhelderd mensbeeld. Hij zette dit beeld van de mens uiteen in zijn belangrijkste theoretisch werk, “Grundformen und Erkenntnis menschlichen Daseins”, dat in 1942 verscheen. Daarin werd het menselijk bestaan genoemd in een kritische verwijzing naar Heideggers “in-de-wereld zijn”, als “in-de-wereld-voorbij-de-wereld zijn”.Na 1942 ontwikkelde Binswanger zijn eigen existentiële analysemethode voor het onderzoeken van psychische aandoeningen, gebaseerd op het concept van het wereldontwerp. Deze methode combineerde fenomenologische, structurele en hermeneutische elementen en werd het meest puur toegepast in het beroemd schizofrenieonderzoek van Ellen West (1944/45), die leed aan anorexia nervosa. Het revolutionaire aan de methode om geesteszieken op die manier te onderzoeken, was dat ze niet onderzocht wat de geesteszieke miste, in vergelijking met de gezonde, maar in welke specifieke wereld hij of zij bestond. “Het zijn de wereldplannen die de krankzinnige onderscheiden van de gezonde”. Binswangers analyse van het bestaan is nog steeds een belangrijke stroming binnen de psychiatrie, en zijn studies over schizofrenie behoren tot de klassieke psychiatrische geschriften.Tegen het einde van zijn leven (1958-1965) keerde Binswanger onder invloed van de Freiburgse filosoof (fenomenoloog), Wilhelm Szilasi (1889-1966), weliswaar terug naar de fenomenologie van Edmund Husserl (1859-1938) (foto), die een concept van de leefwereld had ontwikkeld, dat vergelijkbaar was met “Dasein”. In plaats van de hermeneutisch-structurele analyse van wereldontwerpen is er de exacte beschrijvende registratie van pathologische veranderingen in de structuur van het bewustzijn, zo stelde hij. Binswanger bleek daardoor een voorloper van veel trends in de hedendaagse, continentale filosofie en liep vooruit op het werk van Jean-Luc Nancy, Jacques Derrida en Emmanuel Levinas.Op zoek naar een beter begrip van de raadselachtige aard van psychose en neurose, stuitte Binswanger op de fenomenologie van Edmund Husserl. Deze fenomenenleer diende om betekenis te onderzoeken. Fenomeen is gelijk te stellen aan de betekenis en inhoud van de ervaring van de betreffende persoon, betekenisvolle handelingen en hun vakgebieden maken mensen tot mensen. De waargenomen verschijnselen blijven zowel het startpunt als het eindpunt van wetenschappelijke beschouwing. Hier onderscheidt Binswangers opvatting zich in principe van Freud. De psychoanalyse verkent nl. het onbewuste achter de ‘gevel’ in de dieptepsychologie. Uiteindelijk bleek ook Husserls denkkader te beperkt voor Binswanger. Na een eerste creatieve fase, geïnspireerd door de neokantiaanse wetenschapsfilosofie, begon Ludwig Binswanger mensen te begrijpen in termen van hun “wereldlijkheid” met de publicatie van Martin Heideggers werk “Sein und Zeit” in 1927. Deze nieuwe manier van denken over mensen en dingen, zorgde destijds voor een revolutie in de filosofie. Binswanger trachtte de relatie tussen wetenschap en filosofie te verduidelijken om verwarrende grenzen en onderlinge kruisingen te vermijden.“Een van de doelstellingen van dit boek”, schrijft Joeri Schrijvers, “is aan te tonen dat Binswanger, mede door deze kritiek, een voorloper is geweest van vele denkwijzen van de hedendaagse (Franse) filosofie, met name het denken van Emmanuel Levinas (1906-1995), Jacques Derrida (1930-2004) en Jean-Luc Nancy (1940-2021), alle namen die de hoofdmoot van het hedendaags Frans denken aangaven en, in het geval van Nancy, nog steeds een voortrekkersrol op het gebied van ideeën hebben.”“Dit geschrift schuwt ook de theologie niet”, zo vervolgt hij. “Ook al is Binswanger zelf veeleer agnostisch en, bij momenten, zelfs weigerachtig ten aanzien van het christendom, toch, zo lijkt het ons, baadden zijn ideeën in een christelijke cultuur en kunnen zij daarom de weifeling die men vandaag vaak aantreft tegenover de religie een nieuwe richting geven. Binswanger ontwikkelt een dialectiek (of verbinding) tussen de wereld en de liefde die ook vandaag nog tot nadenken stemt. Hij maakt hiervoor gewag van een liebende Sorge, een liefhebbende zorg. ‘Zorg’, oftewel Sorge, was Heideggers naam voor het basiskenmerk van het menselijke zijn: de mens is altijd al ‘bezig met’ iets, hij ‘loopt vooruit’ op de volgende activiteit, is ‘in de weer’ met dit en dan weer dat. Een belangrijk aspect van Binswangers denken is dat hij deze Heideggeriaanse analyse niet verwerpt, maar veeleer aanvult en, wie weet, zelfs verbetert. Hij wil deze zorg immers niet vervangen door de liefde (wat van liefde een allesoverheersend idee of ‘groot verhaal’ zou maken), maar hij wil dat deze zorg geïnjecteerd en gevoed wordt.”Joeri Schrijvers (°1977), een Belgisch filosoof, met een doctoraat in de filosofie (2014) en in de theologie (2006), is vandaag Buitengewoon hoogleraar aan de North-West University in Potchefstroom in Zuid-Afrika. Hij is de auteur van “Ontotheological Turnings? The Decentering of Modern Subjectivity in Recent French Phenomenology” (SUNY Press 2011), “An Introduction to Jean-Yves Lacoste” (Ashgate 2012), “In het licht van de eindigheid. Het einde van de metafysica en de deconstructie van het christendom” (Garant 2013) en “Between Faith and Belief. Toward A Contemporary Phenomenology of Religious Life” (SUNY Press 2016).Joeri Schrijvers De filosoof van de liefde Ludwig Binswanger in gesprek met de hedendaagse filosofie 182 bladz. uitg. Noordboek ISBN 9789056157753