“The Duarte Circle Antwerp 1640” door Transports Publics o.l.v. Thomas Baeté op het label Musica Ficta, en “Ruckers me fecit antverpiae, Music for Antwerp harpsichords & virginals, 1560-1660”, door o.a. Mario Sarrechia, op het label Et’cetera. Niet te missen!

Terwijl Rubens in zijn Antwerps atelier zijn meesterwerken schilderde, musiceerden om de hoek, de Duarte’s. Deze vooraanstaande, Portugees-joodse, Sefardische familie, leefde voor de muziek. Vader Gaspar en zijn kinderen zongen en speelden niet alleen eigen werk, ze brachten ook muziek van hun bevriende componisten. Het huisconcert dat door het ensemble Transports Publics voor deze schitterende opname werd gereconstrueerd, brengt composities van Leonora Duarte, John Bull, Cipriano de Rore, Salomone Rossi, Frescobaldi en Constantijn Huygens.

Antwerpen was en is een stad van klavecimbels. Het Snijders & Rockoxhuis in Antwerpen (foto), nodigde “Museum Vleeshuis|Klank van de Stad” uit, om een muziekkamer in te richten in de voormalige woning van Nicolaas Rockox. Het resultaat is nu te bekijken. Nicolaas Rockox (1560-1640) en Frans Snijders (1579-1657) waren spilfiguren in het Antwerpen van de baroktijd. Beiden drukten hun stempel op het cultureel en sociaal leven van hun stad, Nicolaas als burgemeester, Frans als schilder van dieren en stillevens (foto). Twintig jaar lang waren ze ook buren. Ze woonden in twee aangrenzende woningen in de Keizerstraat. Het vernieuwd Snijders & Rockoxhuis herbergt ook een muziekkamer, de muziekkamer van de Antwerpse juwelenhandelaar en kunstliefhebber Gaspar Duarte (ca.1584-1653) en zijn gezin.

Gaspar sr. en zijn zoon Diego Duarte bouwden hun fortuin op in Antwerpen met een bloeiende handel in juwelen, vooral diamanten. Behalve in edelstenen, handelde de familie ook in kunstwerken. Diego was daarenboven een volwaardige musicus en componist. De Duarte’s hadden zes kinderen, Diego (of Jacob, 1612-1691), Leonora, Catharina (geboren in 1614), Gaspar jr. (1616-1685), Francisca jr. (geboren in 1619), en Isabella (1620-1685). Alle zes kinderen uit het huwelijk van Gaspar en Catharina kregen een gedegen muzikale opvoeding. Ze leerden zingen en ze leerden klavecimbel, virginaal, luit en gamba.

Vader Gaspar (foto) speelde klavecimbel en had nauwe contacten met de vermaarde klavecimbelbouwers Ruckers en Couchet. Francisca’s bijzondere stem bracht Pieter Corneliszoon Hooft ertoe haar de “Fransche Nachtegael” te noemen. Het huis van de Duarte’s was een muzikaal centrum waar belangrijke contacten werden gelegd met verschillende vooraanstaande families uit de Lage Landen en Engeland. De muzikale kring van de familie en de concerten die ze thuis aanboden, werden wijd en zijd geprezen, en trokken vooraanstaande gasten aan.

Uit Constantijns brieven van de jaren 1630 leren we dat Francisca Duarte duetten zong met Maria Tesselschade Roemers Visscher (Tesseltjen), waarbij zij op het klavecimbel werd begeleid door Dirk Janszoon Sweelinck, de zoon van de Amsterdamse componist en organist Jan Pieterszoon. Naast zingen speelde Francisca ook klavecimbel.

