“The Age of the Russian Avant-Garde, Futurists and Traditionalists, Lourié Medtner Mosolov Roslavets Stanchinsky”, op het label Grand Piano.

Twee pianistes, Olga Andryushchenko en Olga Solovieva, en twee pianisten, Giorgio Koukl en Paul Stewart, brengen in een indrukwekkende box met 8 cd’s, de complete pianomuziek van vier Russische avant-garde componisten Lourié, Mosolov, Roslavets en Stanchinsky, en de complete Pianosonates van Nikolay Medtner, Niet te missen!

De moderniteit in de Russische muziek ontstond ondanks de worsteling met het Sovjetregime in het begin van de 20e eeuw, waarbij de mystieke visie van Scriabins muzikale erfenis een basis vormde om op voort te bouwen. In deze veelgeprezen cd’s ontdekt u Medtners levensbevestigende sonates en horen we Lourié’s reis van het impressionisme naar baanbrekende kubistische opvattingen. De werken van Mosolov zijn gedurfd en complex, terwijl het nieuwe toonsysteem van Roslavets ‘vuur en ijs’ brengt, en Stanchinsky’s verfijnde virtuositeit anticipeert op vele aspecten van de 20e-eeuwse stijl. Deze opmerkelijke werken vertegenwoordigen een tijd van diepgaande verandering in de Russische cultuur die nog steeds wordt ontdekt en beoordeeld.

Alexei Stanchinsky (1888-1914), een leerling van Zhilayev en Taneyev aan het conservatorium van Moskou, vernietigde veel van zijn vroege composities, terwijl hij in de laatste jaren van zijn kort leven slechts met tussenpozen componeerde. Eerst beïnvloed door Mussorgsky en vervolgens door Scriabin, liet hij een reeks interessante en experimentele pianocomposities na die veel beloofden. Stanchinsky werd door zijn leraar Tanejev als een uitstekende leerling beschouwd, zijn werk anticipeerde op Stravinsky, Prokofjev en anderen en baande de weg naar vele aspecten van de 20e-eeuwse stijl. Zijn tragische vroege dood, de moeilijkheidsgraad van zijn partituren en publicatieproblemen zorgden ervoor dat zijn muziek decennialang verborgen bleef en niet de welverdiende erkenning kreeg. Deel 1 van deze complete uitgave bevat zijn volledige productie tot 1910, inclusief verschillende wereldpremière-opnamen en onthult zijn vroege melodische gave en verfijnde virtuositeit. Stanchinsky’s bijdrage aan het pianorepertoire is uniek, zijn werken worden gekenmerkt door het melodische karakter en de technische perfectie in het gebruik van polyfonie en contrapunt. Zoals de pianiste Olga Solovieva vertelt, “Stanchinsky’s muziek is als een blootliggende zenuw, allemaal op de grens van de zintuigen. Het gaat over de diepste gevoelens, over wat er in de ziel is. De muziek is heel oprecht, voor iedereen begrijpelijk en zal altijd blijven leven”.

Hoewel Arthur Lourié aan het conservatorium van Sint-Petersburg studeerde, waar Alexander Glazunov tot zijn compositieleraren behoorde, was zijn belangrijkste muzikale invloed in zijn jeugd Alexander Scriabin, wiens late pianowerken hem fascineerden. Hij was ook sterk geïnspireerd door de futuristen en zette verzen van dichters als Anna Achmatova (met wie hij een gepassioneerde affaire had), op muziek. Vladimir Majakovski en Alexander Blok hebben hem diep geraakt door de welsprekendheid van hun schrijven en de aantrekkingskracht van hun politieke opvattingen, die een beroep deden op Lourié’s eigen radicale gezindheid. Hij stond volledig achter het idee om het menselijk bewustzijn te transformeren door het soort spirituele revolutie dat kenmerkend was de Russische symbolisten.

Twee cd’s, (5 & 6), gewijd aan de pianomuziek van Arthur Vincent Lourié, volgen zijn reis van het impressionisme à la Debussy, van zijn jeugdige en fragiele Cinq Préludes, op. 1 en de door Scriabins chromatiek beïnvloedde, griezelige Masques (Tentations) van 1913, tot het bijna kubisme van Formes en l’air. Hoewel geprezen – of bespot als een baanbrekende futurist, omarmde hij in zijn postrevolutionaire schriftuur, een nostalgisch, Frans neoclassicisme, vertegenwoordigd door de vrolijke Petite Suite en Fa. “Het ontdekken van de muziek van Arthur Lourié”, vertelt Giorgio Koukl“ “was een moment van openbaring en pure vreugde, en zeker de moeite waard om zijn partituren te vinden, hoewel sommige helaas nog steeds verborgen of verloren zijn. Lourié’s inventieve kracht, oneindige rijkdom aan muzikale textuur en delicate structuur van zijn harmonie maken van hem een voorloper, zijn tijd ver vooruit. Hij had een welverdiende wereldwijde beroemdheid kunnen bereiken, maar mede door zijn ingewikkeld persoonlijk verhaal is dit er nooit van gekomen. Nu, 50 jaar na zijn dood, is het tijd om zijn reputatie als een van de belangrijkste componisten van zijn eeuw te herstellen”.

