Camille Saint-Saëns, Complete Symphonies, door Olivier Latry, orgel, en het Orchestre National de France o.l.v. Cristian Măcelaru , op het label Warner Classics. Schitterend!

Ter gelegenheid van de 100ste sterfdag van Camille Saint-Saëns (1835-1921), in december 1921, voert het Orchestre National de France onder leiding van Cristian Măcelaru, de 5 symfonieën van de componist uit, nrs. 1, 2 en 3 en twee ongenummerde werken, de vroege Symfonie in A uit 1850, en de Symfonie in F, ‘Urbs Roma’ uit 1854-1857. Deze 3 cd box verschijnt op 26 november.De werken omspannen zo’n 35 jaar van de duizelingwekkende carrière van de componist, van ongeveer 1850, toen hij pas 15 was, tot 1886, het jaar waarin de Symfonie nr. 3 in première ging. In de finale van deze 3de symfonie, de bekendste van de vijf, voegde Saint-Saëns een orgel toe aan het orkest. Op deze nieuwe opname bespeelt Olivier Latry het orgel van het Auditorium van Radio France in het Maison de la Radio in Parijs.De jonge, wonderbaarlijk begaafde Camille Saint-Saëns (foto) ging in 1848, op 13-jarige leeftijd, naar het Conservatorium van Parijs. Daar ontdekte hij de symfonieën van de grote Duitse en Oostenrijkse componisten en begon hij al snel het genre zelf uit te proberen. De Symfonie in A dateert uit deze periode en hoewel ze hoogstwaarschijnlijk nooit tijdens zijn leven werd uitgevoerd, toonde ze reeds ten volle zijn uitzonderlijk talent. Slechts een paar jaar later, in 1853, diende de 18-jarige Saint-Saëns, zijn tweede poging om een symfonie te schrijven in, bij een van de concertverenigingen van de hoofdstad. De symfonie nr. 1 in Es, geprezen door Berlioz en Gounod, werd geaccepteerd voor uitvoering en kort daarna gepubliceerd als zijn opus 2. Klassiek van vorm, was het reeds een voorbeeld van de typische duidelijkheid van Saint-Saëns, met de lyriek kenmerkend in de twee centrale bewegingen.Tegen het einde van de jaren ’50, was Saint-Saëns ondanks zijn jeugdige leeftijd, al een gevestigde waarde. Naast zijn activiteit als virtuoos pianist, werd hij benoemd tot organist van La Madeleine in Parijs. Hij componeerde zijn tweede symfonie in la klein in een heel korte tijd, van juli tot september 1859. De orkestratie is transparant en de eerste beweging bevat, wat heel ongewoon was, een driestemmige fuga. Beknopt en constant inventief, met een finale, die doet denken aan de tarantella in Mendelssohns ‘Italiaanse’ symfonie, week het werk sterk af van de Weense modellen die hij zo bewonderde. De majestueuze orgelakkoorden aan het begin van de laatste beweging van zijn 3de symfonie (Symphonie No. 3 “avec orgue”), uit 1886, hebben de muziek vanaf het moment van de première tot een publiekslieveling gemaakt. Saint-Saëns componeerde de symfonie in opdracht van de Royal Philharmonic Society in Londen, ter gelegenheid van hun 73ste seizoen en droeg het meesterwerk op aan zijn net overleden vriend, Franz Liszt. Het thema dat door de hele symfonie heen klinkt en vooral in het Maestoso (in majeur) plechtig en breed naar voor komt, is afgeleid van de Gregoriaanse Dies Irae melodie. De première was in 1887 door het Orchestre de la Société des concerts du Conservatoire o.l.v. Jules Garcin. Organist in de finale was Saint-Saëns zelf. In zijn Symfonie nr. 3 in do klein, op. 78, slaagde Saint-Saëns erin het orgel te integreren in het muzikaal weefsel van een uitgebreid, symfonisch werk.De Roemeense violist en dirigent, Cristian Măcelaru (°1980, Timişoara , Roemenië ), het jongste kind uit een gezin van 10 kinderen, studeerde eerst viool en vervolgde zijn muziekstudie in de Verenigde Staten aan de Interlochen Arts Academy. Hij studeerde in 2003 af aan de Universiteit van Miami met een BM-graad en werd concertmeester van het Miami Symphony Orchestra, de jongste concertmeester in de geschiedenis van het orkest. Măcelaru vervolgde zijn muziekstudie aan de