“Gesualdo Il Liuto del Principe”, door Bor Zuljan, luit, op het label Ricercar.

De uitmuntende madrigaalcomponist, Carlo Gesualdo da Venosa, was ook een voortreffelijk luitspeler, die door zijn tijdgenoten geprezen werd om zijn spel. Bij gebrek aan overgebleven luitmuziek van deze briljante componist, heeft Bor Zuljan de klankwereld van de aartsluit van de prins bedacht met een caleidoscoop van fabelachtige en extreme klanken op dit extravagant instrument, van transcripties van zijn werken tot de verbazingwekkende chromatische composities van componisten, o.a. Melli en Piccinini, die hij in de loop van zijn bewogen leven zou hebben ontmoet.

De vader van Don Carlo Gesualdo, prins van Venosa (1566-1613) had o.a. de madrigaalcomponisten, Pomponio Nenna en Jean de Macque (Giovanni de Macque) uit Valenciennes, leerling van Philippus de Monte, in dienst. Nenna gaf de jonge Gesualdo les in theorie, zang en het bespelen van verschillende instrumenten, waaronder de luit. Toen hij 26 jaar was, (zijn oom nota bene was Carlo Borromeo, en zijn moeder Geronima Borromeo, een nicht van Paus Pius IV), vestigde hij zich in Napels in het paleis Severe. In 1586 trad hij in het huwelijk met zijn nichtje Donna Maria d’Avalos, dochter van de Markies van Pescara. Op 16 oktober 1590 kwam hij tot de ontdekking, “in flagrante delicto”, dat zijn echtgenote, hem ontrouw was. Of hij het zelf was, die zijn vrouw en haar minnaar, Fabrizio Carafa, hertog van Andria in Apulië, doodde, of dat hij hiertoe anderen opdracht gaf, is nooit helemaal opgehelderd. Zijn leraar Nenna had daarenboven in 1582, zijn eerste boek met madrigalen aan Fabrizio Carafa opgedragen. Gesualdo verliet in elk geval Napels en vestigde zich vier jaar lang op het familielandgoed in Venosa, nu in de provincie Potenza in de Zuid-Italiaanse regio Basilicata, waar hij een eenzaam leven leidde.

Op de cd staat een Toccata van Vincenzo Bernia (1561-1626), “Cromatica corrente” van Bellerofonte Castaldi (1581-1649), een Gagliarda van Johannes Hieronymous Kapsberger (ca.1580-1651), een Toccata van Claudio Saracini (1586-1630), 3 werken van Carlo Gesualdo (1566-1613), en verschillende werken Pietro Paolo Melli (1579- na 1623), en Alessandro Piccinini (1566-ca.1638)

Van de hand van Gesualdo, ontdekt u Beltà poinche t’assenti, Canzon francese del Principe en Gagliarda del Principe di Venosa, van Melli is er zijn Corrente cromatica detta la Bernardella, Corrente detta l’Alfonsina, Corrente detta la Bartola, Il ciarlino capriccio chromatico en Volta chromatica detta la Savia, en van Piccinini, zijn Aria di saravanda in varie partita, Corrente IX, Passacaglia, Toccata Prima en Toccata XII. Bor Zuljan speelt deze werken op een heel bijzondere 14-dubbelsnarige Liuto attiorbato, gebouwd door Jiří Čepelák (Praag, 2020) naar een luit van Hans Burkholzer uit 1596, met darmsnaren van Davide Longhi van Corde Drago.

De Italiaanse componist, luitist en zanger, Claudio Saracini, was een was een van de beroemdste en meest vooraanstaande componisten van monodie. Hij werd geboren in een adellijke familie, waarschijnlijk in Siena. Er is weinig met zekerheid bekend over zijn opleiding, maar er wordt aangenomen dat hij veel heeft gereisd toen hij jong was, want niet alleen legde hij talrijke buitenlandse connecties op – zoals blijkt uit zijn opdracht van muziek aan buitenlandse aristocraten – maar hij nam een deel van de muzikale stijlen over van de landen die hij bezocht. Hij lijkt nooit een professionele muzikale functie te hebben gehad, maar hij schijnt een buitengewoon getalenteerde amateur te zijn geweest, die zelfs door Claudio Monteverdi werd bewonderd. 

