Jimin Oh-Havenith, “Russian Piano Forte”, op het label audite. Niet te missen!

De vierde cd van Jimin Oh-Havenith voor audite is gewijd aan werken van Moessorgski, Scriabin en Rachmaninoff, drie van de beroemdste Russische componisten van de 19e en (begin) 20e eeuw. Centraal staan de Schilderijententoonstelling van Modest Moessorgski uit 1874, die wereldberoemd werd in de orkestversie van Maurice Ravel, maar die ook nu nog een bijzondere creatieve en technische uitdaging vormt voor pianisten vanwege Moessorgski’s unieke benadering van de piano.

Viktor Alexandrovich Hartmann (1834-1873) was een Russische architect en schilder, verbonden aan de Abramtsevo Kunstenaarskolonie. Hartmann was wees op jonge leeftijd en groeide in St. Petersburg op in het huis van zijn oom, die een bekende architect was. Hij studeerde aan de Academie van Beeldende kunsten in St. Petersburg en begon boeken te illustreren. Hij werkte ook als architect en schetste, o.a. het monument voor de duizendste verjaardag van Rusland in Novgorod, die in 1862 werd ingehuldigd. Hij maakte het grootste deel van zijn aquarels en potloodtekeningen in het buitenland tijdens reizen in de jaren 1864 tot 1868. Samen met Ivan Ropet, was Hartmann één van de eerste kunstenaars om traditionele Russische motieven in zijn werk op te nemen. Aangezien Vladimir Stasov hem tot de kring van Mily Balakirev in 1870 had geïntroduceerd, werd hij een dichte vriend van Moessorgski. Na Hartmanns vroege dood op de leeftijd van slechts 39, werd een tentoonstelling van meer dan 400 van zijn schilderijen getoond in de Academie van Beeldende kunsten in St. Petersburg, in februari en maart 1874. Dit inspireerde Moessorgski om zijn reeks Beelden van een Tentoonstelling te componeren. Het grootste deel van deze verzameling schilderijen is nu helaas verloren.

Moessorgski schreef het werk, bestaande uit 16 stukken voor piano, naar aanleiding van een bezoek op 23 juni 1874 aan een tentoonstelling van het werk van Viktor Hartmann, door diens vrienden ingericht ter nagedachtenis aan diens overlijden in 1873. Moessorgski was goed bevriend geweest met Hartmann en met de groep van vrienden hadden ze gestreefd naar een pure Russische kunst, een kunst zonder Westerse invloeden.

Moessorgski was diep geraakt door de vroege dood van Hartmann, maar hij vond niettemin troost wanneer Stassov, bij zijn terugkeer naar St. Petersburg, een herdenkingstentoonstelling met tekeningen en aquarellen van Hartmann organiseerde. Bij het bezoek aan deze tentoonstelling, ervoer Moessorgski nl. een overweldigende stroom van inspiratie. Dit resulteerde in een reeks van muzikale schetsen voor piano, bij tien van de ruwweg vierhonderd werken die op de tentoonstelling werden getoond. De schetsen werden geïntroduceerd en met elkaar verbonden door een reeks Promenades, variaties op eenzelfde thema, “Kartinki s vijstavki – vospominanije o Viktore Gartmane” (“Schilderijententoonstelling”), werd uiteindelijk een 16-delige suite voor piano solo, rond 10 van Hartmanns schilderijen, afgewisseld met 5 keer een Promenade thema, en “Cum mortuis in lingua mortua”, een ode aan de jong overleden Hartmann.

Alexander Scriabin componeerde uitsluitend solo piano muziek en orkestwerken. Zijn eerste pianostukken leken stilistisch op muziek van Chopin en bevatten muziek in het genre van Chopin, etudes, préludes, nocturnes en mazurka’s. Scriabins stijl ontwikkelde zich progressief in de loop van zijn leven. Die evolutie was weliswaar snel en kort in vergelijking met veel andere componisten. Na zijn eerste composities kregen de composities uit de midden- en late periode een zeer ongewone harmonie en textuur. Pianisten die Scriabin op een bijzondere manier hebben vertolkt waren Vladimir Sofronitsky, Vladimir Horowitz en Sviatoslav Richter. Sofronitsky trouwde in 1920 met Yelena, de dochter van Scriabin, maar heeft de componist nooit ontmoet. Scriabin overleed nl. in 1915. Volgens Horowitz reageerde Scriabin, toen hij als 11-jarig kind voor de componist speelde, enthousiast en moedigde hij hem aan om een volledige, muzikale en artistieke opleiding te volgen. De woorden die Scriabin als kind ooit zelf uit de mond van Anton Rubinstein hoorde, “er wacht u een grote toekomst”, herhaalde Scriabin nu voor de jonge Vladimir. De profetie werd bewaarheid.

