Jos Bours, “Opeens geen grenzen meer, Angst, geweld en haat bij Duitse mannen na de Eerste Wereldoorlog”, een bijzonder interessante uitgave van Waanders.

In november 1918 kwam er een einde aan de gruwelijk gevoerde Eerste Wereldoorlog, maar dat leidde in Duitsland bepaald niet tot vredelievende taferelen. Geweld en haat heersten in de politiek en op straat. Honderdduizenden mannen bleken gevoelig voor gewelddadige verlossingstheorieën. Hoe kon dat?

Jos Bours ontdekte dat het vooral ging om jonge mannen met een diepgevoelde haat tegen socialisten, democraten, hun (symbolische) vaders en tegen … vrouwen. Hun angsten en emotionele onzekerheden gingen ze te lijf met mannelijke hardheid: ‘vastbesloten naar buiten, gesloten naar binnen’. De schrijver analyseert (on)bewuste boodschappen in romans en verslagen van vrijkorpsofficieren, gedichten van Brecht en schilderijen en tekeningen van Dix en Grosz met hun uitdrukking van die mannelijke angsten, gewelddadige wensen en obsessies. Zijn belangstelling is niet alleen puur historisch. In een persoonlijke beschouwing onderzoekt hij waarom hij als jonge man – 1946 in een Zuid-Limburgs dorp geboren – de binnenwereld van Duitse jonge mannen zo herkenbaar vond. Terwijl die vijftig jaar eerder waren geboren onder totaal andere omstandigheden.

“De destructieve gevolgen van de Duitse nederlaag en de vernederende vredesvoorwaarden van Versailles in juni 1919,”, schrijft de auteur, “de verlammende, op hol geslagen inflatie van 1923 en de economische wereldcrisis van 1929. Die fnuikten de nationale trots van menige Duitse man. Hebben vooral die gebeurtenissen een groot deel van hen gevoelig gemaakt voor gewelddadige verlossingstheorieën en – praktijken? Of bestond die mannelijke behoefte aan geweld al eerder?”

In Deel 1: De gebeurtenissen, leest u over de ‘verdedigingsoorlog’, van opstand tot revolutie, de vrijkorpsen, hoe alles weer ‘ruhig werd, Ebert en Noske. In Deel 2: Analyse en interpretatie, heeft hij het over mannelijke binnenwerelden: vaders en zonen, vrouwen en het vrouwelijke, en over de waarheid van de Duitse ziel’.

“In mijn verhaal”, schrijft Bours verder, “ga ik vooral in op de jaren die vooraf gingen aan de ‘Versailles – vrede’ en de financiële rampen van 1923 en 1929. Wat kunnen we opmaken uit wat mannen uit de tijd vlak na de Eerste Wereldoorlog over hun angsten, verdrongen wensen en obsessies hebben geschreven, gedicht, getekend en geschilderd? Al die uitingen vertellen iets over de wisselwerking tussen de toenmalige buitenwereld en de Duitse mannelijke binnenwereld van toen. Daarover gaat dit verhaal. Het wordt verteld op basis van wat wetenschappelijke bronnenonderzoekers en tijdgetuigen hebben gemeld. Maar ik maak ook gebruik van mijn verbeeldingskracht in een poging om een vinger te krijgen áchter die feiten. En zo te doorgronden hoe die gebeurtenissen door (jonge) mannen destijds zijn gevoeld.” Rijkelijk geïllustreerd, geeft het boek een uitgebreid, overzicht van de kunst en de politieke gebeurtenissen tijdens het interbellum in de Duitse Weimar Republiek. Bijzonder interessant. Zeker lezen!

Jos Bours (°1946) volgde het gymnasium in Sittard, haalde zijn kandidaatsexamen Nederlands in Nijmegen (1970) en studeerde in 1973 af als dramaturg in Utrecht. Van 1974 tot 1979 doceerde hij dramaturgie aan de Theaterschool in Utrecht. Samen met zijn levenspartner Marlies Hautvast richtte hij in 1977 Stut Theater op, de eerste Community Theatergroep in Nederland. Gezamenlijk vormden zij de artistieke leiding tot 2005. Daarnaast publiceerde hij over de principes en praktijk van dit werk ‘Moed voor morgen’ (1984), ‘Een onuitputtelijke bron – hoe een toneelschrijver inspiratie zocht en vond in de volkswijken van Utrecht’ (2005) en ‘Community Theater Methodiek’ (2006).

Bours schreef ook boeken met een sociale thematiek. Middels interviews liet hij direct betrokkenen aan het woord over hun ervaringen in ‘Mijnwerkers, verhalen om te onthouden’ (1979), ‘WAO-ers, verhalen om te onthouden’ (1981), ‘de Vrij Nederland Kleurenbijlage De Bouwvak’ (1987), ‘Sporen van Staal over de Utrechtse staalfabriek DEMKA’ (1988), ‘Lombok Wereldwijk’ (2004) over de problemen en mogelijke oplossingen in een Utrechtse multiculturele wijk en ‘Verhalen uit de Sojafabriek’ (2014) over de bloei en ondergang van een Utrechts voedingsbedrijf. Daarnaast schreef hij ook fictie: het sprookje ‘Het duivelskind en het herderslied’ (1980). ‘De jongens van het Glaspaleis’ (2014) is zijn eerste roman. In 2018 verscheen de historische roman ‘Duvelsprie’, gebaseerd op een waargebeurd verhaal.

Jos Bours Opeens geen grenzen meer, Angst, geweld en haat bij Duitse mannen na de Eerste Wereldoorlog geïllustreerd 302 bladz. uitg. Waanders ISBN 9789462624023

https://www.stretto.be/2021/12/27/patrick-dassen-de-weimarrepubliek-1918-1933-over-de-kwetsbaarheid-van-de-democratie-een-monumentale-uitgave-van-van-oorschot/