Jean-Philippe Rameau, “Pièces de clavecin en concerts”, door Accademia Strumentale Italiana, op het label Challenge Classics.

Op de titelpagina van de originele uitgave van de “Pièces de clavecin en concerts”, stond weliswaar dat het klavecimbel dialogeert met een viool of een fluit en een gamba of een tweede viool. De grote nieuwigheid van de Pièces de Clavecin en Concerts was dus het concertant karakter.De “Concerts Royaux” waren vier suites, gecomponeerd tussen 1714 en 1715, voor het hof van Lodewijk XIV. Vandaar de kwalificatie “koninklijk”. Gecomponeerd terwijl kamermuziekconcerten in de mode waren, waren ze meer bedoeld om naar te luisteren dan om op te dansen. Ze werden gepubliceerd in 1722 zonder aanwijzing van instrumentatie. Daarom kon hetzelfde stuk worden gespeeld door een solo klavecimbel of door een ensemble met een basinstrument, een viool, een gamba, en een hobo of een fluit. Deze vrijheid van instrumentatie was ook te vinden bij Marin Marais, Gaspard Le Roux en Rameau. Couperins verzameling werd in 1724, aangevuld met een reeks “Nouveaux Concerts” met als ondertitel, “les Goûts réunis”, of de “herenigde smaken” van de Franse en de Italiaanse stijl.

Rameau verrijkte de Franse klavierliteratuur in 1706, met zijn “Premier livre de pieces de clavecin”, in 1724, gevolgd door “Pieces de clavecin avec une methode pour la mechanique des doigts”. Na deze, componeerde hij in 1729-1730, “Nouvelles suites de pieces de clavecin […] avec des remarques sur les différens genres de musique”. Ten slotte componeerde hij nog in 1736, “Les Indes galantes, ballet, reduit à quatre grands concerts”, dat ook het origineel klavecimbelwerk “Les Sauvages” bevatte.

In navolging van Couperins “Concerts royaux” (opgenomen in zijn Troisième livre de pièces de clavecin; 1722) en “Les goûts-réunis ou Nouveaux concerts”, en van de “Pièces de clavecin en sonates” op. 3, van Mondonville, richtte Rameau op zijn beurt, geïnspireerd door het nieuw potentieel aan kamermuziek, door het gebruik van het concertant klavier, opnieuw zijn aandacht op instrumentale muziek. De collectie uit 1741, gecomponeerd 15 jaar na zijn “Nouvelles Suites de Pièces de Clavecin”, was het enige nieuw werk dat hij componeerde tussen 1740 en 1744, voor hij terugkeerde naar het muziektheater, waaraan hij de rest van zijn leven zou wijden. Rameau was wel organist en de componist van “Pièces de clavecin en concerts” en “Pièces de clavecin”, en een belangrijke theoreticus (o.a. “Traité de l’harmonie réduite à ses principes naturels”), maar hij was in de eerste plaats toch een operacomponist.Rameau’s “Pièces de clavecin en concerts”, verschilden van de Italiaanse Triosonates van Corelli, omdat Rameau, in tegenstelling tot Corelli, bij wie het klavier in wezen, enkel de rol had van de becijferde bas of continuo, meer aandacht schonk aan de klavecimbelpartij, spelend met virtuositeit, en eerder bedoeld als de uitgewerkte begeleiding van de viool, fluit of gamba, “à égalité”. Rameau transcribeerde trouwens “La Livri”, “L’ agachée”, “La timide” en “L’indiscrète”, uit zijn Pièces de clavecin en concerts”, voor klavecimbel solo, en verschillende van de stukken zou hij later transcriberen en orkestreren voor gebruik in zijn opera’s “Zoroastre”, “Les Fêtes de Polymnie”, “Dardanus” en “Le Temple de la Gloire”.De Accademia Strumentale Italiana werd opgericht in Verona met het specifiek doel om de oude en illustere academies te herscheppen, waar het plezier elkaar te ontmoeten een speciale smaak gaf aan het samen musiceren. De Accademia heeft uitgebreid opgetreden in Europa en is uitgenodigd op verschillende internationale festivals waar het altijd veel lovende kritieken heeft gekregen. De leden van de Accademia zijn allemaal gerenommeerde specialisten en werken samen met enkele van de bekendste Europese ensembles. Sinds 1993 neemt de Accademia voornamelijk op voor Stradivarius en DIVOX, waarbij ze prijzen en onderscheidingen van de gespecialiseerde pers inzamelen (Midem Classical Award 2007 met de cd Dolcissimo Sospiro). Met de opname van Die Kunst der Fuga begon een samenwerking met het Nederlands label Challenge Records. Alberto Rasi is de muzikale leider van de groep; het ensemble bestaat momenteel uit een consort gamba’s, die worden vergezeld door gastartiesten die zijn uitgenodigd om deel te nemen aan grotere projecten. Op deze cd zijn de uitvoerders Luigi Lupo, traverso, Alberto Rasi, gamba, Patrizia Marisaldi, klavecimbel, en Rossella Croce, viool.

Tracklist:

I concert

– la coulicam, rondement

– la livri, rondeau gracieux

– le vezinet, gaiement, sans vitesse

II concert

– la laborde, rondement

– la boucon, air, gracieux

– l agacante, rondement

– premier et 2.me menuet

III concert

– la la popliniere, rondement

– la timide, i et ii rondeau gracieux

– i tambourin et ii tambourin en rondeau

IV concert

– la pantomime, loure un peu vive

– l’indiscrete, vivement

– la rameau

V concert

– la forqueray, fugue

– la cupis, rondement

– la marais

Jean-Philippe Rameau Pièces de clavecin en concerts Alberto Rasi Accademia Strumentale Italiana cd Challenge Classics CC 72905

https://www.stretto.be/2020/05/28/bachs-die-kunst-der-fuge-bwv-1080-mus-ms-bach-p-200-op-viool-gambas-en-orgel-door-accademia-strumentale-italiana-en-alberto-rasi-op-het-label-challenge-classics/