“Stravinsky, Le Sacre du Printemps, Capriccio, Octuor”, door Nathalia Milstein, piano, en het Orchestre Philharmonique de Radio France o.l.v. Mikko Franck, op het label Alpha. Overweldigend!

Na Franck, Debussy en Strauss, zetten Mikko Franck en het Filharmonisch Orkest van Radio France hun samenwerking met Alpha Classics voort, dit keer met 3 sublieme composities van Igor Stravinsky. Het programma begint met twee composities uit zijn zogenaamde ‘neo-klassieke’ periode, zijn Capriccio en Octet. In de eerste, waarin Stravinsky een fenomenale dialoog opzette tussen piano en orkest, is de soliste een van de grote sterren van de nieuwe generatie, de Franse pianiste, Nathalia Milstein.

De genialiteit van Stravinsky kwam vooral tot uiting in zijn originele inventiviteit. Als Stravinsky begin jaren ’20 zich richtte op de combinatie van piano en orkest, kwam hij op het idee om het orkest te reduceren tot enkel blazers. Zo groeide in Biarritz van midden 1923 tot april 1924 zijn geniaal Concerto voor piano en blaasinstrumenten en de bewerking ervan voor twee piano’s. Het schrijven van de pianoversie in 1921 van de “Trois Mouvements de Petrouchka” voor de jonge Arthur Rubinstein en zijn bewerking van “Les Noces”, deden Stravinsky besluiten een pianoconcerto voor de Koussevitzky-concerten in Parijs te componeren. Uitgangspunt daarbij was dat hij reeds in zijn Symphonies d’instruments à vent, “Mavra” en het hier opgenomen Octet, alle strijkers had weggelaten, met uitzondering van de bassen. In zijn Piano Rag Music, de Trois Mouvements de Petrouchka en in Les Noces werd de piano voornamelijk beschouwd als een slaginstrument.

Stravinsky’s Octet is gecomponeerd voor een ongebruikelijke combinatie van houtblazers en koperblazers, nl. fluit, klarinet in B ♭ en A, twee fagotten, trompet in C, trompet in A, tenortrombone en bastrombone. Vanwege de droge sonoriteit van de houtblazers, het divertimento –achtig karakter en de open en zelfbewuste acceptatie van “klassieke” vormen van de Duitse traditie (sonate, variatie en fuga), evenals het feit dat de componist een artikel publiceerde waarin hij zijn formalistische ideeën hierover kort na de eerste uitvoering van het Octet beschreef, wordt het werk terecht algemeen beschouwd als het begin van het neoclassicisme onder Stravinsky’s stijlperioden, hoewel zijn opera Mavra (1921-1922) al kenmerken vertoonde die verband hielden met deze fase van zijn evolutie.

Naar eigen zeggen componeerde Stravinsky het Octet vrij snel in 1922 in Biarritz. Na het voltooien van het eerste deel componeerde hij de wals die de vierde variant van het middendeel zou worden. Pas na het componeren van deze wals kwam bij hem het idee op dat het een goed thema zou kunnen zijn voor een variatiebeweging. Het werd “Thème avec variations monométriques”. Vooral de zevende variatie, een fugato, beviel Stravinsky goed, en het volgende derde deel groeide uit deze laatste variatie. De gepubliceerde partituur was aan niemand opgedragen, hoewel Stravinsky zelf zei dat het was opgedragen aan de danseres, Vera de Bosset (1889-1982) (foto), die hij in 1921 had leren kennen en op dat moment (nog) getrouwd was met de Russische schilder en decorontwerper, Serge Sudeikin (1882-1946, maar die in 1940, Stravinsky’s tweede vrouw zou worden. Stravinsky zelf was getrouwd met zijn nicht Yekaterina Nosenko, had vier kinderen en leidde tot 1939, wanneer Yekaterina aan tuberculose overleed, een dubbelleven…. Hij dirigeerde zelf de première van zijn Octet tijdens een van Serge Koussevitzky ’s concerten in de Opera van Parijs op 18 oktober 1923.

Het Capriccio voor piano en orkest (W59) werd tussen eind 1928 en september 1929 gecomponeerd in Nice en in Echarvines aan het meer van Annecy. Het werk werd voor het eerst uitgevoerd in de Salle Pleyel in Parijs door het symfonieorkest van Parijs onder leiding van Ernest Ansermet met Stravinsky zelf als solist. Kerst 1928 begon hij  aan een compositie die hij Allegro capriccioso noemde. Door zijn werk aan “Le Baiser de la Fée”, zijn ballet geïnspireerd op muziek van Tsjaikofski, dat hij in oktober 1928 had voltooid, wilde hij weer een eigen oorspronkelijk werk componeren met dezelfde melodieuze kwaliteiten, charme en variatie. We weten van Stravinsky zelf dat de pianosonaten van Carl Maria von Weber en bepaalde muziek van Mendelssohn invloed hadden op zijn nieuwe  compositie.