Behalve voor vocale muziek in het Nederlands, toonde de familie Duarte ook belangstelling voor de nieuwste Italiaanse en Franse muziek. En behalve dat ze zongen en op verschillende instrumenten speelden, componeerden Leonora en haar broer Diego ook. Leonora componeerde bv. een reeks van zeven fantasia’s voor vijf gamba’s. Van Leonora’s broer Diego is dan weer bekend dat hij verschillende gedichten van William Cavendish, 1st Duke of Newcastle upon Tyne, heeft getoonzet, naast psalmparafrases, die hij aan Huygens heeft opgedragen. Geen van deze werken, waarschijnlijk gecomponeerd voor één solo stem met basso continuo, is echter bewaard gebleven.

In 1635 benoemde de Engelse koning Charles I. (foto) Diego Duarte (II) tot “Jeweller in Ordinary”. Tijdens zijn verblijf aan het Engelse hof maakte Diego Duarte heel wat vrienden, die na het uitbreken van de Engelse Burgeroorlog in 1642, naar het continent vluchtten. Onder hen bevond zich Nicholas Lanier (1588-1666), de voormalige ‘Master of the King’s Musick’ van Charles I. In 1645-1646 logeerde Lanier bij de Duarte’s. Op de cd is zijn ‘No more shall meads’, een hoofs lied op een chaconne-bas, opgenomen. Aan repertoire voor de instrumenten ontbrak het ten huize Duarte niet. Omstreeks 1628 liet Gaspar (I) de zogenaamde Messaus-Bull-codex samenstellen, een volumineus handschrift met klaviermuziek van hoofdzakelijk de Engelse componist John Bull.

Een andere buitenlandse gast die in het (muziek)leven van de familie Duarte een centrale plaats innam was Constantijn Huygens (1596-1687). Huygens, diplomaat, secretaris van de stadhouder van Holland, en ook musicus, was in veel opzichten een zielsgenoot van Gaspar en een mentor voor Gaspars kinderen. Tot aan zijn overlijden zou Huygens met de familie intens corresponderen, waarbij muziek een grote rol speelde. Wanneer Huygens in 1647 bij de Parijse uitgever Ballard een bundel met Latijnse, Franse en Italiaanse liederen liet publiceren, getiteld ‘Pathodia Sacra et Profana’, zond hij de Duarte’s een exemplaar, inclusief de aria’s ‘Deh, s’à tanta beltà’ en ‘Orsa bella e crudele’. Zo droeg ook Huygens bij tot de prestigieuze huisconcerten van de Duarte’s.

Salomone Rossi (ca. 1570-ca. 1628) was actief aan het hof van Mantua rond dezelfde tijd dat Rubens, Monteverdi en Frescobaldi er werkten, en er muziek van hem gedrukt werd in Antwerpen. Rossi’s toonzetting van psalm 137, ‘Al naharot Bavel’ (Bij de stromen van Babylon), moet ongetwijfeld een bijzondere betekenis hebben gehad voor de Duarte’s. Psalm 137 verhaalt nl. over de Babylonische ballingschap van het joodse volk, en over de herinnering aan het achtergelaten moederland.

In het laatste lied op de musica ficta cd, ‘El paso del Mar Rojo’, komen de Antwerpse en de joods-Portugese werelden, alsnog postuum samen. Op een onbekende ‘cantus firmus’-melodie uit de Sinfonia de Secondi toni, die Leonora in het polyfoon weefsel verborg, zette Thomas Baeté de tekst van ‘El paso del Mar Rojo’, een Sefardische romansa voor Pesach, die overgeleverd werd via Portugese crypto-joden. Het was een populaire tekst over ballingschap, maar die getuigde van hoop in de toekomst.

Met het overlijden van Diego Duarte in 1691, eindigde het Antwerps verhaal van de Duarte’s. Diego, zijn zussen en zijn broer overleden ongehuwd en kinderloos. Hun kunstcollectie raakte verspreid, de partituren verdwenen, en de herinneringen aan de muzikale avonden gingen verloren.