Van zijn muziek tussen 1614 en 1624 in Venetië gepubliceerd, zijn 133 nummers bewaard gebleven, en het zijn allemaal monodieën – seculiere composities voor solostem, over het algemeen gezongen in een zeer versierde stijl, met instrumentale begeleiding. Op één na zijn ze allemaal in het Italiaans en bevatten ze een breed scala aan teksten, waaronder ernstige, humoristische en erotische teksten. Zijn stijl varieerde van diatonisch tot chromatisch en was qua experimentele kwaliteiten vergelijkbaar met die van Sigismondo d’India. Een uniek kenmerk van Saracini’s composities was de occasionele invloed van volksmuziek, waaronder deze van de Balkan, een extreme zeldzaamheid in vroege Italiaanse barokmuziek. Vermoedelijk hoorde hij in die streken volksmuziek toen hij er in zijn jeugd rondreisde. Deze invloed is het duidelijkst in zijn gebruik van de maat 5/4, een samengesteld, asymmetrisch metrum. Dit is een typisch kenmerk van volksmuziek uit de Balkan, dat niet voorkomt in de Italiaanse muziek.

Melli was een Italiaanse luitist en componist die voornamelijk in Oostenrijk werkte aan het hof van keizer Matthias, en later zijn opvolger Ferdinand II, hoewel zijn werken in Italië werden gedrukt. Hij publiceerde blijkbaar vijf delen met muziek voor luit en liuto attiorbato, hoewel het eerste verloren is gegaan.

Piccinini werd geboren in Bologna in een muzikale familie, zijn vader Leonardo Maria Piccinini leerde Alessandro en zijn broers Girolamo (d. 1615) en Filippo (d. 1648) luit spelen. Hij bekleedde benoemingen aan het Este-hof in Ferrara (van 1582 tot 1597) en bij kardinaal Pietro Aldobrandini, pauselijke legaat in Bologna en Ferrara. Piccinini stierf rond 1638, waarschijnlijk in Bologna.

Hij bleef vooral bekend om zijn twee delen met luitmuziek: Intavolatura di Liuto et di Chitarrone, libro primo (Bologna, 1623) en Intavolaturo di Liuto (Bologna, 1639), de laatste postuum uitgegeven door zijn zoon, Leonardo Maria. De collectie uit 1623 is van bijzonder belang vanwege het uitgebreid voorwoord van Piccinini, dat een gedetailleerde handleiding over de uitvoering bevat, evenals beweringen dat hij de aartsluit heeft uitgevonden. Piccinini heeft overigens ook belangrijke wijzigingen aangebracht aan de chitarrone. Als componist concentreerde zich op toccata’s. Er zijn geen andere werken van Piccinini bekend. Zijn muziek voor La selva sin amor, de eerste opera die in Spanje werd opgevoerd, courantes en galliardes, evenals verschillende soorten variaties, gecomponeerd door zijn broer Filippo Piccinini, zijn helaas verloren gegaan

Bor Zuljan (°1987) is actief in verschillende muzikale genres en projecten en zoekt naar een synthese tussen hedendaagse en oude muziek, verschillende wereldmuziektradities, jazz en improvisatie. Hij speelt gitaar, verschillende soorten luiten, vihuela, en andere vroege en traditionele tokkelinstrumenten. De zoektocht naar de verbinding tussen klank, beeld en woord bracht hem tot verschillende interdisciplinaire projecten. Na zijn afstuderen in jazz- en klassieke programma’s aan het conservatorium van Ljubljana, vervolgde hij zijn studie bij Aniello Desiderio in Koblenz. In 2007 begon hij te studeren aan de Haute Ecole de Musique de Genève, waar hij vervolgens een bachelor en master in gitaar en luit behaalde bij Dusan Bogdanovic en Jonathan Rubin.

Hij vervolgde met een specialisatie in middeleeuwse muziek, behaalde een master in muziekpedagogiek, en werkte als onderzoeksassistent aan een project over Fantasia-improvisatie op luit in de 16de eeuw. Hij doceert luit aan het Conservatoire Populaire de Musique, Danse et Théâtre in Genève, en heeft talloze conferenties en masterclasses gegeven aan instellingen, zoals de Juilliard School, Schola Cantorum Basiliensis, Fondazione Giorgio Cini in Venetië, Haute Ecole de Musique de Genève, Escuela Superior de Musica de Mexico en de Ljubljana Academy of Music.

Gesualdo Il liuto del principe Bor Zuljan cd Ricercar RIC434

https://www.stretto.be/2020/09/24/john-dowland-a-fancy-door-bor-zuljan-op-het-label-ricercar-meesterlijke-intimiteit/