“Berlioz, Roméo et Juliette & Cléopâtre”, door Coro Gulbenkian, Chœur de l’OnR en het Orchestre Philharmonique de Strasbourg, o.l.v. John Nelson, op het label Erato. Top!

Berlioz: Roméo et Juliette - Cléopâtre - Klassiek Centraal

Hector Berlioz, de grootste romantische componist van Frankrijk, illustreerde de geest van zijn tijd maar was door zijn genialiteit ook zijn tijd ver vooruit. Als gevolg van zijn kleurrijk leven is zijn muziek verbluffend door zijn originaliteit en ambitie, en door een orkestratie met baanbrekende schittering. “J’ai la passion de la passion” “L’amour et la musique sont les deux ailes de l’âme” (Berlioz). De schitterende vocale solisten zijn Joyce DiDonato (mezzosopraan), Cyrille Dubois (tenor) en Christopher Maltman (bariton).

In 1842-1843, maakte Berlioz voor het eerst een grote tournee met zijn werken door België en Duitsland. Zijn eerste buitenlandse concerten vonden plaats in Brussel, maar hij behaalde er weinig succes. In Duitsland ging het beter, hij dirigeerde er de plaatselijke orkesten en ontmoette er collega’s als Robert Schumann, Richard Wagner, Giacomo Meyerbeer en Felix Mendelssohn. Hij oogstte vanaf toen meer waardering in het buitenland dan in Frankrijk. Dankzij zijn vriend Liszt werden veel van zijn werken in Weimar uitgevoerd, en uit Baden-Baden kwam de opdracht voor de opera “Béatrice et Bénédict”. Berlioz deed op zijn reizen ook verschillende malen Rusland en Engeland aan.

Berlioz schreef zich in aan het conservatorium, waar hij les kreeg van Jean François Lesueur (1760-1837), gewezen ‘maître de chapelle’ van Napoleon, en Anton Reicha (1770-1836). In deze tijd ontdekte hij de werken van Shakespeare, Beethoven en Goethe en werd hij hopeloos verliefd op de Ierse toneelspeelster en Shakespeare-vertolkster Harriet Smithson. Zijn passie voor haar inspireerde hem tot het componeren van zijn “Symphonie fantastique” en het vervolg erop, “Lélio ou le retour à la vie”, met de herneming van het idée fixe uit de Symphonie. De naam “Lélio” haalde hij uit de roman, “La dernière Aldini”, uit 1832, van George Sand.

In 1831 vertrok Berlioz vanuit Rome naar Parijs met twee pistolen en een flesje gif. Hij had nl. gehoord dat zijn toenmalige verloofde, Marie Moke, achter zijn rug om getrouwd was, en hij had zich voorgenomen Camille en haar moeder te vermoorden en daarna met gif zelfmoord te plegen… Hij kwam echter gelukkig niet verder dan Nice waar zijn woede bekoelde en waar hij naar eigen zeggen, de twintig mooiste dagen van zijn leven doorbracht. Marie-Félicité-Denise Moke (1811-1875) (foto), geboren in Parijs maar een dochter van een taalleraar afkomstig uit Torhout in West-Vlaanderen, was vijf jaar gehuwd met de 23 jaar oudere, beroemde pianofabrikant, Joseph Étienne Camille Pleyel (1788-1855). Ze scheidden in 1836. Marie Pleyel overleed in Sint-Joost-ten-Node, nabij Brussel, en werd begraven in Laken (foto). Haar dochter Camille Louise (Pleyel) overleed in 1856, nauwelijks twintig jaar oud, drie jaar nadat haar broer, Ignace Henry (Pleyel) (1832-1853) op 31-jarige leeftijd was overleden.