Stravinsky beschreef Nikolay Roslavets als ‘de interessantste Russische componist van de 20ste eeuw’. Hoewel de invloed van Scriabin ook in zijn vroege werken te horen is, resulteerde Roslavets’ voortdurende experimenten met originele en complexe compositietechnieken in zijn ‘nieuw systeem van toonorganisatie’ en ‘synthetische akkoorden’. Olga Andryushchenko beschrijft Roslavets’ pianomuziek als “vuur en ijs!” Nikolai Roslavets werd geboren in Centraal-Oekraïne en studeerde aan het conservatorium van Moskou, onder meer bij Ippolitov-Ivanov. Na de Februarirevolutie van 1917, trad hij toe tot de Sociaal-Revolutionaire Partij, en in 1918 was hij lid van een groep die gelieerd was aan de bolsjewieken, en verbrak zijn verbinding in 1921. In de daaropvolgende jaren deed hij veel om de zaak van de hedendaagse muziek te promoten, met name als leider van de Vereniging voor Hedendaagse Muziek.

In 1931 verhuisde hij van Moskou naar Tasjkent, waar hij werkte als dirigent, componist en regisseur bij het Muziektheater. Twee jaar later keerde hij terug naar Moskou, waar hij moeite had om lichaam en ziel bij elkaar te houden, verboden door de Sovjetautoriteiten, maar gaf privéles. Bij zijn dood in 1944 werden veel van zijn manuscripten in beslag genomen door de geheime politie, maar andere werden bewaard door zijn weduwe en door een van zijn leerlingen. Perestrojka heeft een hernieuwde belangstelling voor zijn werk mogelijk gemaakt.

Hoewel van Duitse afkomst, werd Nikolay Karlovich Medtner geboren in Moskou, Hij studeerde piano bij zijn moeder tot hij op twaalfjarige leeftijd werd toegelaten tot het conservatorium van Moskou. Medtners leraren waren onder meer Vasily Safonov voor piano, Anton Arensky voor harmonie en Sergey Taneyev voor contrapunt, waarbij de laatste een bijzonder sterke invloed had op zijn muzikale ontwikkeling. Taneyev bracht al zijn studenten respect bij voor de oude meesters, Palestrina, Bach, Mozart en vooral Beethoven, en benadrukte dat contrapuntische en structurele beheersing essentieel was voor een componist. Medtner studeerde in 1900 af aan het conservatorium met een gouden medaille voor piano. Na het behalen van succes in het Derde Internationale Rubenstein Concours in Wenen, leek een carrière als concertpianist onvermijdelijk. Een Europese concerttournee was gepland, maar werd afgeblazen toen hij, tegen het advies van zijn ouders en leraren, besloot het leven van een reizende virtuoos te mijden en zich te wijden aan zijn ware roeping: compositie. Medtner bleef zijn hele leven optreden en werd een gevierd vertolker van Beethoven.

Net als zijn bijna-tijdgenoot Rachmaninov, die hem ‘de grootste componist van onze tijd’ noemde, was Nikolaj Medtner een componist, pianist en een balling uit zijn geboorteland Rusland. Zijn werken omvatten een opmerkelijke reeks stukken voor zijn eigen instrument, waaronder 14 sonates en enkele zeer suggestieve, poëtische miniaturen. Medtners gave voor melodie was al meteen duidelijk in zijn vroege Sonatina in sol klein. De Sonate nr. 1, op. 5, zijn eerste grootschalig werk, bevatte autobiografische elementen en was intens spiritueel geladen. Poëzie en nostalgie overspoelden zijn prachtige Sonata-Reminiscenza in la klein.

Alexander Mosolov was een van de meest prominente experimentele Sovjet componisten van de jaren ‘20. Beroemd om zijn futuristisch orkestwerk, The Iron Foundry, begon deze ‘constructivist’ nieuwe wegen in te slaan door zijn gebruik van motorische ritmes en melodische hoekigheid. In 1937, werd hij acht maanden gevangengezet en verdween later in onverdiende vergetelheid. In zijn vier overgebleven pianosonates toonde Mosolov zich een van de brutaalste en meest complexe Russische componisten van zijn tijd.  Tijdens de Oktoberrevolutie bood hij zich vrijwillig aan om in het Rode Leger te dienen, maar in 1921, ging hij naar het conservatorium van Moskou en studeerde compositie bij Glière en Myaskovsky.

