“Leoš Janáček, On an overgrown path” door Camerata Zürich, op het label ECM New Series.

“On An Overgrown Path” (“Po zarostlém chodníčku”), Janáčeks 15 stukken omvattende pianocyclus, wordt op deze cd gepresenteerd in een hervormde gedaante, nl. gearrangeerd voor strijkorkest en geïnterpreteerd door de Camerata Zürich onder leiding van de violist Igor Karsko. De Frans-Joodse Maïa Brami schreef gedichten bij dit nieuw arrangement. Op deze opname, ingesproken door de schrijfster zelf, wordt de cyclus gepresenteerd in de context van inventieve analogieën met het leven van Janáček.Samen duren de vijftien stukken uit “On an Overgrown Path” ongeveer 30 minuten, afhankelijk van hoe men de relatief vrije structuur opvat. Om een haalbare duur voor een cd te krijgen, werden er nog twee stukken toegevoegd. Als een soort intro, Meditatie op het oud Tsjechisch koraal “St. Wenceslas”, op. 35 van Josef Suk (1874-1935) en de Notturno in B-groot op. 40 gepubliceerd in 1883, van Antonín Dvořák (1841-1904) als sluitstuk, 2 stukken die thematisch verbonden zijn met de folkloristische elementen in Janáčeks compositie.Josef Suk speelde tweede viool in het Boheems Strijkkwartet. Sinds 1914 was het ensemble verplicht om bij de opening van elk concert het Oostenrijks volkslied te zingen. Suk besloot dit verplicht stuk aan te vullen met een werk, geïnspireerd op de oude heilige Boheemse “St. Wenceslas” hymne. De boodschap van de hymne, een pleidooi voor het welzijn van het Tsjechisch volk, gericht aan hun patroonheilige, werd onmiddellijk begrepen door het publiek. Op 27 september 1914 voerde het Boheems Strijkkwartet deze eendelige Meditatie voor het eerst uit. De première van de versie voor strijkorkest, gespeeld door de Tsjechische Filharmonie, volgde in november van dat jaar. Datzelfde jaar werd het stuk overigens gepubliceerd door Fr. A. Urbánek, samen met arrangementen voor piano en orgel. De eerste Urtext-editie, opgesteld door de Suk-specialist, Zdenek Nouza, werd uitgegeven in twee bezettingen, een voor strijkkwartet en een voor strijkorkest. De orkestversie wijkt op enkele details af van de kamermuziekversie en heeft een toegevoegde partij voor contrabas.Dvořáks Nocturne was oorspronkelijk de langzame beweging, Andante religioso, van zijn Strijkkwartet nr. 4 in mi klein, uit 1870, dat tijdens zijn leven niet werd gepubliceerd. Het andante werd aangepast en als één van de twee langzame bewegingen, opgenomen in zijn Strijkkwintet nr. 2 in G uit 1875. Later trok hij het andante ook terug uit zijn Kwintet en ontwikkelde het tot een nocturne voor strijkers. Naast de versie voor strijkorkest (B. 47), maakte hij versies voor viool en piano (B. 48a) en vierhandig piano (B. 48b).Leoš Janáček (1854-1928) foto) was zelf een goede pianist, maar was geen virtuoos. Zijn piano oeuvre, een tiental composities, beperkte zich grotendeels tot miniaturen waarvan de antecedenten te vinden waren bij Schumann en Dvořák. Op zich verminderde dit op geen enkele manier de expressieve kwaliteit en de densiteit van de muziek. Voor hij zich volledig ging wijden aan het componeren, dacht Janáček aan een carrière als virtuoze pianist. Hij was immers goed vertrouwd met het instrument, waarmee hij zijn diepste emoties en gevoelens deelde, en componeerde zijn eerste opus, Thema con variazioni, op 26-jarige leeftijd, toen hij nog aan het Conservatorium van Leipzig studeerde. Hij componeerde zijn drie essentiële pianowerken, “1.X. 1905”, “On a Overgrown Path” en “In the Mists”, tussen 1900 en 1912, in een moeilijke fase van zijn leven. Ze zijn daarom wellicht zijn meest persoonlijke en meest intieme stukken. Janáček liet zich o.a. inspireren door de klank van het cimbalom (foto), een instrument dat hij vaak hoorde bij het verzamelen van volksliederen in Moravië.Waarschijnlijk begon Janáček reeds in 1900, met het voorbereiden van zijn eerste reeks Moravische volksmelodieën. Deze melodieën vormden de basis van het eerste deel van “On an Overgrown Path” (“Over een overwoekerd pad”/Po zarostlém chodníčku). Aanvankelijk bevatte de cyclus “On an Overgrown Path”, slechts zes stukken, bedoeld voor harmonium. Drie van deze composities