“César Franck, Complete Organ & Harmonium Works” door Joris Verdin, op het label Ricercar. Uniek!

Het label Ricercar viert de 200ste verjaardag van de geboorte van César Franck met een heruitgave van zijn complete werken voor orgel en harmonium. In deze fascinerende interpretaties van Joris Verdin, werden Francks eigen recent ontdekte metronoommarkeringen verwerkt. In mei 2000 werd zijn opname van César Francks orgelwerken trouwens bekroond met de “Evènement du mois” (in alle categorieën) door het Frans blad, Diapason.

Het is enigszins verbazingwekkend, maar César Franck, dé grootmeester van het Cavaillé-Coll orgel, heeft eigenlijk relatief weinig gecomponeerd voor orgel. Op “slechts” 2 van de 5 cd’s in deze box, staan Francks meeste orgelwerken, gecomponeerd tussen 1846 en 1866. Het zijn met uitzondering van een meer uitgebreid Pièce en mi bémol, 4 Offertoria en een Elévation, alle kleine, liturgische werkjes. Op de overige 3 cd’s staan naast nog enkele op orgel gespeelde werken, zijn complete werken voor harmonium. Van de vele “Pièces postumes”, is weliswaar niet met zekerheid geweten of ze voor orgel of voor harmonium waren bedoeld. Bovendien componeerde César Franck, vooral in de jaren ’30 en ’40, in de eerste plaats, bijzonder mooie maar te weinig bekende pianomuziek. In de jaren ’80, volgden nog “Prélude, choral et fugue” en “Prélude, aria et final” voor piano.

Ter gelegenheid van de officiële ingebruikname van het groot Cavaillé-Collorgel in de grote zaal van het Palais du Trocadéro in Parijs (foto), op 1 oktober 1878, tijdens de Wereldtentoonstelling, componeerde Franck in dat jaar drie orgelwerken, Fantaisie (Fantasie-idylle), Cantabile en Pièce héroïque, die in 1883 voor het eerst in druk verschenen onder de titel ‘Trois Pièces pour le grand orgue’. Op verzoek van de Parijse muziekuitgever Auguste Durand componeerde Franck in de periode augustus-oktober 1890, kort voor zijn overlijden, nog een reeks orgelstukken ‘in grote stijl’, nl. de ‘Trois Chorals pour grand orgue avec pédale obligée’ (cd IV).

César Franck verliet geleidelijk zijn carrière als virtuoos pianist terwijl hij zijn opleiding afrondde bij verschillende Parijse meesters, onder wie de organist François Benoist. Daarna was Franck vanaf 1853, organist in verschillende belangrijke Parijse kerken voor hij een functie aanvaardde in de Sainte-Clotilde, waar hij beschikte over het gloednieuw instrument van Cavaillé-Coll (foto). Hij componeerde zowel orgelwerken als andere genres die onderdeel werden van de apotheose van wat nu Le Renouveau français wordt genoemd.

Tal van orgelcomposities, van een Offertoire CCF 55 uit ca. 1859, tot een Allegretto moderato, CCF 97, uit 1863) werden pas in 1905, met als titel ‘Pièces posthumes pour Harmonium (ou Orgue) à pedales pour l’office ordinaire’, gedrukt. De tekstbezorger van de uitgave was Georges Franck (1848-1910), de zoon van de componist. Waarschijnlijk zijn die alle in de periode ca 1858-1863 ontstaan, getuige jaaraantekeningen (+ de specifieke dag en maand) bij enkele, niet alle, gepubliceerde orgelstukken. Het is trouwens niet duidelijk of alle orgelwerken van deze uitgave daadwerkelijk door César Franck zijn gecomponeerd. Francks oud-leerling Charles Tournemire meende dat er in de collectie stukken waren die niet van de hand van zijn oud-leraar konden zijn, op grond van door hem als compositorisch zwak en niet-idiomatisch beoordeelde kenmerken. Desondanks, blijven deze orgelcomposities, zolang de handschriften niet aan het licht zijn gekomen, toegewezen aan César Franck. De composities zijn daarenboven moeilijk exact te dateren omdat César Franck tot drie keer toe, zijn eigen composities heeft geordend in van elkaar afwijkende opusnummerreeksen.

Francks orgelwerken werden opgenomen op de Cavaillé-Coll orgels van de kathedraal in Saint-Omer (foto) en van de Eglise abbatiale in Rouen, deze in de Santa Maria del Coro in Donostia (San Sebastian) (foto) en deze van de Santa Maria in Azkoitia in Spaans Baskenland. De tal van “Pièces” en “L’Organiste” voor harmonium werden opgenomen op verschillende historische harmoniums van Debain, Mustel en Alexandre. Voor de uitvoering van Francks “Prélude, Fugue et Variation”, uit 1860-1862, opgedragen aan Saint-Saëns, oorspronkelijk voor orgel en harmonium, op cd III, kreeg Joris Verdin de assistentie van Jos van Immerseel, op een Erard piano uit 1850.

Joris Verdin heeft een fenomenale carrière. Hij is zowel organist als musicoloog. Na verschillende activiteiten als begeleider, arrangeur en producer, richtte hij zich op het orgel. Na les te hebben gegeven aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Luik (1984-1986) en het Lemmensinstituut Leuven (1986-1996), werd hij hoofd van de orgelafdeling van het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen. Masterclasses, muziekedities en artikelen vormen een belangrijk onderdeel van zijn werkzaamheden, o.a. de eerste volledige editie van César Franck harmoniumwerken en het eerste handboek van de harmoniumtechniek. De Spaanse stad Torre de Juan Abad (Ciudad Real) benoemde Joris Verdin tot ere-organist van het historisch orgel, gebouwd door Gaspar de la Redonda in 1763. Als solist heeft hij meer dan veertig cd’s opgenomen, met muziek uit verschillende muzikale tijdperken en stijlen, en won hij won hij de “Preis der Duitse Schallplattenkritik 2011”, “Diapason d’Or” 2012 voor solo-cd met muziek van Lefébure-Wely, “Choc de la Musique”, “Diapason d’Or”, “Klara Muziekprijs” (Vlaamse Radio) en een Cecilia-award 2013 voor muziek van Willaert.

César Franck Complete Organ & Harmonium Works Joris Verdin 5 cd Ricercar RIC 441

https://www.stretto.be/2021/08/24/cesar-franck-pieces-pour-harmonium-door-doris-bertschinger-op-accordeon-op-het-label-neos/