Zolang Stalins handlangers Sovjetkunstenaars in hun ijzeren greep hielden, zou er geen tolerantie meer zijn voor ‘futurisme’, dat als elitair werd beschouwd en niet de belangen van de staat diende. In 1937 werd Mosolov gearresteerd wegens ‘contrarevolutionaire activiteiten’ en kreeg hij een gevangenisstraf van acht jaar opgelegd. Via de kantoren van enkele goed verbonden collega’s werd hij na slechts acht maanden vrijgelaten, maar hij kon nooit meer experimenteren. Bijgevolg vereenvoudigde hij zijn stijl, maakte deze toegankelijker, en liet hij proletarische onderwerpen los. In plaats daarvan ontwikkelde hij een grote interesse in de volksmuziek van de Centraal-Aziatische Sovjetrepublieken Turkmenistan en Kirgizië. De fantasie voor piano, Turkmeense nachten, gepubliceerd in Wenen in 1929, was bv. een product van deze tijd, ook al bleven er enkele harde ‘constructivistische’ elementen in. Zijn jeugdige vooruitzichten als een vooraanstaand Sovjetcomponist met een rooskleurige toekomst konden echter nooit vervuld worden en hij zonk in de vergetelheid.

De Russische pianiste Olga Solovieva werd geboren in Moskou, waar ze afstudeerde aan de Russische Muziekacademie en assistent werd van Leonid Blok. Sinds 2004 is ze professor aan het Gnessin State Musical College en heeft ze masterclasses gegeven in Ierland en België. Als laureate van verschillende internationale wedstrijden ontving ze in mei 2019 de Glinka-medaille voor haar bijdrage aan de muziekkunst. Ze trad op in Rusland en internationaal en werkte samen met musici en ensembles waaronder o.a. het Vanbrugh Quartet, Vilnius String Quartet, Christopher Marwood, Roel Dieltiens, Haik Kazazyan, Fanny Clamagirand, Julian Bliss en Sergey Kostylev. Ze heeft twee cd’s opgenomen voor Grand Piano, en voor Naxos nam ze pianomuziek op van Taneyev (8.557804) en Boris Tsjaikovski. Ze is ook samen met haar landgenoot Dmitrii Chrychev te horen op de cd 19th Century Russian Cello Music.

Olga Andryushchenko werd geboren in Moskou en studeerde aan de Centrale Speciale Muziekschool en de Faculteit voor Historische en Moderne Podiumkunsten van het Tsjaikovski Staatsconservatorium in Moskou onder Alexei Lubimov. Ze studeerde ook orgel. Ze voltooide haar postdoctorale studie aan hetzelfde conservatorium en was ook een DAAD-beursstudent aan de Hochschule für Musik in Keulen. Ze won een aantal belangrijke prijzen en onderscheidingen, waaronder de 4e Internationale Pianowedstrijd “Franz Schubert en de Muziek van de Moderniteit” in Oostenrijk (2000), de Premio Vanna Spadafor Internationale Pianowedstrijd in Italië (2004), de Bachwedstrijd in Leipzig (2006), de Musica Antiqua International Fortepiano Competition in België (2007), de A. Scriabine International Piano Competition in Parijs (2008), de N. Rubinstein International Piano Competition in Parijs (2008), en de Fortepiano Competition in Schloss Kremsegg (2011).

De Canadese pianist, Paul Stewart, trad regelmatig op in Canada, de VS (inclusief Carnegie Hall, New York en het Kennedy Center, Washington), Mexico, Zuid-Amerika, het Verenigd Koninkrijk, Europa, Zuid-Afrika en Azië. Hij wordt vaak uitgenodigd als gastsolist bij grote orkesten in Canada en in het buitenland, en heeft samengewerkt met artiesten als James Ehnes, Maureen Forrester, Ben Heppner, Jessye Norman, Mstislav Rostropovich, Pinchas Zukerman, en de Leipzig, Prague and Moscow String Quartets . In 1995 werd zijn Britse debuut in Wigmore Hall, Londen uitgezonden door de BBC, en een uitvoering van Rachmaninovs Pianoconcert nr. 4 met de Moscow State Radio Orchestra werd in heel Rusland uitgezonden en vervolgens uitgebracht op een bestseller-cd. Paul Stewart is sinds 2002 professor piano aan de Université de Montréal, Canada.

De Tsjechische pianist/klavecinist en componist, Giorgio Koukl, studeerde aan zowel de conservatoria van Zürich als Milaan, waar hij deelnam aan masterclasses van Nikita Magaloff, Jacques Février en Stanislas Neuhaus, en bij Rudolf Firkušný, vriend en pleitbezorger van de Tsjechische componist, Bohuslav Martinů. Door Firkušný kwam Koukl voor het eerst in aanraking met de muziek van Martinů, wat hem ertoe bracht op zoek te gaan naar de solo-pianowerken van zijn landgenoot. Sindsdien heeft hij deze ontwikkeld tot een belangrijk onderdeel van zijn concertrepertoire en wordt nu beschouwd als een van ’s werelds toonaangevende vertolkers van Martinů’s pianomuziek. Als een logisch vervolg op dit werk heeft Koukl de volledige pianosolo-werken opgenomen van Paul Le Flem, Alexander Tcherepnin, Arthur Lourié, Vítězslava Kaprálová, Witold Lutosławski en meer recentelijk, Alexandre Tansman.

The Age of the Russian Avant-Garde Futurists and Traditionalists Lourié Medtner Mosolov Roslavets Stanchinsky 8 cd Grand Piano GP896X