César Franck, Piano Rarities Original Works and Transcriptions”, door Jean-Pierre Armengaud, piano, op het label Grand Piano.

Jean-Pierre Armengaud wordt alom erkend als een van de grootste vertolkers van de Franse muziek van vandaag en presenteert een album met rariteiten gecomponeerd voor piano door César Franck en knappe arrangementen van enkele van zijn werken door Harold Bauer, Gustav Samazeuilh en Blanche Selva, vooraanstaande musici uit het begin van de 20ste eeuw.

Er zijn maar weinig componisten die een late bloei genoten die vergelijkbaar is met die van César Franck. Veel van de grote werken op deze opname zijn gecomponeerd tijdens zijn laatste decennia maar zijn nog steeds krachtige vertegenwoordigers van de Franse muziek in de periode na de Frans-Pruisische oorlog. De invloed van Wagner is te horen in de poëtische evocaties van Les Éolides, terwijl Franck in zijn magnifieke Prélude, choral et fugue, zeer bewonderd door Liszt, bekende genres uit de barok herinterpreteerde tot een onvergetelijk expressieve romantische esthetiek.

César Franck (1822-1890), zelf een virtuoze pianist, gaf al vrij vroeg zijn eerste instrument op en werd de beroemde organist, titularis van Sainte Clotilde, die 38 jaar lang niet componeerde voor de piano, terwijl hij een onuitwisbare indruk achterliet op het orgelrepertoire. Pas in 1884 en 1887, nadat hij een solide reputatie had opgebouwd als componist, componeerde hij zijn twee grote drieluiken die tot het groot patrimonium van de Franse pianomuziek behoren, Prélude, choral et fugue, (1884), en Prélude, aria et final (1887). Het drieluik, Prélude, fugue et variation, hier in een pianotranscriptie van Harold Bauer, werd gezamenlijk voor groot orgel en voor piano/harmonium duet gecomponeerd.

De Wagneriaanse invloed verspreidde zich over veel van de orkestpartituren van Franck, waaronder “Les Éolides”, voltooid in september 1875 en twee jaar later in première gespeeld. Net als bij “Le Chasseur maudit” was de stimulans voor dit symfonisch gedicht literair. Dit keer was het een gedicht van Charles Marie René Leconte de Lisle (1818-1894) over de 5 dochters van Aeolus, de God van de 4 Winden, Boreas de noordenwind, Notos de zuidenwind, Euros de oostenwind en Zephyrus de westenwind.

Francks verklanking was een levendige weergave van deze mythologische vrouwen, die met hun gezang de natuur weer tot leven wekten. Hij behield de oriëntatie van het gegeven door in de partituur regels uit Leconte de Lisle’s gedicht bij bepaalde episoden van de muziek te schrijven, en het is wellicht daarom en ook vanwege de aard van de muziek zelf, dat “Les Éolides” als een ‘Impressionistisch’ werk werd bestempeld, ook al bevatte het een heel andere klankwereld dan deze van Debussy. De oorspronkelijke orkestratie was bijvoorbeeld veel spaarzamer dan veel van Debussy’s partituren, en het situeerde zich stilistisch met zijn lichtvoetige, sprookjesachtige strijkers en speelse houtblazers, meer in de lijn van de sprookjesmuziek van Mendelssohn. Daarnaast verscheen reeds vanaf het begin, de sensuele schaduw van Wagners “Tristan und Isolde”. Er is nl. een gelijkaardig, stijgend chromatisch motief van vier tonen dat domineert, naast een algemene terughoudendheid voor het harmonisch oplossen van dissonanten, die de wervelende windvlagen, die oplossen in de lucht, evoceren.

Het oratorium, Ruth, waarschijnlijk bedacht in 1843, werd pas in 1845 gecomponeerd vanwege de toerverplichtingen van de componist, waarvan de druk hem uiteindelijk ziek maakte. De eerste versie werd in 1845 in Brussel uitgevoerd en Franck herwerkte het werk vervolgens in 1860. Deze tweede versie van Ruth ging in première in Parijs in 1871. De pianopartituur van de inleiding/Introduction werd postuum gepubliceerd in 1922 door Heugel. Reeds als jongeman koos César franck voor een carrière als componist. Daartoe verwierf hij een libretto op het Bijbels verhaal van Ruth en Naomi van Alexandre Guillemin (1789-1872), die een bewerking van het Boek van Ruth in drie bedrijven maakte.

De jonge Franck had toen al furore gemaakt in professionele kringen met zijn Pianotrio, op. 1, een vroege demonstratie van cyclische thematische herhaling, die een sterke indruk maakte op Franz Liszt. Franck begon in 1843 aan het nieuw oratorium (églogue biblique), maar kon het door ziekte niet afwerken. De eerste versie was klaar op 9 september 1845 en ging in oktober in een piano-arrangement in première, in de Salle Erard in Parijs. Kort daarna, in januari 1846, werd het uitgevoerd in de concertzaal van het Conservatorium. De kritische ontvangst was echter lauw. Het werk werd nl. een vermeende eenvoud en naïviteit verweten en werd vergeleken met Félicien Davids oratorium “Le Désert” (1844), dat zojuist een sensatie had veroorzaakt door zijn zacht exotisme.

Jean-Pierre Armengaud (°1943) werd geboren in Clermont-Ferrand. Van 1967 tot 1974 detacheerde hij Germaine Arbeau-Bonnefoy bij de presentatie van de Musigrains, pedagogische cycli van concert-lezingen gegeven in het Théâtre des Champs-Élysées. Armengaud is de auteur van verschillende publicaties over Erik Satie, Jean Dubuffet, Henri Dutilleux, Edison Denisov, evenals talrijke artikelen over Franse muziek, Russische muziek, muzikale creatie, pianistische interpretatie, en een dertigtal discografische publicaties (integralen van Satie, Debussy, Poulenc, Roussel). Armengaud is directeur van het festival “Les Friches musicales” van de Universiteit van Évry.

Tracklist:

Prélude, Fugue et Variation Op. 18 (arr. Harold Bauer)

Les Eolides (arr. Gustave Samazeuilh)

Prière, Op. 20 (arr. Blanche Selva)

Prélude, Choral et Fugue

Ruth, Eglogue

Franck Piano Rarities & Original Works and Transcriptions Jean-Pierre Armengaud (piano) cd Grand Piano GP906