De uitvoerders op de cd “The Duarte Circle Antwerp 1640”, zijn Korneel Bernolet (foto), virginaal (een kopie van het Couchet-virginaal van het Museum Vleeshuis), Annelies Decock en Ortwin Lowyck, viool, Elisabeth Seitz hammered dulcimer, Gesina Liedmeier violone, Jan Van Outryve aartsluit & citer, Justin Glaie, bas gamba & theorbe, Thomas Baeté alt & bas gamba, en de sopranen Olalla Alemán en Griet De Geyter. Het geheel staat o.l.v. Thomas Baeté (foto’s). Een immens sfeervolle cd, prachtig gespeeld en gezongen. Heel, heel bijzonder. Niet te missen!

Ook de cd “Ruckers me fecit antverpiae”, is opgebouwd als een concert dat Francisca Duarte zou hebben gegeven. Hoewel Francisca’s talent uitzonderlijk was, was ze slechts een van de vele Antwerpenaren die goed klavecimbel speelde. Vaardigheid op het klavecimbel was een belangrijk onderdeel van de opvoeding van de dochters van de rijke middenklasse in de 16de – en 17de  eeuw. Muziek schiep immers harmonie in het leven en het spelen ervan stimuleerde elegantie. De muziek werd zorgvuldig gekozen. Er zijn werken uit oude collecties manuscripten samengesteld voor en door de familie Duarte, waaronder muziek van John Bull en bewerkingen van dansen en liederen, evenals nieuw repertoire van klavecimbelvirtuozen zoals Jacques Champion de Chambonnières en Johann Jakob Froberger, die hun recente composities met de familie hebben gedeeld. Een van de gasten, Béatrix de Cusance, vermeld in een brief, “Beste Francisca laat ons ongewone en buitengewone dingen horen. Ze speelt van dag tot dag duizend keer beter’. Francisca’s vader Gaspar en haar zus Leonora treden vaak met haar op, hij is een luitist en zij is een zangeres. Hemelse muziek weerklinkt in Antwerpen tot ver na middernacht.”

Op deze cd staat werk van Claudin De Sermisy (ca.1490-1562), Antonio de Cebazon (1510-1566), Thomas Crecquillon (1505/15-1557), Peter Philips (1560/1-1628), Orlando di Lasso (ca. 1532-1594), John Bull (ca. 1562-1628), Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621), John Dowland (ca. 1563-1626), Johann Jakob Froberger (1616-1696), Michel Lambert (1610-1696) en Jacques Champion de Chambonnières (ca.1602-1672). De uitvoerders zijn Mario Sarrechia, klavecimbel & virginaal, Lieselot De Wilde, sopraan, en Justin Glaie, luit.

Mario Sarrechia (°1988) groeide op in België, maar voor zijn studies trok hij naar Amsterdam. Hij werd verliefd op de stad en besloot daar te blijven wonen. Op zijn tiende begon hij met pianolessen aan de muziekacademie van Ekeren (Antwerpen) en zo maakte hij kennis met de muziek van Bach en het klavecimbel. Na zijn vooropleiding en Bachelor-studies aan het Antwerps Conservatorium, vertrok hij naar Amsterdam waar hij in 2015 met onderscheiding zijn Master-diploma voor het klavecimbel behaalde. Hij nam ook lessen pianoforte bij Richard Egarr. Mario geeft les aan de Hogeschool van Leiden en treedt vaak op in binnen- en buitenland. Met verscheidene barokorkesten speelt hij op aangepaste instrumenten om zo de klank van die tijd weer te geven en enkele jaren geleden richtte hij een eigen ensemble op waarmee ze door Europa reizen.

The Duarte Circle Antwerp 1640 Transports Publics Thomas Baeté Korneel Bernolet cd Musica Ficta MF 8028

Ruckers me fecit antverpiae Music for Antwerp harpsichords & virginals, 1560-1660 Mario Sarrechia, harpsichord & virginal Lieselot De Wilde, soprano, Justin Glaie, lute cd Et’cetera 0001755KTC

https://www.snijdersrockoxhuis.be/over-het-museum/gaspar-duarte