“Domenico Mazzocchi, Prima le parole, Madrigali a cinque voci”, door Les Traversées Baroques o.l.v. Étienne Meyer & Judith Pacquier, op het label Accent. Subliem!

Het leven en de carrière van Domenico Mazzocchi belichaamden de welgestelde status van een intellectuele musicus in het Rome van de 17de eeuw. Deze beschermeling van de families Aldrobrandini, Barberini, Pamphilij en Borghese, was een geleerde, een historicus met een passie voor de oudheid, en een musicus, die erg gesteld was op de keuze van zijn teksten.

Domenico Mazzocchi (1592-1665) was een Italiaanse barokcomponist van enkel vocale muziek. Hij was advocaat, studeerde muziek bij Giovanni Maria Nanino (of Nanini) in Rome, en componeerde muziek voor de pausen, met name voor kardinaal Maffeo Barberini, de latere paus Urbanus VIII en Giovanni Battista Pamphili, de latere paus Innocentius X. Zijn jongere broer, Virgilio, had een vergelijkbare carrière als componist voor het Vaticaan. Domenico Mazzocchi componeerde de opera’s “La catena d’Adone” (1626) en “L’innocenza difesa” (1641), oratoria, o.a. “David” en “Maddalena”, motetten en Dialoghi e sonetti. In 1638, componeerde hij de hier opgenomen 14 “Madrigali a cinque voci”, madrigalen met Basso continuo, vergelijkbaar met de late madrigalen van Monteverdi. Deze bevatten de eerste notaties, uitgelegd in het voorwoord, van de muzikale dynamische tekens < ‘crescendo’, > ‘decrescendo’, p(iano), f(orte) en tr(illo). Domenico Mazzocchi droeg met deze 14 madrigalen bij tot de evolutie van de seconda prattica in de lijn van Caccini en in navolging van Claudio Monteverdi. Als tekstdichters koos hij Pier Francesco Paoli,, Giovan Battista Marino, Giovanni Ciampoli, Torquato Tasso, Ottavio Transarelli, Alessandro Adimari, Rovelli en Francesco Balducci.

Giovanni Maria Artusi (1540-1613), een kanunnik verbonden aan de Congregazione San Salvatore in Bologna en aanhanger van Giuseppe Zarlino, ging in 1600-1603, als specialist van het gebruik van dissonanten in contrapunt, een discussie aan met Claudio Monteverdi (1567-1643). Monteverdi’s standpunt was de antithese van wat hij de prima en de seconda prattica noemde. Artusi hing de prima prattica aan met heerschappij van de harmonie (bv. Palestrina), terwijl Monteverdi de seconda prattica aanhing, waarin de gevoelens of affecten van de dichterlijke tekst op de muziek primeerden. Vanuit deze overtuiging brak Monteverdi met de oude regels van de polyfonie en had hij meer aandacht voor het recitatief en de basso continuo. Het doel was om getrouw de grootste hartstochten van de ziel tot uitdrukking te brengen. Naarmate de jaren 1590 vorderden, kwam Monteverdi dichter bij de vorm die hij zou aanduiden als de seconda pratica tegenover de polyfone stijl van de 16de eeuw, bv. Palestrina, bekend als de stile antico, of prima pratica. “Ohimè, se tanto amate”, gepubliceerd in het vierde boek, maar gecomponeerd vóór 1600, was een typisch voorbeeld van de ontwikkelende vindingrijkheid van de componist. In dit madrigaal week Monteverdi af van de gevestigde praktijk in het gebruik van dissonantie, door vocale ornamentiek.

De uitvoerders zijn Capucine Keller, Dagmar Šašková en Anne Magouët, sopraan, Maximiliano Baños, alto, Vincent Bouchot en François-Nicolas Geslot, tenor, Renaud Delaigue en Alejandro Meerapfel, bas, Béatrice Linon, viool, Judith Pasquier, cornet en artistieke leiding, Liselotte Emery, cornet en blokfluit, Monika Fischaleck, fagot en blokfluit, Marion Martineau en Christine Plubeau, viola da gamba, Matthias Spaeter, theorbe, Magnus Andersson, theorbe en gitaar, Giovanna Pessi, harp en Laurent Stewart, klavecimbel en orgel. Dirigent is Étienne Meyer.

De Franse dirigent en koordirigent, Étienne Meyer (°1976), geboren in Nancy, studeerde eerst trompet, contrabas, en orkest- en koordirectie aan het nationaal conservatorium van de regio Metz, aan het nationaal conservatorium van de regio Nancy en aan het conservatorium van Luxemburg. Hij vervolgde zijn studie aan het Nationaal Muziekconservatorium in Lyon. In 2008 richtte hij samen met Judith Pacquier, het ensemble “Les Traversées Baroques” op, waarmee hij talrijke concerten geeft in Frankrijk en Europa. Hij is sinds januari 2012, ook de muzikaal leider van het Chœur de la Maîtrise de Dijon. Hij componeert filmmuziek, met name voor cine-concert met werken als The Phantom of the Opera van Rupert Julian, “Juve against Fantômas” van Louis Feuillade, “Le Ballon rouge” van Albert Lamorisse, of voor cartoons als “Pat a Mat” van Lubomír Beneš en Vladimír Jiránek of “Le Criquet” van Zdeněk Miler.

Tracklist :

Uscite A Mille, A Mille

Passacaglie Dialogo A Tre

Di Marmo Siete Voi

Verginelle

O Tempeste

Aprite Il Seno

Lidia Ti Lasso, O Dio

Chiudesti I Lumi

Hor Che Gli Armenti

Su Da Monti

Pian Piano

Hor Che Sepolto

Dolci Godete Aurette Liete

Oh Se Poteste Mai

Domenico Mazzocchi Prima le parole Madrigali a cinque voci Les Traversées Baroques Étienne Meyer Judith Pacquier cd Accent ACC 24384