Stravinsky vond dat de naam Capriccio het best het karakter van het werk weergaf. Hij dacht hierbij aan de definitie die Michael Praetorius in zijn driedelige “Syntagma Musicum” (1615-1620) eraan had gegeven. Die beschouwde het capriccio nl. als synoniem voor fantasie, een vrije vorm opgebouwd uit fugatische delen. Stravinsky verdeelde het orkest in concertino en ripieno, liet diverse vormen elkaar opvolgen en gaf het geheel zo een zekere “caprice” (grilligheid). Michael Praetorius (1571-1621) was één van de belangrijkste componisten van de late 16de en begin 17de eeuw. Zijn synthese van eenvoudige, volkse koralen met de weelderige esthetiek van de nieuwe Italiaanse stijl, maakte hem één van de veelzijdigste en vernieuwende musici van zijn tijd.

Stravinsky componeerde eerst de 3de beweging, het Allegro capriccioso (ma tempo giusto), als rondo en een soort perpetuum mobile, met een toccata-achtig karakter. Naast de virtuoze solo partij, vraagt het samenspel uitermate concentratie en inzicht. Stravinsky goochelt nl. met ritme, accentverschuivingen en onverwachte wendingen. Om het Capriccio naar behoren uit te voeren moeten de uitvoerders zowel thuis zijn in de oude 18de eeuwse schriftuur als in het toccata en martellato spel van de 20ste eeuwse pianomuziek en moeten ze optimaal voeling hebben met Stravinsky’s snode en sensuele melodische glooiingen.

De pianiste Nathalia Milstein (°1995), de jongere zus van de violiste Maria, studeerde vanaf de leeftijd van vier, eerst piano bij haar vader Serguei Milstein en vervolgens bij de Argentijnse pianist, Nelson Goerner (°1969) in Genève. Ze volgde masterclasses bij Elena Ashkenazy, Jean-Marc Luisada, Krzysztof Jablonski en Menahem Pressler, en heeft al verschillende prijzen gewonnen, waaronder de Eerste Prijs op de Dublin International Piano Competition in 2015 en, meest recent, de “Prix jeune soliste des médias francophones publics”, 2017. Nathalia Milstein heeft wereldwijd op prestigieuze locaties gespeeld, waaronder Carnegie Hall in New York, de National Concert Hall in Dublin, Wigmore Hall in Londen en het Gewandhaus in Leipzig.

Mikko Franck werd in 1979 geboren in Helsinki en begon viool te spelen op 5-jarige leeftijd. Vanaf 1992 vervolgde hij zijn vioolstudie aan de Sibelius Academie in Helsinki. In 1995 nam Franck de kans van de Junior Afdeling aan de Sibelius Academy die zijn verjaardag vierde, om een orkest te dirigeren dat werd aangeboden aan elke student die dat wenste. Nadat dit was gebeurd, nam Jorma Panula hem onmiddellijk aan als privéstudent. Franck ging in de herfst van 1996 naar de dirigentenklas van Panula aan de Sibelius Academie en beëindigde zijn studie daar in 1998 zonder diploma omdat zijn internationale carrière al was begonnen. Voor zijn 23e maakte Franck zijn debuut als dirigent bij alle toonaangevende Scandinavische orkesten, het Philharmonia Orchestra of London, het London Symphony Orchestra, de Munich Philharmonic, de Berlin Staatsoper (Berlin State Opera) en de Israel Philharmonic. Hij ontving een Grammy-nominatie voor “Best Orchestral Performance” voor zijn eerste opname van muziek van Jean Sibelius, en is een bijzonder voorvechter van de werken van Einojuhani Rautavaara. Franck werd artistiek directeur van het Nationaal Orkest van België in september 2002 en bekleedde de functie tot 2007.

In 2004 werd hij benoemd tot algemeen muziekdirecteur van de Finse Nationale Opera en nam hij officieel de functie op in augustus 2006. In februari 2007 kondigde hij plotseling zijn ontslag aan uit deze functie en beweerde een verlies van vertrouwen te hebben in de toenmalige algemeen directeur van het bedrijf Erkki Korhonen en administratief directeur Pekka Kauranen. In november 2007 nomineerde het bedrijf Franck echter voor de dubbele functie van artistiek directeur en algemeen muziekdirecteur en in december 2007 benoemde het bedrijf hem officieel tot beide functies. Franck beëindigde zijn ambtstermijn in beide functies met ingang van 31 juli 2013. Zijn ambtstermijn als muzikaal leider van het Orchestre philharmonique de Radio France startte in september 2015. In september 2020 kondigde het orkest de meest recente verlenging van zijn contract aan, tot 2025.

Stravinsky Le Sacre du Printemps Capriccio Octuor Nathalia Milstein Orchestre Philharmonique de Radio France Mikko Franck cd Alpha 894

https://www.stretto.be/2020/03/26/hoogtepunt-van-muzikaal-modernisme-de-geschiedenis-van-le-sacre-du-printemps-deel-1-de-adellijke-voorgeschiedenis/

https://www.stretto.be/2020/03/27/de-geschiedenis-van-le-sacre-du-printemps-deel-2/

https://www.stretto.be/2020/03/27/geschiedenis-van-le-sacre-du-printemps-deel-3-decca-huldigde-de-jarige-le-sacre-du-printemps/

https://www.stretto.be/2020/03/27/de-geschiedenis-van-le-sacre-du-printemps-deel-4-van-nikolaj-roerich-tot-martha-graham/