Nog hetzelfde jaar hertrouwde Berlioz met de zangeres Marie-Geneviève Martin, alias Marie Recio (1814-1862) (foto), met wie hij al enige tijd een relatie had. Louis-Thomas Berlioz (foto), het enige kind van Hector en Harriet, werd geboren op 14 augustus 1834. Als jonge man ging Louis bij de koopvaardij en werd kapitein van “La Louisiane”, een pakketboot van de “Compagnie générale transatlantique”. Hij overleed in 1867 aan geelzucht in Havana. De componist is de dood van zijn zoon nooit te boven gekomen. Verbitterd leed hij de laatste jaren van zijn leven een teruggetrokken bestaan, geplaagd door ziekte. Zijn grootste geluk putte hij uit het hernieuwd contact met zijn jeugdliefde Estelle die ondertussen weduwe was. Toen zijn zoon overleed was Berlioz een gebroken man. Een laatste tournee naar Rusland werd hem fataal. Hij werd naast zijn twee echtgenotes begraven op het kerkhof van Montmartre.

De Prix de Rome was een prijs voor componisten waarbij de winnaar een jaar kon studeren aan de Villa Medici in Rome. Het gaf hem ook recht op een pensioen van vijf jaar. De prijs werd uitgereikt door het Conservatorium van Parijs. De deelnemers moesten eerst een fuga insturen als bewijs van hun compositorische vaardigheden en de vier succesvolle kandidaten moesten vervolgens een dramatische cantate componeren op een door de jury gekozen tekst. Hector Berlioz deed vier pogingen om de Prix de Rome-te winnen. Toen hij in 1826, wilde meedingen naar de Prix de Rome kwam hij niet eens door de voorronde… Romeo e Giulietta: riassunto in inglese della tragedia di Shakespeare

Hij slaagde daar uiteindelijk in, in 1830. Als onderdeel van de wedstrijd moest hij een cantate componeren op een tekst die door de examinatoren was opgesteld. Berlioz’ pogingen om de prijs te winnen worden uitvoerig beschreven in zijn memoires. Hij beschouwde het als de eerste fase in zijn strijd tegen het muzikaal conservatisme van de juryleden, onder wie gevestigde componisten als Cherubini, François-Adrien Boieldieu en Henri-Montan Berton. Het verblijf van Berlioz in Italië als gevolg van het winnen van de prijs had grote invloed op zijn latere werken zoals “Benvenuto Cellini” en “Harold en Italie”. De componist vernietigde vervolgens de partituren van twee cantates Orphée en Sardanapale bijna volledig en hergebruikte de muziek van alle vier cantaten in latere werken. Aan het einde van de 20ste eeuw was er weliswaar een heropleving van de belangstelling voor de cantates, met name voor “Cléopâtre”, dat een favoriet werd voor sopranen en mezzosopranen.De nouvelles découvertes sur Cléopâtre, la dernière reine d'Egypte - rtbf.be

“Cléopâtre, Scène Lyrique” (H 36) voor sopraan en orkest, vaak, maar ten onrechte “La Mort de Cléopâtre” genoemd, werd in juli 1829, gecomponeerd op tekst van Pierre-Ange Vieillard. Het was de derde van de vier cantates die Berlioz componeerde voor de Prix de Rome. De andere waren “La Mort d’Orphée” (1827), op tekst van Berton voor tenor, koor en orkest, “Herminie” (1828), op tekst van Pierre-Ange Vieillard voor sopraan en orkest (het thema van de eerste beweging werd in 1830, het idée fixe thema in zijn “Symphonie fantastique”), en “Sardanapale” (1830), op tekst van Jean François Gail, voor tenor, koor en orkest.Cléopâtre était-elle aussi belle qu'on le croit? - Le Soir