werden voor het eerst gepubliceerd in 1901. Tegen 1908 was de cyclus uitgegroeid tot negen stukken en volledig bedoeld voor piano in plaats van voor harmonium. De definitieve versie van het eerste boek werd gepubliceerd in 1911 maar het compleet tweede boek werd pas in 1942 gedrukt. De première van het werk vond plaats in januari 1905, in de Besední dům Hall in Brno. Daniel Rumler nam het delicaat werk op zich om de pianopartituur naar strijkorkest te transcriberen. Ondanks de voor de hand liggende moeilijkheden van een dergelijke taak, heeft Rumler uitstekend werk geleverd door de rijkdom aan kleine details met grote precisie weer te geven. Dit is trouwens de première-opname van zijn arrangement.Camerata Zürich is één van de toonaangevende kamerorkesten in Zwitserland. Met meer dan honderd wereldpremières en premières speelt de Camerata Zürich een belangrijke rol in de hedendaagse muziek in Zwitserland. Daarnaast is het orkest medeverantwoordelijk voor de totstandkoming van een modern Zwitsers kamerorkestrepertoire. Naast nieuwe muziek, die zelden wordt gespeeld, staan vaak herontdekte werken uit de Klassieke en Romantische periode centraal op hun repertoire.De violist, Igor Karsko, studeerde bij K. Petroczi aan het Kosice Conservatorium en bij Jiri Tomasek aan de Praagse Muziekacademie. In 1991 werd hij door Yehudi Menuhin uitgenodigd op de Menuhin Academy in Gstaad. Hij was lid van de Camerata Lysy en het Gustav Mahler Youth Symphony Orchestra onder leiding van Claudio Abbado en was concertmeester van de Kosice State Philharmonic. Sinds 1991 is hij lid van “The Serenade Strings Trio”, dat o.a. in 1991, eerste prijzen won op de internationale kamermuziekwedstrijden in Caltanissetta en Trapani in Italië. Hij is mededirecteur van het kamermuziekfestival Convergence, concertmeester van de Camerata Zürich, gastconcertmeester van het Zürich Chamber Orchestra en de Musiciens du Louvre met Marc Minkowski, en medeoprichter van het barokensemble La Gioconda, waarmee hij meerdere, succesvolle operaproducties heeft gerealiseerd. Tussen 1993 en 2012 was hij concertmeester van het Lucerne Symphony Orchestra. Igor Karsko is docent aan de Musikhochschule in Luzern en houdt zich intensief bezig met de barokviool en de historische uitvoeringspraktijk. Hij bespeelt de beroemde viool “Il Viotti” van Lorenzo Storioni (Cremona 1768) en een barokviool van Nicola Gagliano.Daniel Rumler studeerde aan het conservatorium in Pardubice bij Jiří Kuchválek, aan de Academie voor Podiumkunsten in Praag bij Jiří Tomášek en aan de Universiteit van Luzern bij prof. Igor Karšek en prof. Giuliana Carmignolu. Hij voltooide zijn pedagogische opleiding aan de Hochschule Luzern in de masteropleiding Master in Musikpädagogik. In 2015-2017 speelde hij in de Zwitserse orkesten, Musikkollegium Winterthur en Sinfonieorchester Biel-Solothurn en sinds september 2018, is hij lid van het Slowaaks Filharmonisch Orkest. Hij treedt regelmatig op met het barokorkest Ensemble Corund Luzern en het kamerorkest Camerata Zürich. In Slowakije kreeg hij de kans om samen te werken met vooraanstaande kunstenaars zoals A. Hučková, J. Krigovský, J. Lupták, M. Paľa en M. Ruman en trad op als kamermusicus op de festivals van Convergence, Lucerne Festival, Murten Classics, Konfrontace Nitra. Hij gaf les aan het Slowaaks Jeugdorkest als mentor en is ook betrokken bij compositie en arrangeren.Maïa Brami (°1976), de dochter van de psychologe Élisabeth Brami, woont in Parijs. Na twee jaar rechtenstudie, besloot ze alles op te geven om jeugdboeken te schrijven. Sindsdien heeft ze bijgedragen geschreven over klassieke muziek en literatuur voor verschillende kranten en tijdschriften. Maïa Brami is naast schrijfster, tevens persjournaliste en collectiedirecteur bij Editions Caractères. Met haar eerste roman voor tieners, “Vis ta vie Nina” (Grasset Jeunesse), won ze in 2002, de Chronos-prijs. Ze geeft ook schrijfworkshops en organiseert evenementen (festivals, tentoonstellingen) om meer dialoog tussen muzikanten, schrijvers en dichters op gang te brengen.

Leoš Janáček On an overgrown path Camerata Zürich cd ECM New Series 2597 – 4856432