Sergej Rachmaninov bracht het genre van de prelude naar het hoogste niveau dankzij zijn onbeperkt pianistisch vermogen, muzikale vindingrijkheid en formidabele technische eisen. Sergei Rachmaninov componeerde heel wat preludes voor piano solo. Zijn 24 preludes opusnummers 3, 23 en 32, in alle 24 toonaarden, werden weliswaar op verschillende tijdstippen gecomponeerd en gepubliceerd, en waren dus oorspronkelijk niet bedoeld als een bundel. Rachmaninovs eerste prelude was deze in es klein, één van zijn “Vier stukken” (“Romance”, “Prélude”, “Mélodie” en “Gavotte”) uit 1887. Hij was toen 14 jaar oud. In juli 1891, het jaar van zijn eerste Pianoconcerto, componeerde hij een Prelude in F, die hij ook arrangeerde voor cello en piano. Geen van deze solo pianostukken werd echter tijdens zijn leven gepubliceerd. In 1892 publiceerde hij “Morceaux de fantaisie” op. 3, vijf pianostukken met als titels, “Elégie”, “prelude”, “Melodie”, “Polichinelle” en “Serenade”. Rachmaninov componeerde ze nadat hij net afgestudeerd was aan het Conservatorium van Moskou. De prelude die in september 1892 in première gespeeld werd in Moskou, ging al snel een eigen leven leiden. Ze werd als Rachmaninovs visitekaartje, wereldberoemd, maar ze was naar eigen zeggen, ook een blok aan zijn been. Het publiek vroeg nl. op zijn recitals, altijd maar weer opnieuw om ze te willen spelen als toegift, ongeacht wat hij reeds aan veel waardevollere composities voor hen had gespeeld. Rachmaninov vond dit zo erg dat hij zelfs een hekel kreeg aan de prelude.

In 1901 componeerde hij een Prelude in sol klein. Deze werd weliswaar pas gepubliceerd als 10 preludes op.10, nadat hij er in 1903 nog negen had aan toegevoegd. In 1917 componeerde hij om zijn ongelukkig gevoel bij de Oktoberrevolutie te uiten, een Prelude in re klein. Hoewel, wanneer hij Rusland twee maanden later verliet, via Helsinki, Kopenhagen en Oslo, richting New York, naast enkele schetsen, hij vrijwel niets van zijn eigen muziek bij zich had, overleefde het manuscript van deze prelude de toenmalige chaos. Ze werd echter pas voor het eerst gepubliceerd in 1973.

Jimin Oh-Havenith’s interpretatie toont het tonaal en dramatisch potentieel dat kan worden ontketend wanneer virtuositeit en programmatische visie worden samengebracht. Alexander Scriabin en Sergei Rachmaninoff, die als beroepscomponist-pianist legendarische faam verwierven, gingen in hun omvangrijke œuvres met zeer individuele middelen op deze weg voort. De door Oh-Havenith samengestelde selectie van Etudes en Préludes uit de jaren 1889-1910 getuigt niet alleen van een volmaakte beheersing van de mogelijkheden van de piano, maar zet ook de weg voort die Moessorgski met zijn Russische pianomuziek naar wereldfaam was ingeslagen.

Jimin Oh-Havenith werd geboren in Seoul, Zuid-Korea. Na haar pianostudie bij Jin-Woo Chung (Seoul National University) en Aloys Kontarsky (Musikhochschule Köln), werkte ze als soliste en maakte radio- en cd opnamen, ook als pianoduo met haar in 1993 overleden echtgenoot Raymund Havenith. De pianist doceerde aan de Mainz University of Music en de Frankfurt University of Music and Performing Arts. Sinds 2013 werkt ze weer als soliste. Een unieke sonoriteit en buitengewone trouw aan de tekst kenmerken het pianospel van Jimin Oh-Havenith. Haar warme klank, die altijd direct gekoppeld is aan een precieze ritmische structuur, brengt de muziek in al zijn rijkdom tot leven. Synchroniciteit van geluid en ritme, niet-willekeurige veranderingen in tempo en dynamiek bepalen de helderheid van haar interpretatie, zoals bijvoorbeeld in Jimin Oh-Haveniths opname van Beethovens laatste sonate opus 111.

Tracklist:

Modest Mussorgsky: Bilder einer Ausstellung

Alexander Scriabin: Preludes op. 2 Nr. 2 & op. 48 Nr. 2; Etudes op. 42 Nr. 4 & 5

Sergej Rachmaninoff: Preludes op. 23 Nr. 2 & 10 & op. 32 Nr. 10 & 13

Jimin Oh-Havenith Russian Piano Forte cd audite 20.049

https://www.stretto.be/2021/10/12/modest-petrovich-mussorgsky-complete-operas-and-fragments-door-soloists-of-bolshoi-theatre-bonus-historical-recordings-1911-1940-een-box-met-17-cds-op-het-label-profil/

https://www.https://www.stretto.be/2021/03/19/english-music-for-strings-britten-bliss-bridge-berkeley-door-sinfonia-of-london-o-l-v-john-wilson-op-het-label-chandos-heerlijk/stretto.be/2018/06/05/pianomuziek-van-moessorgski-en-cui-op-de-labels-melodiya-en-hansler/