De jonge componist, die het vorig jaar met “Herminie” de Tweede Grote Prijs won, leverde een partituur die zo gedurfd was dat de jury geen eerste prijs toekende. Berlioz moest tot het volgend jaar wachten om de Premier Grand Prix te winnen toen hij zich voorbereidde om zijn Symphonie Fantastique in concert te presenteren, nog voor hij zijn 27ste verjaardag vierde. Berlioz componeerde zijn cantate rond het thema van Cleopatra na de slag bij Actium, een zeeslag op 2 september 31 v.Chr. voor de kust van Griekenland, waar de vloot van Marcus Antonius en Cleopatra vocht tegen de vloot van Octavianus, de latere keizer Augustus. De vloot van Marcus Antonius en Cleopatra werd bijna geheel verslagen. De tekst was een gedicht van de Franse dichter, toneelschrijver en literair criticus, Pierre-Ange Vieillard (1778-1862), die de tekst voor de ronde van vorig jaar al had geleverd. Op 1 augustus 1829, werd de cantate uitgevoerd voor de jury. De jury, die Berlioz vorig jaar voor “Herminie” de Tweede Grote Prijs had toegekend, “wat hem de overwinning had moeten opleveren”, was dit keer erg verrast door de brutaliteit van de muziek. Het werk werd pas in 1903 gepubliceerd in deel 15 van de editie van de werken van Berlioz door Charles Malherbe en Felix Weingartner.Le Suicide de Cléopâtre - Permettez moi de dérouler toute l'Egypte à vos...

“Wat maakt Hector Berlioz zo’n groot componist?”, vraagt dirigent John Nelson zich af. “In één woord, originaliteit … Hij brak met alle bestaande tradities van orkestratie, structuur, harmonische taal en verhalen vertellen. Zelfs vandaag de dag is zijn muziek fris en verrast hij ons keer op keer met een onuitsprekelijke schoonheid.” Nelson voegt nu nog twee verbazingwekkend originele werken van Berlioz toe – de ‘dramatische symfonie’ Roméo et Juliette en de ‘lyrische scène’ (La Mort de) Cléopâtre aan zijn Erato-discografie. Hij zet de vruchtbare relatie voort met het Orchestre philharmonique de Strasbourg, zijn keuze voor de opnames van Les Troyens, La Damnation de Faust, Harold en Italie en Nuits d’été. Joyce DiDonato, zijn onvergetelijke Didon en Marguerite, keert terug als de suïcidale Cléopâtre en ze wordt in “Roméo et Juliette” vergezeld door tenor Cyrille Dubois (die Iopas speelde in Les Troyens), bariton Christopher Maltman en de koren van de in Lissabon gevestigde Gulbenkian Foundation en Opéra du Rhin in Straatsburg.Zum 80. Geburtstag des Dirigenten John Nelson

John Nelson (1941) studeerde aan Wheaton College en later aan de Juilliard School of Music bij Jean Morel. Hij was muziekdirecteur van de Greenwich Philharmonia en de New Jersey Pro Arte, en was ook dirigent van de Metropolitan Opera. In 1972, dirigeerde hij zijn operadebuut in New York City in Carnegie Hall in een onversneden uitvoering van Berlioz’ Les Troyens. Bij de Metropolitan Opera maakte hij ook zijn professioneel operadirigentdebuut met Les Troyens, als vervanger voor Rafael Kubelík. Nelson was van 1976 tot 1987 muziekdirecteur van het Indianapolis Symphony Orchestra en maakte daar opnames van muziek van Ellen Taaffe Zwilich en Charles Martin Loeffler voor New World Records. Bij Opera Theatre of Saint Louis was hij muziekdirecteur van 1985 tot 1988 en chef-dirigent van 1988 tot 1991. Hij was van 1983 tot 1990 ook muziekdirecteur van het Caramoor Festival in Katonah, New York, en 1998 werd hij muziekdirecteur van het Ensemble Orchestral de Paris (nu het Orchestre de chambre de Paris), een functie die hij tien jaar bekleedde. Nelsons interesse in koormuziek leidde tot zijn positie als artistiek leider van Soli Deo Gloria.Romeo en Julia - Wikipedia

Berlioz: Roméo et Juliette - Cléopâtre - Klassiek Centraal

Romeo en Julia - Wikipedia

Berlioz Roméo et Juliette Cléopâtre Joyce DiDonato Dubois Maltman Coro Gulbenkian Chœur de l’OnR Orchestre Philharmonique de Strasbourg John Nelson 2 cd Erato 5419748138Erato (label) — Wikipédia