Rice University , waar hij zijn interesse in dirigeren ontwikkelde. Zijn mentoren waren onder meer Larry Rachleff. Bovendien dirigeerde hij, terwijl hij bij Rice was, het Houston Youth Orchestra, en was hij twee seizoenen violist bij het Houston Symphony Orchestra . Hij volgde ook masterclasses in dirigeren bij mentoren als David Zinman, Rafael Frühbeck de Burgos, Oliver Knussen en Stefan Asbury, op het Tanglewood Music Festival en op het Aspen Music Festival. Van de Solti Foundation ontving hij in 2012 de Emerging Conducting Award en in 2014 de Solti Conducting Award. In 2011 werd Măcelaru assistent-dirigent van The Philadelphia Orchestra. Hij werd gepromoveerd tot assistent-dirigent van het orkest in 2012 en bekleedde deze functie tot 2014. Daarna was hij van 2014 tot 2017 werkzaam als dirigent bij het orkest. Măcelaru was muzikaal leider van het Cabrillo Festival of Contemporary Muziek sinds 2017.In februari 2017 dirigeerde Măcelaru voor het eerst het WDR Symphony Orchestra Keulen. Sindsdien is hij terug voor drie opeenvolgende gastoptredens met het orkest. In mei 2018 kondigde het orkest de benoeming aan van Măcelaru als zijn volgende chef-dirigent, met ingang van het seizoen 2019-2020, met een initieel contract van 3 jaar. Deze benoeming markeert zijn eerste fulltime orkestfunctie. In juni 2020 kondigde het orkest een verlenging van zijn contract aan tot juli 2025. In september 2018 dirigeerde hij voor het eerst het Orchestre National de France (ONF), en keerde terug voor een tweede gastoptreden in de zomer van 2019. Op basis van deze optredens kondigde de ONF in november 2019 de benoeming aan van Măcelaru als zijn volgende muzikaal leider, met ingang van 1 september 2021, met een aanvankelijk contract van 4 jaar. Na het ontslag van Emmanuel Krivine als muziekdirecteur van ONF in mei 2020, werd Măcelaru op 1 september 2020 muziekdirecteur van de ONF, een jaar eerder dan oorspronkelijk gepland.De Franse organist, componist en improvisator, Olivier Latry (°1962), geboren in Boulogne-sur-Mer, is hoofdvakdocent orgel aan het Conservatorium van Parijs. Reeds op zijn zevende begon hij met piano en enkele jaren later volgde het orgel. Nadat hij zijn eerste muziekonderwijs kreeg in zijn geboorteplaats studeerde hij vanaf 1978, orgel bij Gaston Litaize aan het Conservatorium van Saint-Maur-des-Fossés en volgde daarnaast lessen compositie bij Jean-Claude Raynaud aan het Conservatorium van Parijs. Na zijn opleiding was hij eerst assistent in de orgelklas van Michel Chapuis aan het Conservatorium van Parijs, waarna hij zelf orgeldocent werd aan het conservatorium van Reims. Vervolgens nam hij in 1990 de positie over van Litaize aan het conservatorium van Saint-Maur-des-Fossés.In 1985 werd hij, als opvolger van Pierre Cochereau, benoemd tot een van de vier titulaires des grandes orgues van de Notre-Dame te Parijs, naast Yves Devernay, Philippe Lefebvre en Jean-Pierre Leguay. Sinds 1995 is hij ook hoofdvakdocent orgel aan het Conservatorium van Parijs, een positie die hij deelt met Michel Bouvard. Hij is bovendien een veelgevraagd docent voor zomercursussen, waaronder de Internationale Zomeracademie voor Organisten van het Internationaal Orgelfestival Haarlem. Hoewel hij zich niet in één bepaalde periode of stroming specialiseert, is hij vooral bekend door zijn interpretaties van Olivier Messiaen, wiens compleet orgelwerk hij heeft opgenomen voor Deutsche Grammophon. Hij componeert ook, en baseert zich daarbij op eigen improvisaties.

Tracklist:

CD1 – 1-4: Symphony in A major // 5-8: Symphony n°1 in E-flat major, op. 2

CD2 – 9-12: Symphony in F major “Urbs Roma”

CD3 – 13-16: Symphony N°2 in A minor, op.55 // 17-20: Symphony n°3 in C minor “Organ symphony” op.78

Saint-Saëns Complete Symphonies Olivier Latry Orchestre National de France/Cristian Măcelaru 3CD Warner Classics 0190296533433